3.1[persoon A] c.s. vordert dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
primair:
het [persoon C] c.s. zal verbieden om ingaande veertien dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis duiven in hun achtertuin te houden, zulks op straffe van een dwangsom van € 1.000,-- (althans een door de rechtbank vast te stellen dwangsom) voor iedere dag dat gedaagden in gebreke blijven met het voldoen aan het vonnis;
subsidiair:
zal bepalen dat gedaagden na betekening van het in dezen te wijzen vonnis bij het niet naleven van een beperking zoals geformuleerd in het arrest van Gerechtshof Den Haag, afdeling civiel, gewezen in kort geding op 28 mei 2019 onder zaaknummer 200.203.833/01, onder "Beslissing", aldus indien een van de volgende beperkingen niet wordt nageleefd:
a.
de duiven vliegen gedurende het wedstrijdseizoen, van april tot eind september,
éénmaal per dag uit, te weten tussen 17.00 uur en 19.30 uur. Buiten het
wedstrijdseizoen vliegen de duiven vóór 17.00 uur uit, doch slechts eenmaal per
dag en alleen in het weekend;
de duiven worden tijdens het wedstrijdseizoen éénmaal per week opgewacht en
gelokt;
de duiven worden gedurende het twee weken durende paarseizoen, begin
augustus, éénmaal per dag gedurende één uur, tegelijkertijd, naar buiten gelaten;
op de vloer van de hokken wordt zand gestrooid en de hokken worden éénmaal
per dag schoon geschraapt, waarbij de hokken tijdens het schrapen en stofzuigen
dicht zullen zijn. Na het schrapen worden de hokken gestofzuigd en gedweild. Het
schrapen en stofzuigen vindt plaats gedurende maximaal een half uur en tussen