Op 18 september 2019 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, geboren op Curaçao, die beschuldigd werd van diefstal in vereniging met geweld. De zaak werd behandeld in tegenspraak en de rechtbank heeft het onderzoek op de terechtzitting van 4 september 2019 in acht genomen. De officier van justitie, mr. L.C. Visser, eiste een gevangenisstraf van 6 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich samen met een ander schuldig had gemaakt aan diefstal met geweld, gepleegd op 2 december 2016 te Rotterdam. De verdachte en zijn mededader hebben het slachtoffer, [naam slachtoffer], benaderd, geduwd, bedreigd en beroofd van een geldbedrag van ongeveer 800 euro. De rechtbank heeft vastgesteld dat het bewezen feit diefstal met geweld oplevert, gepleegd door twee of meer verenigde personen. De verdachte is strafbaar verklaard en de rechtbank heeft een gevangenisstraf van 6 maanden opgelegd, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 1 jaar. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn verstandelijke beperking en de begeleiding die hij ontvangt. De rechtbank heeft ook de impact van dergelijke delicten op de samenleving in overweging genomen.