ECLI:NL:RBROT:2019:9385

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 november 2019
Publicatiedatum
2 december 2019
Zaaknummer
10/712041-18
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van seksueel misbruik van minderjarigen door stiefvader

Op 14 november 2019 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van seksueel misbruik van zijn twee minderjarige stiefdochters. De rechtbank heeft de zaak behandeld in een meervoudige kamer voor strafzaken. De verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. E.N.J. Molendijk, werd beschuldigd van het plegen van verschillende seksuele handelingen met zijn stiefdochters, die op het moment van de feiten nog minderjarig waren. De officier van justitie, mr. E. van Veen, eiste vrijspraak voor de meest ernstige beschuldigingen, maar wel bewezenverklaring van enkele andere feiten, en vroeg om een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk.

Tijdens de zitting op 31 oktober 2019 zijn de verklaringen van de slachtoffers en een getuige besproken. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de slachtoffers niet wettig en overtuigend bewezen konden worden, omdat er onvoldoende steunbewijs was voor hun verklaringen. De rechtbank vond dat de getuige de ongeloofwaardigheid van de verklaringen van de slachtoffers onderstreepte, en concludeerde dat de verdachte niet schuldig was aan de ten laste gelegde feiten. Daarom werd de verdachte vrijgesproken.

Daarnaast hebben twee benadeelde partijen zich in het geding gevoegd, die schadevergoeding vorderden. De rechtbank verklaarde deze partijen niet-ontvankelijk in hun vorderingen, omdat de verdachte was vrijgesproken van de feiten waarop de vorderingen betrekking hadden. De kosten die de benadeelde partijen hadden gemaakt, werden begroot op nihil. Het vonnis werd uitgesproken door de voorzitter en twee andere rechters, en de griffier was ook aanwezig.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/712041-18
Datum uitspraak: 14 november 2019
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
raadsman mr. E.N.J. Molendijk, advocaat te Spijkenisse.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 31 oktober 2019.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd.
De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De tenlastelegging houdt kort gezegd in dat de verdachte zijn twee minderjarige stiefdochters [voornaam slachtoffer 1] en [voornaam slachtoffer 2] seksueel heeft misbruikt.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. E. van Veen heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde;
  • bewezenverklaring van het onder 1 subsidiair, 2 subsidiair en 3 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, een ambulante behandelverplichting en een contactverbod met [naam slachtoffer 1] ( [voornaam slachtoffer 1] ) en [naam slachtoffer 2] ( [voornaam slachtoffer 2] ).

4.Vrijspraak

Standpunt officier van justitie
Aangevoerd is dat de verklaringen van [voornaam slachtoffer 1] en [voornaam slachtoffer 2] betrouwbaar zijn, elkaar steunen en dat de verklaring van [voornaam slachtoffer 1] daarnaast steun vindt in de verklaring van de getuige [naam getuige] . Het scenario dat de verklaringen om oneigenlijke redenen zijn afgelegd, vindt geen steun in het dossier.
Beoordeling
De rechtbank acht de ten laste gelegde feiten niet wettig en overtuigend bewezen bij gebrek aan steunbewijs voor de door [voornaam slachtoffer 1] en [voornaam slachtoffer 2] afgelegde verklaringen. Hetgeen de officier van justitie hiertoe heeft aangedragen, heeft niet als zodanig te gelden. Meer in het bijzonder heeft de getuige [naam getuige] juist wat in haar ogen de ongeloofwaardigheid van de verklaring van [voornaam slachtoffer 1] is onderstreept. Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat deze verklaring niet tot het bewijs kan bijdragen.
Conclusie
De verdachte zal worden vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten.

5.Vorderingen benadeelde partijen

Als benadeelde partij hebben zich in het geding gevoegd: [naam benadeelde 1] , thans geheten [naam] , ter zake van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten en [naam benadeelde 2] ter zake van het onder 3 ten laste gelegde feit. [naam benadeelde 1] vordert een vergoeding van € 20.000,- aan immateriële schade en [naam benadeelde 2] vordert een vergoeding van € 5.000,- aan immateriële schade.
De benadeelde partijen zullen in hun vordering niet-ontvankelijk worden verklaard omdat de verdachte wordt vrijgesproken van de feiten waarop die vorderingen betrekking hebben.
Omdat de benadeelde partijen niet-ontvankelijk zullen worden verklaard, zullen zij worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vorderingen gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
In deze procedure wordt over de gevorderde schadevergoedingen dus geen inhoudelijke beslissing genomen.

6.Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

7.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart de benadeelde partijen [naam benadeelde 1] en [naam benadeelde 2] niet-ontvankelijk in hun vordering;
veroordeelt de benadeelde partijen in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vorderingen gemaakt en begroot deze kosten op nihil.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. E. Rabbie, voorzitter,
en mrs. J.M.L. Boek en C.G.E. Prenger, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. F.M.H. van Mullekom, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 14 november 2019.
De voorzitter, de jongst rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 10 januari 2010 tot
en met 10 april 2015, te Spijkenisse, in elk geval in Nederland,
met zijn kind en/of een kind over wie hij, verdachte, het gezag uitoefent
en/of een kind dat hij, verdachte, verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn
gezin,
te weten [naam slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 1] 2003),
die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt,
een of meer handelingen heeft gepleegd, die (mede) bestonden uit het seksueel
binnendringen van het lichaam van die [naam slachtoffer 1] , immers heeft hij,
verdachte, meermalen, althans eenmaal
- zijn vingers in haar vagina gebracht en/of gehouden,
- haar ge(tong)zoend,
- zijn hand in/onder (de bovenkant van) haar broek gebracht en/of gehouden,
- zijn hand nabij/op haar vagina gebracht en/of gehouden,
- haar borsten betast en/of gestreeld en/of aangeraakt en/of gemasseerd,
- gemasturbeerd in haar nabijheid en/of
- op haar buik, in elk geval op haar lichaam geëjaculeerd;
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 10 januari 2010 tot
en met 10 april 2015, te Spijkenisse, in elk geval in Nederland,
met zijn kind en/of een kind over wie hij, verdachte, het gezag uitoefent
en/of een kind dat hij, verdachte, verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn
gezin,
te weten [naam slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 1] 2003),
die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt,
buiten echt,
een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd,
immers heeft hij, verdachte, meermalen, althans eenmaal,
- haar ge(tong)zoend,
- zijn hand in/onder (de bovenkant van) haar broek gebracht en/of gehouden,
- zijn hand nabij/op haar vagina gebracht en/of gehouden,
- haar borsten betast en/of gestreeld en/of aangeraakt en/of gemasseerd,
- gemasturbeerd in haar nabijheid en/of
- op haar buik, in elk geval op haar lichaam geëjaculeerd;
2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 11 april 2015 tot
en met 31 mei 2017, te Spijkenisse, in elk geval in Nederland,
met zijn kind en/of een kind over wie hij, verdachte, het gezag uitoefent
en/of een kind dat hij, verdachte, verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn
gezin,
te weten [naam slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 1] 2003),
die toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had
bereikt,
een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die (mede) bestonden uit
het seksueel binnendringen van het lichaam van die [naam slachtoffer 1] ,
immers heeft hij, verdachte, meermalen, althans eenmaal
- zijn vingers in haar vagina gebracht en/of gehouden,
- haar ge(tong)zoend,
- zijn hand in/onder (de bovenkant van) haar broek gebracht en/of gehouden,
- zijn hand nabij/op haar vagina gebracht en/of gehouden,
- haar borsten betast en/of gestreeld en/of aangeraakt en/of gemasseerd,
- gemasturbeerd in haar nabijheid en/of
- op haar buik, in elk geval op haar lichaam geëjaculeerd;
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 11 april 2015 tot
en met 31 mei 2017, te Spijkenisse, in elk geval in Nederland,
met zijn kind en/of een kind over wie hij, verdachte, het gezag uitoefent
en/of een kind dat hij, verdachte, verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn
gezin,
te weten [naam slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 1] 2003),
die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt,
buiten echt,
een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd,
immers heeft hij, verdachte, meermalen, althans eenmaal,
- haar ge(tong)zoend,
- zijn hand in/onder (de bovenkant van) haar broek gebracht en/of gehouden,
- zijn hand nabij/op haar vagina gebracht en/of gehouden,
- haar borsten betast en/of gestreeld en/of aangeraakt en/of gemasseerd,
- gemasturbeerd in haar nabijheid en/of
- op haar buik, in elk geval op haar lichaam geëjaculeerd;
3.
hij in of omstreeks de periode 1 april 2013 tot en met 25 september 2014, te
Spijkenisse, in elk geval in Nederland,
met zijn kind en/of een kind over wie hij, verdachte, het gezag uitoefent
en/of een kind dat hij, verdachte, verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn
gezin,
te weten [naam slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 2] 2001),
die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt,
buiten echt,
een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd,
immers heeft hij, verdachte,
- zijn hand in/onder (de bovenkant van) haar broek gebracht en/of gehouden,
- zijn hand nabij/op haar vagina gebracht en/of gehouden en/of
- ( vervolgens) met zijn hand over haar onderbuik en/of over/nabij haar vagina
gewreven.