Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 2 september 2020, met producties;
- de aanvullende producties aan de kant van Woonstad;
- de producties aan de kant van [gedaagde] ;
- de pleitaantekeningen aan de kant van [gedaagde] .
2..De vaststaande feiten
Huurder zal ervoor zorgdragen dat aan omwonenden geen overlast of hinder wordt veroorzaakt, door huurder, huisgenoten, huisdieren of derden die zich in het gehuurde bevinden voor wie huurder verantwoordelijk is.”.
3..De vordering
- tot betaling van de maandelijkse huurprijs van € 538,75 voor elke maand dat [gedaagde] de woning in bezit zal houden, te rekenen vanaf 1 september 2020 tot de datum waarop Woonstad weer de beschikking over de woning verkrijgt, een ingegane maand voor een volle gerekend, en te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de eerste dag van iedere nieuwe maand tot de datum van algehele voldoening;
- tot betaling aan Woonstad van een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten ten bedrage van € 462,60, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van de dagvaarding tot aan de datum van de algehele voldoening;
- in de proceskosten en de nakosten.