Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder 2 primair tenlastegelegde;
- bewezenverklaring van het onder 1 en 2 subsidiair tenlastegelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren met als bijzondere voorwaarden:
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straffen
.De rechtbank zal evenwel, enerzijds omdat zij minder bewezen acht dan de officier van justitie en anderzijds gelet op de persoon van de verdachte (voor zover daarvan gebleken is uit voormelde rapportage en het onderzoek ter terechtzitting), afzien van het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. In plaats daarvan zal de voorgenomen gevangenisstraf voorwaardelijk worden opgelegd, met de voorwaarden die hierna worden genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
8.Vordering benadeelde partij/schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 5 (vijf) maanden;
200 (tweehonderd) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
108 (honderdacht) urente verrichten taakstraf, subsidiair
54 dagenvervangende hechtenis, resteert.
€ 122,10 (zegge: honderdtweeëntwintig euro en tien eurocent), bestaande uit vergoeding voor materiële schade;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde] te betalen
€ 122,10(hoofdsom,
zegge: honderdtweeëntwintig euro en tien eurocent); beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 122,10 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
4 dagen;