Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
5..De beslissing
:
Rechtbank Rotterdam
In deze huurzaak heeft de kantonrechter te Dordrecht op 3 december 2020 uitspraak gedaan in de zaak tussen Stichting Woonkracht10 en een gedaagde huurder. De eiseres, Woonkracht10, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning vanwege een aanzienlijke huurachterstand. De huurachterstand was opgelopen tot negen maanden, met een totaalbedrag van € 5.732,20, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De gedaagde voerde verweer en stelde dat hij in betalingsonmacht verkeerde en dat Woonkracht10 hem een te dure woning had verhuurd. De kantonrechter oordeelde echter dat de huurachterstand de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde rechtvaardigde. De rechter wees de vorderingen van Woonkracht10 toe, inclusief de betaling van de huurachterstand en de proceskosten. De uitspraak benadrukte dat de gedaagde zelf verantwoordelijk was voor zijn financiële situatie en dat er geen sprake was van overmacht. De gedaagde werd veroordeeld om binnen 14 dagen na betekening van het vonnis de woning te ontruimen en de huurpenningen te blijven betalen tot de ontruiming plaatsvond.