ECLI:NL:RBROT:2020:11078

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 augustus 2020
Publicatiedatum
3 december 2020
Zaaknummer
C/10/602110 / FA RK 20-6036
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot voortzetting crisismaatregel op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 13 augustus 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De officier had verzocht om de voortzetting van de op 10 augustus 2020 opgelegde crisismaatregel, waarbij betrokkene was opgenomen met een manische decompensatie bij een bipolaire stoornis. Tijdens de opname had betrokkene medicatie gekregen en was zijn toestand verbeterd. De arts meldde dat, hoewel er nog sprake was van een maniforme remming, het manische toestandsbeeld was opgehelderd en er geen onmiddellijk dreigend ernstig nadeel meer was. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling van het verzoek op 13 augustus 2020 gehouden, waarbij betrokkene en zijn advocaat aanwezig waren. De officier van justitie was niet gehoord, omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte. Na beoordeling van de situatie heeft de rechtbank geconcludeerd dat het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel moest worden afgewezen, omdat betrokkene had toegezegd zijn medicatie te blijven innemen en afspraken te maken over zijn ontslag. De beschikking is op dezelfde dag mondeling gegeven door rechter A.C. Hendriks en later schriftelijk uitgewerkt en getekend op 24 augustus 2020.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/602110 / FA RK 20-6036
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 13 augustus 2020 betreffende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam, hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [postcode betrokkene] [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Antes, locatie Albrandswaardsedijk te Poortugaal,
advocaat mr. M.H. de Lange te Vlaardingen.

1..Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 11 augustus 2020, heeft de officier verzocht om voortzetting van de op 10 augustus 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van 10 augustus 2020;
  • de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater] , psychiater, van 10 augustus 2020;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz; en
  • de relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 13 augustus 2020. Bij die gelegenheid zijn (overeenkomstig artikel 2 lid 1 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid) via beeld- en geluidverbinding gehoord:
  • betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat; en
  • [naam arts] , arts, verbonden aan Antes.
1.3.
De officier is niet gehoord, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Betrokkene is opgenomen met een manische decompensatie bij een bipolaire stoornis. Voorafgaand aan de opname had betrokkene vijf nachten niet geslapen en was er sprake van onrust en ontremming. Gedurende de opname heeft betrokkene medicatie toegediend gekregen en heeft hij goed geslapen, waardoor hij minder prikkelbaar en geagiteerd is en het een stuk beter met hem gaat. Hoewel er volgens de arts nog wel sprake is van een maniforme remming bij betrokkene, is het manische toestandsbeeld gedurende de opname opgeklaard. Er is daarom geen sprake meer van een onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. Verder heeft betrokkene toegezegd zijn medicatie te zullen blijven innemen en afspraken omtrent zijn ontslag te zullen maken met de arts.
2.2.
Gelet op het voorgaande wordt het verzoek afgewezen.

3..Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek af.
Deze beschikking is op 13 augustus 2020 mondeling gegeven door mr. A.C. Hendriks, rechter, in tegenwoordigheid van mr. R. Jelicic, griffier, en op 24 augustus 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.