ECLI:NL:RBROT:2020:10048

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 augustus 2020
Publicatiedatum
6 november 2020
Zaaknummer
C/10/601660 / FA RK 20-5829
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging rechterlijke machtiging tot voortzetting van verblijf voor cliënt met syndroom van Korsakov

Op 24 augustus 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een mondelinge beslissing genomen over de verlenging van een rechterlijke machtiging tot voortzetting van het verblijf van een cliënt met het syndroom van Korsakov. Het verzoek tot verlenging is ingediend door het CIZ op 4 augustus 2020, na een eerdere machtiging die op 25 februari 2020 was verleend. De cliënt, die lijdt aan ernstige geheugenstoornissen en desoriëntatie, verblijft in het Korsakovcentrum Slingedael en heeft intensieve zorg nodig. Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de cliënt en haar advocaat, alsook zorgverleners van de instelling.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt ernstig nadeel kan ondervinden door haar aandoening, wat kan leiden tot lichamelijk letsel, verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang. Ondanks het verzet van de cliënt tegen de voortzetting van het verblijf, heeft de rechtbank geoordeeld dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te voorkomen. De rechtbank heeft daarom besloten om de machtiging voor een periode van twee jaar te verlenen, in afwijking van de door het CIZ verzochte termijn van vijf jaar, om de cliënt een toekomstperspectief te bieden.

De beschikking is op 24 augustus 2020 mondeling gegeven door rechter A.C. Hendriks en is op 2 september 2020 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/601660 / FA RK 20-5829
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 24 augustus 2020 betreffende een rechterlijke machtiging tot voortzetting van het verblijf als bedoeld in artikel 24 van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (hierna: Wzd)
op verzoek van:
het CIZ,
met betrekking tot:
[naam cliënt],
geboren op [geboortedatum cliënt] , te [geboorteplaats cliënt] ,
hierna: cliënt,
wonende te Korsakovcentrum Slingedael, Slinge 901, 3086 EZ Rotterdam,
advocaat mr. P.C. van Houten te Dordrecht.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van het CIZ, ingekomen ter griffie op 4 augustus 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • het indicatiebesluit op grond van artikel 3.2.3 van de Wet langdurige zorg van 17 juli 2020;
  • de medische verklaring, opgesteld en ondertekend door [naam psychiater] , psychiater, van 8 juli 2020;
  • de aanvraag voor een rechterlijke machtiging van 4 augustus 2020;
  • de verklaring van de zorgaanbieder Slingedael van de accommodatie waarin cliënt is opgenomen van 13 juli 2020;
  • een afschrift van het zorgplan van 27 februari 2020;
  • een afschrift van de beschikking waarbij mentorschap is ingesteld en een afschrift van de beschikking waarbij een mentor is benoemd.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 24 augustus 2020. Bij die gelegenheid zijn (overeenkomstig artikel 2 lid 1 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid) via beeld- en geluidverbinding gehoord:
  • cliënt met advocaat mr. H.J. Naber, namens de hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam arts] , arts, en
  • [naam verzorgende] , verzorgende, beiden verbonden aan Slingedael.

2..Beoordeling

2.1.
Op 25 februari 2020 is door de rechtbank een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf verleend tot en met 25 augustus 2020. Op 4 augustus 2020 heeft het CIZ verzocht een rechterlijke machtiging tot voortzetting van het verblijf in een geregistreerde accommodatie te verlenen als bedoeld in artikel 25 lid 1 Wzd.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat cliënt lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, te weten syndroom van Korsakov.
2.3.
Het gedrag van cliënt leidt als gevolg van deze psychogeriatrische aandoening tot ernstig nadeel. Het ernstig nadeel is gelegen in ernstig lichamelijk letsel, ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang alsmede de situatie dat cliënt met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept.
Bij cliënt is sprake van het syndroom van Korsakov. Cliënt kampt met geheugenstoornissen, is gedesoriënteerd in tijd en plaats, denkt dat zij nog een woning en werk heeft en zij weet niet (meer) dat haar echtgenoot is overleden. Daarnaast is er bij cliënt sprake van somatische aandoeningen. Uit de medische verklaring blijkt dat cliënt aangespoord moet worden tot zelfzorg zoals wassen, eten en drinken. Ook heeft betrokkene geen ziekte-inzicht of -besef. Cliënt geeft aan dat wanneer zij niet meer is opgenomen, waarschijnlijk weer alcohol zal gaan drinken, wat een groot risico op verdere achteruitgang met zich zal brengen. Cliënt heeft op dit moment intensieve 24 uurs zorg en structuur nodig, wat het Korsakovcentrum haar kan bieden.
2.4.
De voortzetting van het verblijf is noodzakelijk en geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wensen.
2.5.
Er zijn geen minder ingrijpende mogelijkheden om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden.
2.6.
Gebleken is dat cliënt zich verzet tegen voortzetting van het verblijf. Cliënt heeft te kennen gegeven zo snel als mogelijk de instelling te willen verlaten omdat zij een opname niet nodig vindt.
De advocaat verzoekt namens cliënt, primair, om afwijzing van het verzoek. Er is geen sprake van ernstig nadeel. Subsidiair verzoekt de advocaat om te termijn van vijf jaar te verkorten naar een jaar. Dit om cliënt hoop op perspectief te laten behouden. Volgens de artsen is er sprake van achteruitgang, maar onduidelijk is waar dat uit blijkt. De kans op genezing is niet aanwezig, maar een zekere mate van stabiliteit is wel mogelijk.
2.7.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat is voldaan aan de criteria voor een rechterlijke machtiging tot voortzetting en verblijf. Om cliënt tegemoet te komen in haar wens op een toekomstperspectief en daarmee het gevoel van uitzichtloosheid teniet te doen, zal de rechtbank de machtiging, in afwijking van de door het CIZ verzochte termijn, verlenen voor twee jaar.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van het verblijf ten aanzien van [naam cliënt] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 24 augustus 2022;
3.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 24 augustus 2020 mondeling gegeven door mr. A.C. Hendriks, rechter, in tegenwoordigheid van S.M. Plaisier-van Welie, griffier en op 2 september 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.