Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het tussenvonnis van 24 juli 2020 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- de akte van [gedaagde] , met producties.
2..De verdere beoordeling
à € 900,- per maand en dat [gedaagde] heeft erkend dat zij de huur voor de maand januari 2020 niet heeft betaald. Om die reden is overwogen dat in ieder geval een bedrag van
€ 900,- toewijsbaar is.
De apart gevorderde nakosten worden toegewezen als hierna vermeld, nu de proceskosten-veroordeling hiervoor reeds een executoriale titel geeft en de kantonrechter van oordeel is dat de nakosten zich reeds vooraf laten begroten.
3..De beslissing
- € 338,96 aan verschotten;
- € 420,- aan salaris voor de gemachtigde;
- beide bedragen te vermeerderen met de wettelijke rente ingaande veertien dagen na de datum van dit vonnis tot aan de dag van algehele voldoening;