ECLI:NL:RBROT:2020:11255

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 november 2020
Publicatiedatum
7 december 2020
Zaaknummer
C/10/607611 / FA RK 20-8742
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg met betrekking tot een betrokkene met een bipolaire stoornis

Op 23 november 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek tot zorgmachtiging werd ingediend door de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam op 10 november 2020, in aansluiting op een eerder verleende crisismaatregel. De betrokkene, die lijdt aan een bipolaire stoornis, vertoonde verontrustend gedrag dat leidde tot ernstig nadeel voor haarzelf en anderen. Tijdens de mondelinge behandeling op 23 november 2020 werd de betrokkene gehoord, samen met haar advocaat en een psychiater van Antes. De rechtbank concludeerde dat de betrokkene verplichte zorg nodig had om haar geestelijke gezondheid te stabiliseren en ernstig nadeel te voorkomen. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor een periode van drie maanden, met de mogelijkheid om in die tijd een zelfbindingsverklaring op te stellen, waarmee de betrokkene meer regie over haar behandeling zou krijgen. De rechtbank heeft de beslissing op het verzoek voor het overige aangehouden tot 23 februari 2021, met de opdracht aan de behandelaar om de rechtbank voor die datum te informeren over de voortgang. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter B. Krijnen en schriftelijk uitgewerkt op 1 december 2020.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/607611 / FA RK 20-8742
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 23 november 2020 betreffende een zorgmachtiging in aansluiting op een voortzetting crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] ,
thans verblijvende bij Antes aan de [verblijfadres betrokkene] ,
advocaat mr. S. Scheimann te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 10 november 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de medische verklaring opgesteld door [naam 1] , psychiater, van
3 november 2020;
  • de ongedateerde zorgkaart;
  • het zorgplan van 29 oktober 2020;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
  • de relevante politiegegevens van betrokkene;
  • het bericht dat er geen strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene zijn.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op
23 november 2020.
Bij die gelegenheid zijn (overeenkomstig artikel 2 lid 1 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid) via beeld- en geluidverbinding gehoord:
  • betrokkene met haar hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam 2] , psychiater, verbonden aan Antes;
  • [naam 3] , mantelzorger.
1.3.
De officier is niet gehoord, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Bij beschikking van deze rechtbank van 20 oktober 2020 is op grond van artikel 7:7 Wvggz een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend. Tijdig, te weten op 10 november 2020, is onderhavig verzoek ingediend.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een bipolaire stoornis.
2.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van haar psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Betrokkene is al langere tijd bekend binnen de geestelijke gezondheidszorg. Sinds 1996 is zij meermaals opgenomen geweest. Voorafgaand aan de huidige opname zijn er verschillende meldingen gedaan bij de politie, omdat betrokkene overlast zou hebben veroorzaakt. Hierop zijn de politie en de crisisdienst haar woning binnengegaan. Haar voordeur stond open. Omdat betrokkene verward en angstig bleek, is zij per ambulance naar de accommodatie gebracht. Hierbij vertoonde betrokkene geagiteerd en fysiek agressief gedrag naar de hulpverleners. Tijdens de mondelinge behandeling verklaart betrokkene dat zij zich deze gebeurtenissen niet kan herinneren, maar dat zij het belangrijk vindt om ernstig nadeel in de toekomst te voorkomen. Gebleken is dat het toestandsbeeld van betrokkene inmiddels is verbeterd. De psychiater geeft aan dat het sinds een paar dagen beter gaat met betrokkene, maar dat zij nog niet volledig is gestabiliseerd. Naar verwachting zal betrokkene over enkele weken naar huis kunnen. In de ambulante setting worden woonbegeleiding en structuur noodzakelijk geacht, naast het blijven innemen van medicatie.
2.4.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat zij haar autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.5.
Gebleken is dat betrokkene zich erg bezighoudt met de vraag hoe ernstig nadeel in de toekomst kan worden voorkomen. Zij geeft daarbij aan dat ze graag zelf de regie zou willen bij het ontwikkelen van een (behandel)plan hiervoor. Daarom is tijdens de mondelinge behandeling de mogelijkheid van het opstellen van een zelfbindingsverklaring besproken. Daarmee krijgt betrokkene de regie terug en is een zorgmachtiging niet langer noodzakelijk. Betrokkene staat hiervoor open en ook haar advocaat, de psychiater en de mantelzorger steunen dit. De mantelzorger geeft aan dat het ook belangrijk is dat het steunsysteem van betrokkene wordt uitgebreid. Aangezien betrokkene de accommodatie over enkele weken kan verlaten, is de rechtbank van oordeel dat een periode van drie maanden voldoende kan zijn om te onderzoeken of het mogelijk is om in samenspraak met de psychiater en haar ambulant behandelaar een zelfbindingsverklaring op te stellen. Gedurende deze periode is verplichte zorg nodig. Gebleken is dat betrokkene voorafgaand aan de opname is gestopt met het innemen van medicatie, waarschijnlijk vanwege de bijwerkingen. Zonder medicatie kan betrokkene snel ontregeld raken. Daarnaast zal betrokkene de komende periode in de accommodatie verder gestabiliseerd worden. Om die reden is verplichte zorg nodig.
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van medicatie ter behandeling van een psychische stoornis;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid, in het geval van opname;
  • het uitoefenen van toezicht op betrokkene. Dit heeft betrekking op de medicatie-inname;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen. In de situatie dat betrokkene thuis woont, komt zij afspraken met het FACT-team en woonbegeleiding na ten behoeve van de ambulante behandelcontacten;
  • het opnemen in een accommodatie, gedurende de periode dat opname nodig is.
2.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.7.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz.
2.8.
Met betrekking tot de duur van de zorgmachtiging en de verplichte zorg overweegt de rechtbank als volgt. Tijdens de mondelinge behandeling is besproken dat de behandelaar in samenspraak met betrokkene gaat werken aan een zelfbindingsverklaring. Gelet op deze omstandigheden zal de rechtbank de zorgmachtiging verlenen voor de duur van drie maanden en voor de overige drie maanden aanhouden. De rechtbank verzoekt de behandelaar de rechtbank uiterlijk
5 februari 2021nader te informeren over de stand van zaken met betrekking tot de zelfbindingsverklaring en of de zorgmachtiging voor de resterende drie maanden nog noodzakelijk zal zijn. De rechtbank kan dan tijdig een eventuele nieuwe zitting plannen om over de resterende termijn te beslissen.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.5. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 23 februari 2021;
3.4.
bepaalt dat het verzoek voor het overige wordt aangehouden tot 23 februari 2021
pro formamet het verzoek aan de behandelaar om de rechtbank uiterlijk 5 februari 2021 nader te informeren over betrokkene;
Deze beschikking is op 23 november 2020 mondeling gegeven door mr. B. Krijnen, rechter, in tegenwoordigheid van mr. J.C.A. van 't Zelfde, griffier, en op 1 december 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.