ECLI:NL:RBROT:2020:10482

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 september 2020
Publicatiedatum
18 november 2020
Zaaknummer
C/10/604131 / FA RK 20-7047
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing voortzetting crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg met betrekking tot suïcidaliteit en psychische stoornissen

Op 17 september 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, die onder toezicht staat van de officier van justitie. De officier verzocht om voortzetting van de op 14 september 2020 opgelegde crisismaatregel, waarbij de rechtbank de noodzaak van deze maatregel bevestigde. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, die suïcidale gedachten had en zich destructief gedroeg. Ondanks dat de betrokkene niet was opgenomen, was er een risico op levensgevaar en ernstige psychische schade. De rechtbank verwierp het verweer van de advocaat dat de afwezigheid van opname zou betekenen dat er geen dreigend nadeel was. De rechtbank oordeelde dat de betrokkene in vergaande mate deed wat hij afsprak, maar dat verplichte zorg noodzakelijk was om het ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor een periode van drie weken, met de mogelijkheid tot verplichte zorg in crisissituaties. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter L.M. Coenraad en schriftelijk uitgewerkt op 2 oktober 2020.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/604131 / FA RK 20-7047
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 17 september 2020 betreffende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende te [adres betrokkene] , [postcode betrokkene] [woonplaats betrokkene] ,
advocaat mr. I. Saey te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 15 september 2020. De officier verzoekt om voortzetting van de op 14 september 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van 14 september 2020;
  • de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater 1] , psychiater, van 14 september 2020;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
  • het bericht dat er geen relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene zijn.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 17 september 2020. Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
  • betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam psychiater 2] , psychiater, verboden aan Fivoor;
  • [naam regiebehandelaar en psychotherapeut] , regiebehandelaar en psychotherapeut, verbonden aan Fivoor.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria crisismachtiging
2.1.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige materiële schade en ernstige immateriële schade. Betrokkene is vrijwillig in behandeling bij het FACT-team. Dit ging lange tijd goed omdat betrokkene de gemaakte afspraken nakwam. De behandelaars van betrokkene hebben grote zorgen om hem, omdat hij nu alles afhoudt en geen contact meer wil.
Betrokkene treft voorbereidingen om een punt achter zijn leven te zetten. Hij is zelfdestructief bezig en maakt zijn eigen leefwereld onherstelbaar kapot. Betrokkene verbreekt relaties en alle sociale contacten, vernielt zijn huis en vernietigt foto’s en andere bezittingen die hem doorgaans dierbaar zijn. Betrokkene geeft aan dat hij er binnenkort niet meer zal zijn en brengt dit tot uiting door zijn ene voornaam niet meer te gebruiken. Deze helft van betrokkene is, volgens hem, immers al dood. Hij gebruikt nu zijn andere voornaam maar geeft aan dat deze er binnenkort ook niet meer zal zijn. Betrokkene is voornemens zijn minderjarige zoon te belasten met deze uitingen van een suïcidewens.
Tevens reageert betrokkene agressief op derden. Om dit ernstig nadeel weg te nemen is een crisismaatregel opgelegd opdat betrokkene in contact blijft met zijn behandelaars. Er is niet voor gekozen betrokkene op te nemen, maar te verplichten ambulant in gesprek te blijven met zijn behandelaars. Gemaakte afspraken komt betrokkene immers na, maar hij houdt vrijwillige zorg af. De behandelaars van betrokkene geven tijdens de mondelinge behandeling aan dat door de crisismaatregel ruimte is ontstaan om met betrokkene in gesprek te blijven. Het suïcidegevaar is echter nog niet geweken en zij achten verplichte zorg nog steeds nodig om het ernstig nadeel af te wenden.
2.1.2.
De advocaat geeft tijdens de mondelinge behandeling aan dat in deze situatie een zorgmachtiging passender is dan een machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel. Hoewel er grote zorgen zijn om betrokkene, is hij niet opgenomen en is opname in een accommodatie op dit moment niet nodig. Hieruit blijkt, volgens de advocaat, dat er geen onmiddellijk dreigend nadeel is. Aan dit verweer gaat de rechtbank voorbij. Dat bij de uitvoering van de crisismaatregel de mogelijkheid tot opname niet direct geëffectueerd is, betekent niet dat er geen onmiddellijk dreigend nadeel aanwezig is. Uit de stukken en het verklaarde ter zitting blijkt dat betrokkene in vergaande mate doet wat hij afspreekt. Om deze reden kon de crisis tot nu toe beheerst worden door hem te verplichten in contact te blijven met zijn behandelaars, en was een opname in dit specifieke geval (nog) niet nodig. De psychiater verklaart ter zitting dat hij zonder verplichte zorg het risico op suïcidegevaar groot acht. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.1.3.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van autisme, een narcistische persoonlijkheidsstoornis en een matige stoornis in cannabisgebruik.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Ten aanzien van de verzochte verplichte zorg overweegt de rechtbank als volgt. Uit de toelichting van de wetgever blijkt dat in een zorgmachtiging – in dit geval in een machtiging tot voortzetting van een opgelegde crisismaatregel, een maatregel die in het eerste wetsontwerp nog niet aanwezig was – sprake kan zijn van drie gradaties van verplichte zorg. Allereerst kan de reguliere verplichte zorg opgenomen worden waarvan de zorgverantwoordelijke steeds gebruik mag maken. Ten tweede kan worden opgenomen welke zorg in crisissituaties mag worden gegeven, niet te verwarren met verplichte zorg in noodsituaties. Verplichte zorg in noodsituaties komt immers op de derde plaats in het drietrapsmodel. Wanneer de machtiging niet in de noodzakelijke zorg voorziet, kan in noodsituaties verplichte zorg worden verleend voor drie dagen, waarna een wijzigingsverzoek kan worden gedaan door de officier. Per geval dient te worden beoordeeld welke verplichte zorg continu gegeven mag worden, welke zorg in crisissituaties gegeven mag worden en welke zorg niet wordt opgenomen en waar slechts in noodsituaties gebruik van mag worden gemaakt.

Reguliere verplichte zorg’
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende in de crisismaatregel genomen vormen van verplichte zorg gedurende drie weken noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen. Deze vorm van zorg ziet op de verplichting om afspraken met de behandelaars na te komen en mee te werken aan contact met het FACT-team in de ambulante setting of met de behandelaars in de kliniek.
‘Verplichte zorg in crisissituaties’
Bij betrokkene kan een crisissituatie worden gedefinieerd als de situatie waarin betrokkene zich suïcidaal uit, contacten met behandelaars mijdt en/of behandelafspraken niet nakomt. In crisissituaties mag gebruik worden gemaakt van de volgende vormen van verplichte zorg:
  • het beperken van de bewegingsvrijheid (in geval van opname in een accommodatie);
  • het opnemen in een accommodatie.
2.2.2.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar ter zitting gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.2.3.
Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.2.4.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.3.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.1 kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 8 oktober 2020.
Deze beschikking is op 17 september 2020 mondeling gegeven door mr. L.M. Coenraad, rechter, in tegenwoordigheid van L.C.M. van Gils, griffier, en op 2 oktober 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.