Op 29 september 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De zaak betreft een betrokkene die is opgenomen met een geagiteerd psychotisch toestandsbeeld, waarbij er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. Dit nadeel is ontstaan door een combinatie van psychische problemen en middelengebruik, wat heeft geleid tot gewelddadig gedrag en bedreigingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene, na een eerdere opname, niet in staat is om zonder verplichte zorg te functioneren en dat er een groot risico bestaat op terugval in gevaarlijk gedrag indien hij wordt ontslagen uit de kliniek.
Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschillende zorgverleners gehoord, die de noodzaak van voortzetting van de crisismaatregel onderbouwden. De advocaat van de betrokkene voerde verweer, maar de rechtbank oordeelde dat de medische verklaring en de observaties van de behandelaren voldoende basis bieden voor de voortzetting van de crisismaatregel. De rechtbank heeft de noodzakelijke vormen van verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor een periode van drie weken, tot en met 20 oktober 2020.