Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 3 januari 2017 met producties
- het vonnis in incident van 21 maart 2018 en de daaraan ten grondslag liggende
- de conclusie van antwoord met producties
- de brief van 13 juni 2018 waarin de rechtbank partijen oproept voor een comparitie van
- de zittingsagenda van 26 juli 2018
- de spreekaantekeningen en twee akten overlegging producties van Strahlmann en de brief
- de door Interfeed in het geding gebrachte uitspraken in de zaak The “Nogar Marin”
- het proces-verbaal van comparitie van 13 september 2018
- de akte wijziging eis van Strahlmann (dit betreft een vermindering van eis in verband met
- de akte overlegging producties van Interfeed
- de antwoordakte van Strahlmann met producties
- de antwoordakte van Interfeed
- de antwoordakte van Strahlmann.
“fixture”een overeenkomst van reisbevrachting gesloten ten aanzien van het schip voor een reis van Liepaja (Letland) naar Casablanca (Marokko). De lading bestond uit suikerbieten.
“notify address”op het cognossement was vermeld.
3.Het geschil
4.De beoordeling
“fixture”.De rechtbank volgt partijen daarin, aangezien deze rechtskeuze kwalificeert als rechtskeuze in de zin van artikel 3 Verordening (EG) Nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Rome I).
“fixture”en dat de Hamburg Rules van toepassing zijn op de cognossementsvordering van [naam bedrijf] op Strahlmann, omdat de loshaven is gelegen in een staat die partij is bij de Hamburg Rules in de zin van artikel 2 lid 1 sub b Hamburg Rules.
“implied indemnity”onder de reisbevrachtingsovereenkomst. Strahlmann stelt dat clausule 9 van de GENCON (1976) (impliciet) de verplichting schept tot vrijwaring, indien de aansprakelijkheid van Strahlmann onder het cognossement meeromvattend is dan de aansprakelijkheid van Strahlmann onder de reisbevrachtingsovereenkomst, ongeacht de oorzaak van de ladingschade.
“dangerous cargo”. Naar Engels recht is in dat geval sprake van een
“implied indemnity”onder de reisbevrachtingsovereenkomst op grond waarvan Interfeed Strahlmann dient te vrijwaren voor de vordering van [naam bedrijf] .
“legal opinion”van Paul Toms, Barrister in Londen.
“legal opinion”van Glenn Winter,
“solicitor”in Londen.
“implied indemnity”als de lading kwalificeert als
“dangerous cargo”komen de
“legal opinions”met elkaar overeen.
“Owners’ Responsibility”dat:
or servants) or by personal want of due diligence on the part of the Owners or their Manager to make the vessel in all respects seaworthy and to secure that she is properly manned, equipped and supplied or by the personal act or default of the Owners or their Manager.
“Bills of Lading”(cognossementen) immers dat:
“(Congenbill) Bills of Lading”op grond waarvan de bevrachter de scheepseigenaar vrijwaart voor aansprakelijkheid voor ladingschade uit hoofde van het cognossement, wanneer deze aansprakelijkheid groter is dan die onder de reisbevrachtingsovereenkomst, waarin bijvoorbeeld de bescherming van clausule 2 van de GENCON is opgenomen. Het betreft clausule 10 van de GENCON (1994):
“legal opinion”van Paul Toms. Paul Toms schrijft ten aanzien van clausule 9 van de GENCON (1976) concluderend:
“textbook”“Voyage Charters”:
“case-law”betreft citeert Paul Toms de volgende passage in de zaak “The C. Joyce” ([1986] 2 Lloyd’s Rep 285) (hierna: “The C. Joyce”):
“legal opinion”van Glenn Winter,
“solicitor”in Londen, die een reactie geeft op de
“legal opinion”van Paul Toms. Glenn Winter betoogt dat naar Engels recht de volgende drie uitgangspunten gelden:
, the charterer’s rights are strictly limited: there is no wide liberty and the carrier[Rb: anders dan de scheepseigenaar bij tijdbevrachting]
does not give up his “freedom of choice” as to how the vessel is employed: the essence of a standard voyage charter is that the parties agree the vessel will perform as a stipulated voyage with a stipulated cargo.
“objective intention of the parties” “to indemnify the owner against liability for a cargo claim under the Bill of Lading”omdat:
“legal opinions”volgt dat de onderhavige vraag in de Engelse rechtspraak geen uitgemaakte zaak is.
“implied indemnity”:
“It seems to us plain and the authorities leave us in no doubt that the implication of an obligation to indemnify is not automatic. It must always depend on the facts of the individual case, and on the terms of any underlying contractual relationship.”De enkele omstandigheid dat op verzoek van Interfeed een cognossement is uitgegeven en Strahlmann kennelijk op grond van de Hamburg Rules wel aansprakelijk is jegens [naam bedrijf] , maakt dus niet dat Interfeed dan automatisch Strahlmann daarvoor moet vrijwaren. Dit hangt af van de omstandigheden van het geval en van wat partijen contractueel hebben vastgelegd.
“The starting point for the construction of any contract is the underlying principle that the Courts and Tribunal must give effect to the objective intention of the parties in light of the words used in light of the material factual matrix.(…)”.
Owners to accept to sign BL date 15th dec even if vsl completes loading on the 16th december”) en dat de Hamburg Rules dwingendrechtelijk van toepassing zijn wanneer de loshaven in Marokko ligt en dan het risico bestaat van aansprakelijkheid voor ladingschade jegens de derde-cognossementhouder. Als Strahlmann zou hebben gewild dat Interfeed haar zou vrijwaren in het geval dat Strahlmann jegens de derde-cognossementhouder op grond van de Hamburg Rules (anders dan jegens Interfeed op grond van de reisbevrachtingsovereenkomst) wel aansprakelijk zou zijn voor schade veroorzaakt door fouten van bemanningsleden, zelfs als Interfeed zelf op geen enkele wijze heeft bijgedragen aan het ontstaan van de schade, dan had zij dat expliciet aan Interfeed duidelijk moeten maken en zich ervan hebben moeten vergewissen dat Interfeed daarmee akkoord ging, bijvoorbeeld door op de
“fixture”van 8 december 2015 de GENCON (1994) van toepassing te verklaren.
“fixture”van 8 december 2015, moet juist worden afgeleid dat partijen een dergelijke vergaande vrijwaring niet voor ogen hadden.
“The starting point for the construction of any contract is the underlying principle that the Courts and Tribunal must give effect to the objective intention of the parties in light of the words used in light of the material factual matrix). Het Commercial Court oordeelt daar immers dat:
“it was clearly stated that all bills of lading signed under the charter should include a clause paramount; this stipulation necessarily exposed the owners to Hague Rules liability to an indorsee of the bills and if the owners wanted an indemnity from the charterers in that eventuality they should have asked for one; the contract terms contained no hint that the parties intended the owners to be indemnified; and the implication of such a term was not necessary to give the contract business efficacy; there was no ground upon which the Court could or should imply into this charter the undertaking to indemnify”.
4.267,50(2,5 punten × tarief € 1.707,00)