Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden met aftrek van voorarrest.
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feiten
(zaak 5)en feit 3 primair
(zaak 6):
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Vorderingen benadeelde partijen enschadevergoedingsmaatregel
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11.. Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van vier (4) maanden;
€ 71,75 (zegge: eenenzeventig euro en vijfenzeventig cent),bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 10 september 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de Staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 71,75 (zegge: eenenzeventig euro en vijfenzeventig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 september 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 71,71 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
1 dag; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;