Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 tot en met 5 ten laste gelegde, met uitzondering van waar het onder 3 ten laste gelegde betrekking heeft op aangever [naam aangever 1] ;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 136 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 120 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar alsmede oplegging van een werkstraf van 240 uur subsidiair 120 dagen hechtenis.
- tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 10-217847-15.
4.Waardering van het bewijs
[naam aangeefster 1]
[naam aangever 3]
Telefoonnummers [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 5]
selfieaangetroffen van [naam medeverdachte 3] . Uit de achterliggende technische informatie (Exif informatie [4] ) van de foto blijkt dat de foto met een iPhone 5 is gemaakt op 16 september 2017. Aan [naam medeverdachte 3] is gevraagd waarom er een selfie van hem op de iPhone 5 staat die een aantal maanden voordat hij het toestel voor [naam medeverdachte 2] zou zijn gaan bewaren, is gemaakt. [naam medeverdachte 3] heeft verklaard dat die foto met een andere iPhone 5 moet zijn gemaakt en dat die foto mogelijk van zijn (openbare) Facebook-profiel is gehaald. In een aanvullend proces-verbaal van 10 oktober 2019 is beschreven dat Exif informatie wordt verwijderd als een foto wordt geüpload naar bijvoorbeeld Facebook. Daarnaast wijzen de bestandsnaam van de foto en de map waarin de foto op het toestel is aangetroffen erop dat de foto wel met de in beslag genomen iPhone 5 is gemaakt. De verklaring van [naam medeverdachte 3] over deze telefoon is dan ook niet aannemelijk geworden.
Deelconclusie
Mobiele telefoons
[naam aangever 2]
[naam aangeefster 5]
[naam naam aangeefster 2]
[naam aangeefster 4]
Deelconclusie
16april 2018 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
16april 2018 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
Markt)), althans toegangscodes (waarmee kon worden ingelogd op een server en/of website van de ING Bank, althans een bankrekening van [naam aangeefster 1] , voorhanden heeft gehad;
16april 2018 te Rotterdam,
-eigening heeft weggenomen één geldbedrag (€ 2.48
2,22,=), toebehorende aan [naam aangeefster 1] , waarbij verdachte en zijn mededaders het weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door met een ING mobiel bankieren app (op naam van voornoemde [naam aangeefster 1] en welke mobiel bankieren app was geïnstalleerd op een telefoon van verdachte en/of die van zijn, verdachtes, mededaders) waartoe hij verdachte en zijn mededaders niet gerechtigd waren meerdere mobiele telefoons,
engoederen aangekocht bij de Media
Markt aan het Binnenwegplein te Rotterdam, te betalen.
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.In beslag genomen voorwerpen
9.Vorderingen benadeelde partij
- rekeninghouder [naam aangeefster 1] (zaaksdossier MediaMarkt) een vergoeding van € 2.482,22 aan materiële schade en een vergoeding van € 480,- aan onderzoekskosten;
- rekeninghouder [naam aangever 11] (zaaksdossier Jay-Z) een vergoeding van € 3.923,13 aan materiële schade en een vergoeding van € 360,- aan onderzoekskosten;
- rekeninghouder [naam aangever 3] (zaaksdossier MediaMarkt) een vergoeding van € 2.420,78;
10.Vordering tenuitvoerlegging
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.Bijlagen
13.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 90 (negentig) dagen;
74 (vierenzeventig) dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
proeftijd, die wordt gesteld op
2 jaar;
taakstraf voor de duur van 100 (honderd) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
50 (vijftig) dagen;
- gelast de teruggave aan verdachte van de voorwerpen die op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst zijn genummerd 2, 3, 4, 5, 6, 8, 9 en 10;
van € 2.602,22 (zegge: tweeduizendzeshonderdtwee euro en tweeëntwintig cent), bestaande uit € 2.482,22 aan materiële schade en € 120,- aan onderzoekskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 16 april 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van 31 augustus 2017 van de kinderrechter in deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke taakstraf, bestaande uit een werkstraf voor de tijd van 20 uur en bepaalt dat deze straf wordt omgezet in een taakstraf voor de duur van 20 uur, met bevel dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 10 dagen.