Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[gedaagde 1] ,
2. [gedaagde 2],
1..Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van [eiseres] , met producties;
- de conclusie van antwoord;
- de akte van [eiseres] , houdende wijziging van eis.
2..De vaststaande feiten
Op de overeenkomsten zijn de Algemene Voorwaarden Financiële Lease - Huurkoop versie 2011 (hierna: de Algemene Voorwaarden) van toepassing verklaard. Op grond van de overeenkomsten is [gedaagde 1] steeds eenmalig BTW termijnen en overdrachtskosten en daarnaast steeds maandelijks huurkooptermijnbedragen aan [eiseres] verschuldigd.
3..Het geschil
4..De beoordeling
De kantonrechter laat voormelde eiswijziging buiten beschouwing, nu deze in strijd met een goede procesorde wordt geacht en gelet op het bepaalde in artikel 130, leden 1 en 3 Rv. De reden hiervoor is dat de wijziging van eis niet een eisvermindering betreft, maar wordt gezien als een eisverandering die met zich kan brengen dat gedaagden 2, 4 en 5 worden verrast mocht het tot toewijzing daarvan komen. Daarnaast zou het toelaten van de eiswijziging kunnen leiden tot uiteenlopende beslissingen, met mogelijkerwijs andere complicaties tot gevolg, terwijl dit gezien de formulering van de oorspronkelijke eis en die van de gewijzigde eis niet lijkt te zijn beoogd door [eiseres] .
Gelet hierop ligt het onder 1 en 2 gevorderde voor toewijzing gereed, met dien verstande dat de onder 2 gevorderde dwangsom zal worden toegewezen voor de objecten tezamen (dus niet per object) en wordt bepaald op € 500,00 per dag(deel) met een maximum van
€ 15.000,00.
Gelet hierop ligt ook het onder 3 gevorderde voor toewijzing gereed en zal [gedaagde 1] worden veroordeeld tot betaling aan [eiseres] van het bedrag van € 6.422,49, te vermeerderen met de overeengekomen vertragingsrente van 1,5% per maand, vanaf de vervaldata van de diverse verschuldigde bedragen tot aan de dag van algehele voldoening.
maakt voorts aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Het onder 4 gevorderde bedrag van € 819,86 aan contractuele buitengerechtelijke incassokosten zal worden toegewezen.
- € 972,00 aan griffierecht;
- € 81,83 aan explootkosten;
- € 900,00 aan salaris voor de gemachtigde (2,5 punt à € 360,00, voor dagvaarding, beslagrekest, akte);
- € 551,67 aan overige verschotten (beslagkosten / ambtshandelingen);
5..De beslissing
- object I: de Jungheinrich meeloop pallettruck type EJE M13, bouwjaar 2017, chassisnummer [nummer chassis 1] ;
- object II: de Jungheinrich meeloop pallettruck type EJE M13, bouwjaar 2017, chassisnummer [nummer chassis 2] ;
- object III: de Jungheinrich meeloop pallettruck type EJE 116, bouwjaar 2018, chassisnummer [nummer chassis 3] ;
- object IV: de Jungheinrich meeloop pallettruck type EJE 116, bouwjaar 2018, chassisnummer [nummer chassis 4] ;
- € 6.422,49, te vermeerderen met de overeengekomen vertragingsrente van 1,5% per maand, vanaf de vervaldata van de diverse verschuldigde bedragen tot aan de dag van algehele voldoening;
- € 819,86 aan buitengerechtelijke kosten;
- € 1.605,50 aan verschotten;
- € 900,00 aan salaris voor de gemachtigde;
- beide bedragen te vermeerderen met de wettelijke rente in de zin van