Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[naam gedaagde 1] ,
[naam gedaagde 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 6 juni 2018 en de daarin genoemde stukken;
- het faxbericht van 6 augustus 2018 aan de zijde van [naam eiseres] met daarbij twee schriftelijke verklaringen;
- de akte overlegging producties van 21 augustus 2018 aan de zijde van [gedaagden] ;
- het proces-verbaal van het op 17 juni 2019 gehouden getuigenverhoor aan de zijde van [naam eiseres] ;
- het proces-verbaal van het op 17 juni 2019 gehouden getuigenverhoor aan de zijde van [gedaagden] ;
- de conclusie na enquête van [naam eiseres] van 31 juli 2019, met producties;
- de antwoordconclusie na enquête van [gedaagden] van 25 september 2019, met producties.
2.De verdere beoordeling
in conventie
‘ [documentnaam] (..)’. Daarnaast heeft [gedaagden] in contra-enquête als getuige doen horen de heer [naam getuige 4] (hierna ‘ [naam getuige 4] ’), kantoorgenoot van [naam gedaagde 1] en mede-eigenaar van het advocatenkantoor [naam kantoor] , en de heer [naam getuige 5] (hierna ‘ [naam getuige 5] ’), makelaar en taxateur. Verder hebben [naam gedaagde 1] en [naam gedaagde 2] zichzelf als getuige laten horen.
uur later arriveerde toen ikzelf reeds aan het speechen was. Dit viel mij op omdat ik [naam] ken als een heel stipt persoon (…).
mij op met het verheugende nieuws dat voornoemde advocaat het (…) koopcontract die dag ter burele aan de [adres 1] had ondertekend.’
‘ [documentnaam] ’. Voornoemd onderzoeksbureau [naam bureau] bevestigt in haar rapport van 3 augustus 2018 dat in dit document op naam van [naam gedaagde 1] tussen 14:21 en 15:07 uur 152 wijzigingen zijn doorgevoerd. Deze gegevens ondersteunen de stelling van [naam gedaagde 1] dat hij op 30 juni 2017 tussen 14:00 uur en 15:00 uur op zijn kantoor aan een overeenkomst heeft gewerkt en dat hij rond die tijd dus niet voor een tekenafspraak bij [naam] is geweest. Dat deze wijzigingen in de overeenkomst niet inhoudelijk van aard waren en door een medewerker of secretaresse kunnen zijn doorgevoerd, een mogelijkheid waarop [naam eiseres] heeft gewezen, is niet aannemelijk geworden. [gedaagden] heeft dit gemotiveerd betwist en overtuigend aangevoerd dat de wijzigingen (deels) inhoudelijk van aard waren.
6.828,00(4 punt × tarief € 1.707,00)