In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 4 december 2020 uitspraak gedaan in een vordering van Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. tegen een gedaagde, die in gebreke is gebleven met de betaling van zorgpremies. Zilveren Kruis vorderde een bedrag van € 446,20, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De gedaagde had meerdere zorgverzekeringsovereenkomsten met Zilveren Kruis gesloten en was periodiek premie verschuldigd. De gedaagde erkende de hoofdsom van € 450,85, maar stelde dat er een betalingsregeling was getroffen en dat hij betalingen had verricht. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde in verzuim was geraakt door het niet tijdig betalen van de zorgpremies en dat de vordering van Zilveren Kruis grotendeels toewijsbaar was. De kantonrechter wees de vordering tot betaling van de hoofdsom en de verschenen rente toe, maar wees de vordering tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten af, omdat niet was aangetoond dat de aanmaningsbrief de gedaagde had bereikt. De gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten van Zilveren Kruis, die op € 373,09 werden vastgesteld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.