Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 jaren met aftrek van voorarrest;
- oplegging van de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel ex artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht;
- tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 10/109878-17.
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feiten en strafbaarheid verdachte
- Verdachte staat te telefoneren op de [plaats delict] . Bij hem voegt zich [naam getuige 1] . Om 22.13 uur komen [naam broer slachtoffer] en het latere slachtoffer op hen aflopen. Niet veel later komt er nog een vijfde persoon bij het groepje staan, te weten [naam getuige 2] .
- Gedurende enkele minuten vindt een gesprek plaats tussen de vijf mannen, waarbij met name de verdachte, [naam broer slachtoffer] en het slachtoffer druk met elkaar aan het praten zijn en veel met hun armen en handen bewegen.
- Er lijkt een wantrouwende en geagiteerde sfeer te hangen. Zowel het slachtoffer als [naam broer slachtoffer] kijken boos naar de verdachte. De verdachte kijkt bedrukt.
- De verdachte steekt op enig moment een sigaret op en neemt vlak daarna plaats op een elektriciteitskastje. [naam broer slachtoffer] en het slachtoffer staan dicht op de verdachte.
- Ongeveer 20 seconden later krijgt de verdachte een klap tegen zijn hoofd van het slachtoffer; verdachte rent weg en het slachtoffer rent achter de verdachte aan en pakt hem vast.
- De verdachte en het slachtoffer vallen vervolgens beiden op de grond. Nadat de verdachte is opgestaan is een vuurwapen zichtbaar in zijn rechterhand.
- De verdachte richt het vuurwapen op het slachtoffer en schiet meerdere malen in de richting van het slachtoffer en rent ook nog schietend achter het slachtoffer aan.
€ 10.000,- niet zou betalen zouden ze hem en zijn familie wat aandoen en/of hem ontvoeren. De verdachte heeft verklaard dat hij gedurende die confrontatie erg bang was, mede door die eerdere bedreiging in de auto een maand eerder. Op 20 maart 2019 is hem wederom kort een vuurwapen getoond door het slachtoffer. Vervolgens wordt de verdachte door het slachtoffer geslagen, in de beleving van de verdachte met dat getoonde vuurwapen. Hij vreesde op dat moment voor zijn leven. Nadat de verdachte is geslagen door het slachtoffer rent hij weg. Het slachtoffer rent achter hem aan en pakt hem vast. De verdachte schiet eenmaal en valt samen met het slachtoffer op de grond. Nadat de verdachte is opgestaan schiet hij uit paniek en doodsangst nog een aantal keer op het slachtoffer.
6..Motivering straf
7..Vorderingen benadeelde partijen / schadevergoedingsmaatregelen
8..Vordering tenuitvoerlegging
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 7 (zeven) jaren;
€ 20.000,00 (zegge: twintigduizend euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 20 maart 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de Staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 1] te betalen
€ 20.000,00 (zegge: twintigduizend euro),vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 maart 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
160 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 15.000,00 (zegge: vijftienduizend euro),bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 20 maart 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de Staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 2] te betalen
€ 16.210,00 (zegge: zestienduizendtweehonderdtien euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 maart 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
141 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
van € 27.308,98 (zegge: zevenentwintigduizend driehonderdacht euro en achtennegentig cent), bestaande uit € 9.808,98 materiele schade en € 17.500 immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 20 maart 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de Staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam broer slachtoffer] te betalen
€ 27.308,98 (zegge: zevenentwintigduizend driehonderdacht euro en achtennegentig cent),vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 maart 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
196 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
tenuitvoerleggingvan het voorwaardelijk gedeelte, groot 5 dagen, van de bij vonnis van 31 augustus 2017 van de politierechter in deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde gevangenisstraf.