ECLI:NL:RBROT:2020:11884

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 december 2020
Publicatiedatum
21 december 2020
Zaaknummer
10/961545-20
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor poging tot het voorhanden krijgen van een vuurwapen, dealen en aanwezigheid van cocaïne

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 18 december 2020 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het voorhanden krijgen van een vuurwapen, dealen in cocaïne en voorbereidingshandelingen daartoe. De verdachte, geboren in [geboorteplaats verdachte] en thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Rotterdam, werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. P.R. Hogerbrugge, terwijl de officier van justitie mr. Z. Trokic was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 14 mei 2020 tot en met 19 juni 2020 heeft geprobeerd een Glock 17 vuurwapen en munitie te kopen, en in diezelfde periode meermalen cocaïne heeft verkocht en in zijn bezit had. De verdachte werd op 19 juni 2020 aangehouden tijdens een afspraak voor de overdracht van het vuurwapen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 16 maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen bij het bepalen van de straf. De rechtbank heeft ook beslissingen genomen over de inbeslaggenomen voorwerpen, waarbij de cocaïne en contant geld verbeurd zijn verklaard.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/961545-20
Datum uitspraak: 18 december 2020 (bij vervroeging)
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] ( [geboorteland verdachte] ) op [geboortedatum verdachte] , ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres: [adres verdachte] , [postcode verdachte] [woonplaats verdachte] , thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Rotterdam, locatie Hoogvliet.
De raadsman van de verdachte is mr. P.R. Hogerbrugge, advocaat te Vlaardingen.
De officier van justitie is mr. Z. Trokic.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de zitting. De inhoudelijke behandeling van de zaak vond plaats op 16 december 2020.
Kern van dit vonnis
De verdachte wordt veroordeeld omdat hij heeft geprobeerd een vuurwapen te kopen en dealde in drugs. Op de zitting heeft de raadsman op meerdere onderdelen verweer gevoerd. Voor een deel miste het verweer feitelijke grondslag, werd het niet uitgewerkt en/of werd geen conclusie getrokken of rechtsgevolg benoemd. De motivering van de verwerping van de verweren is daarom niet uitgewerkt in dit vonnis.
De rechtbank legt de verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op.
Inhoudsopgave van dit vonnis
De verdachte wordt - kort gezegd - beschuldigd van het proberen om een vuurwapen en munitie te kopen, van dealen en aanwezig hebben van drugs en van het voorbereiden van een drugsdelict. De volledige tekst van de beschuldiging staat in hoofdstuk 1 van dit vonnis.
De rechtbank vindt alle feiten bewezen. De bewezenverklaring wordt in hoofdstuk 2 van dit vonnis uiteengezet. Het overzicht van de bewijsmiddelen staat in hoofdstuk 3 van dit vonnis.
De bewezenverklaarde feiten zijn volgens de wet verboden gedragingen waar straf op staat. Welke dat zijn, is omschreven in hoofdstuk 4 van dit vonnis. In dat hoofdstuk worden ook de strafbaarheid van de feiten en de strafbaarheid van de verdachte besproken.
De rechtbank komt tot een gevangenisstraf van 16 maanden met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. In hoofdstuk 5 van dit vonnis zijn de overwegingen van de rechtbank vermeld die tot deze straf hebben geleid.
Hoofdstuk 6 van dit vonnis bevat de beslissingen over de inbeslaggenomen voorwerpen.
Hoofdstuk 7 sluit dit vonnis af met een korte weergave van alle beslissingen en de ondertekening door de rechters en de griffier.

1..De beschuldiging in de tenlastelegging

1.
hij in of omstreeks de periode van 14 mei 2020 tot en met 19 juni 2020 te Rotterdam en/of Eemnes, althans in Nederland ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om een vuurwapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten een Glock 17, kaliber 9 mm, en/of 50 stuks munitie, zijnde 9 mm patronen, als bedoeld in artikel 2 lid 2 categorie III van de Wet wapens en munitie, en/of een (verlengd) patroonmagazijn, geschikt voor een Glock 17, voorhanden te krijgen
  • een of meer e-mailbericht(en) en/of chatbericht(en) heeft gestuurd over de afname van het wapen en/of de munitie en/of het patroonmagazijn, en/of
  • met de verkoper een afspraak heeft gemaakt over de aankoop en/of verkoop van het wapen en/of de munitie en/of het patroonmagazijn, en/of
  • met de verkoper een overeenkomst heeft gesloten om het wapen en/of de munitie en/of het patroonmagazijn te kopen, en/of
  • ter overdracht van het wapen en/of de munitie en/of het patroonmagazijn op 19 juni 2020 is verschenen op een afspraak met de verkoper
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
2.
hij in of omstreeks de periode van 28 juni 2019 tot 19 juni 2020 te Rotterdam, althans in Nederland meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, een handelshoeveelheid cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
3.
hij op of omstreeks 19 juni 2020 te Rotterdam, althans in Nederland opzettelijk een handelshoeveelheid (althans in ieder geval 10,22 gram) cocaïne, althans een (meer dan geringe) hoeveelheid van een materiaal bevatten cocaïne, zijnde een middel als bedoeld bij de Opiumwet behorende lijst I aanwezig heeft gehad.
4.
hij in of omstreeks de periode van 28 juni 2019 tot 19 juni 2020 te Rotterdam, althans in Nederland om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van (een) hoeveelheid/hoeveelheden van cocaïne, althans in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen (onder meer) voorhanden heeft gehad
  • 5 weegschalen en/of
  • verscheidene (lege) gripzakjes en/of
  • verscheidene (lege) ponypacks papiertjes en/of
  • een potje met 1 gram mannitol (versnijdingsmiddel)
waarvan verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat die bestemd waren tot het plegen van dat feit.

2..De bewijsbeslissingen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vindt dat alle feiten kunnen worden bewezenverklaard.
Bewezenverklaring
De rechtbank vindt wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 tot en met 4 ten laste gelegde heeft begaan, en vindt bewezen dat:
1.
hij in de periode van 14 mei 2020 tot en met 19 juni 2020 in Nederland ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om een vuurwapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten een Glock 17, kaliber 9 mm, en 50 stuks munitie, 9 mm patronen, als bedoeld in artikel 2 lid 2 categorie III van de Wet wapens en munitie, en een verlengd patroonmagazijn, geschikt voor een Glock 17, voorhanden te krijgen
  • e-mailberichten heeft gestuurd over de afname van het wapen, de munitie en het patroonmagazijn, en
  • met de verkoper een afspraak heeft gemaakt over de aankoop van het wapen, de munitie en het patroonmagazijn, en
  • met de verkoper een overeenkomst heeft gesloten om het wapen, de munitie en het patroonmagazijn te kopen, en
  • ter overdracht van het wapen en de munitie en het patroonmagazijn op 19 juni 2020 is verschenen op een afspraak met de verkoper
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
2.
hij in de periode van 28 juni 2019 tot 19 juni 2020 in Nederland opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd en vervoerd handelshoeveelheden cocaïne, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
3.
hij op 19 juni 2020 te Rotterdam opzettelijk 10,22 gram cocaïne zijnde een middel als bedoeld bij de Opiumwet behorende lijst I aanwezig heeft gehad.
4.
hij op 19 juni 2020 te Rotterdam om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren van hoeveelheden van cocaïne zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen voorhanden heeft gehad
  • 5 weegschalen en
  • verscheidene gripzakjes en
  • verscheidene ponypacks papiertjes en
  • een potje met 1 gram mannitol
waarvan verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat die bestemd waren tot het plegen van dat feit.
Bewijsmotivering
De bewezenverklaring is gegrond op de in hoofdstuk 3 van dit vonnis opgenomen inhoud van de bewijsmiddelen.

3..De bewijsmiddelen

1.
Onderzoek van de politie [1]
In het onderzoek contra de verdachte: NN ( [naam e-mailadres 1] ) kreeg ik op 19 juni 2020 de opdracht om NN-verdachte ‘ [bijnaam 1 verdachte] ’ te ontmoeten. Op vrijdag 19 juni 2020 omstreeks 10:15 uur, bevond ik mij bij het Van der Valk hotel 'De Witte Bergen', Rijksweg 2 te Eemnes en nam plaats op het terras. Om 10:27 uur kreeg ik het bericht via het e-mailadres dat de verdachte 20 min later zou zijn. Omstreeks 11:20 uur kreeg ik het bericht dat de verdachte was aangekomen en ik gaf van mijzelf een omschrijving zodat wij elkaar konden ontmoeten op het terras. Ik zag een jonge man op het terras die naar mij toe kwam lopen. De man gaf mij een hand en ik vroeg hem of hij ‘ [bijnaam 1 verdachte] ’ was. Hij bevestigde dit met ‘ja’. Ik vroeg hem tevens naar de code boven de mails die we hadden gestuurd. De verdachte zei ‘ [naam code] ’. De verdachte vroeg mij naar de levering en dat dit zo lang duurde. Ik gaf aan dat ik ook afhankelijk ben van ‘tp-jes’ uit het buitenland. Ik zei tegen de verdachte ‘zullen we naar mijn auto lopen dan kan je je spul bekijken en als het bevalt dan betaal je en hoor ik het wel weer wanneer je meer wilt bestellen’. De verdachte vond dit goed en liep met mij mee richting de auto. Op deze route naar de auto werden wij beiden aangehouden.
2.
Onderzoek van de politie [2]
Op 19 juni 2020 te 11.28 uur hebben wij op de parkeerplaats van Hotel Restaurant De Witte Bergen gelegen aan de Rijksweg 2 te Eemnes aangehouden: [naam verdachte] , wonende aan de [adres verdachte] te Rotterdam.
3.
Onderzoek van de politie [3]
Tussen 13 mei 2020 en 19 juni 2020, werd er tussen mij en de NN verdachte e-mailgesprekken gevoerd. Ik maakte gebruik van het e-mailadres [naam e-mailadres 2] en de NN-verdachte maakte gebruik van het emailadres [naam e-mailadres 1] . Als codewoord stond bij de e-mail vermeld ‘ [naam code] ’. [4]
[naam code]
Van: [naam e-mailadres 1]
Aan: [naam e-mailadres 2]
Datum13 mei 2020 om 16:32
Greetings, I want a Glock, What's the price for a Gen 5, 17 or 19? And do you also got extended clips?
[naam code]
Van: [naam e-mailadres 1]
Aan: [naam e-mailadres 2]
Datum 14 mei 2020 om 14:14
Hello, I really want to do business, I'm interested in what you have to offer. Have a good day.
[naam code]
Van: [naam e-mailadres 2]
Aan: [naam e-mailadres 1]
14 mei 2020 om 21:19
He ik wil er wel ff over nadenken hoe dit te doen. Normaal geen manier voor mij om zo te gaan leveren. Je vroeg om een Glock 17/19 gen5 is 1650. Heb ik ongeveer 3 weken voor nodig. Extended mag 24/33 patr. 70
[naam code]
Van: [naam e-mailadres 1]
Aan: [naam e-mailadres 2]
14 mei, 2020 om 21:39

Ja please regelt voor me. Als je echt over 3 weken hebt dan wacht ik wel op je! Want heb meerdere wapenhandelaren gevraagd maar jullie klonk meest overtuigend! Ok top, 1650 voor een glock 17 gen 5 en voor extended clip is 70 euro? Wat heb je nog meer dat ik kan voegen?

[naam code]
Van: [naam e-mailadres 2]
Aan: [naam e-mailadres 1]
15 mei, 2020 om 17:37

Ok je wil dus volgende bestellen Glock 17 gen5 is 1650 Extended clip 33 patr is 70 Dit spul gaat mij een paar weken duren zoals ik al zei. Zal gelijk ff nadenken hoe we het kunnen gaan regelen..

[naam code]
Van: [naam e-mailadres 2]
Aan: [naam e-mailadres 1]
5 juni 2020 om 22:03
Bij je bestelling zit geen munitie bij maar heb wel een doosje liggen 50 stuks 60€
[naam code]
Van: [naam e-mailadres 1]
Aan: [naam e-mailadres 2]
5 juni 2020 om 22:29
Okay bro duidelijk, doe maar een doos van 60 erbij voor het begin volgende week.
[naam code]
Van: [naam e-mailadres 2]
Aan: [naam e-mailadres 1]
18 juni 2020 om 13:01
Bro, alles is geregeld je bestelling is binnen! Morgen 11:00 uur A1 van der Valk witte bergen. Ik wil er zsm vanaf namelijk. Mail maar als je er bent kan je daar even je spul checken.
[naam code]
Van: [naam e-mailadres 1]
Aan: [naam e-mailadres 2]
18 juni 2020 om 13:30
Ok top! Bedankt We kunnen zelfs later vandaagals
je wilt/kan. Dus alles samen G17 + extended clip + doos patronen=
1780
[naam code]
Van: [naam e-mailadres 2]
Aan: [naam e-mailadres 1]
18 juni 2020 om 13:56
Bedrag klopt. Ben vandaag druk bro, zie je morgen. Mail maar als je er staat!
[naam code]
Van: [naam e-mailadres 1]
Aan: [naam e-mailadres 2]
18 juni 2020 om 14:07
Is
goed bro, zal ik doen. Tot morgen.
[naam code]
Van: [naam e-mailadres 1]
Aan: [naam e-mailadres 2]
19 juni 2020 om 11:20
Ben er
4.
Onderzoek van de politie [5]
Een Glock 17 gen 5 is een vuurwapen van het merk Glock. Een extended clip is een verlengd magazijn waarin 33 patronen geplaatst kunnen worden.
5.
Onderzoek van de politie [6]
Tijdens de doorzoeking op de [adres verdachte] te Rotterdam werden diverse goederen in beslag genomen, te weten:
- 39 zakjes met wit poeder
- 5 weegschaaltjes
- Potje met wit poeder
- Gripzakjes
- Ponypacks
6.
Onderzoek van de politie [7]
Inbeslagneming op de [adres verdachte] , [postcode verdachte] Rotterdam.
Volgnummer 1:
Goednummer [beslagnummer 1]
Object Verdovende mid
Aantal/eenheid 39 stuks
Volgnummer 2:
Goednummer [beslagnummer 2]
Object Verdovende mid
Bijzonderheden Potje
7.
Onderzoek van de politie [8]
Goednummer [beslagnummer 1]
SIN [SIN-nummer]
Aantal/eenheid 39 stuks
Plaats veiligstellen Gripzakjes met wit poeder/brokjes 10,22 gram
Goednummer [beslagnummer 2]
Plaats veiligstellen Plastic potje met 1,00 gram wit poeder
Indicatie middels trunarc mannitol
Indicatieve test van TRuNARC positief voor Mannitol
8.
Deskundigenverslag [9]
22 juni 2020
Het Identificatieonderzoek werd uitgevoerd volgens het NFiDENT proces.
Onderzoeksmateriaal en conclusie
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
[SIN-nummer]
poeder en brokjes, wit, uit 10,22 gram
bevat cocaïne
9.
Onderzoek van de politie, verklaring [naam getuige] [10]
Ik ken ‘ [bijnaam 2 verdachte] ’. Ik heb een aantal keren contact had gehad met [bijnaam 2 verdachte] . Ik kocht namelijk cocaïne bij hem. Op de foto die wordt getoond herken ik [bijnaam 2 verdachte] . (Foto: [naam verdachte] ). Ongeveer een jaar geleden ben ik voor het eerst in contact gekomen met [bijnaam 2 verdachte] . Dat was in de zomer van 2019. Dit was de eerste keer dat ik drugs kocht bij [bijnaam 2 verdachte] . Wij spraken steeds af bij het plein vlak bij mijn huis, ik stapte bij hem in de auto, gaf het geld aan [bijnaam 2 verdachte] en dan kreeg ik de drugs en dan stapte ik weer uit. Ik bestelde soms 2 keer per week en soms even niet. Ook twee maatjes van mij kochten drugs bij [bijnaam 2 verdachte] .

4..De verboden gedragingen en de strafbaarheid

Kwalificatie
De bewezen feiten zijn in de wet verboden gedragingen en leveren de volgende strafbare feiten op:
Feit 1
poging tot handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd
en
poging tot handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie
Feit 2, 3 en 4
de eendaadse samenloop van
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd
en
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod
en
om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, voorwerpen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit.
Strafbaarheid
De feiten en de verdachte zijn strafbaar.

5..De onderbouwing van de straf

Inleiding
De rechtbank zal in dit hoofdstuk beslissen welke straf aan de verdachte moet worden opgelegd en uitleggen waarom. Daartoe zullen de feiten en (persoonlijke) omstandigheden worden besproken die bij de strafoplegging een rol spelen. Dit hoofdstuk wordt afgesloten met de concrete afwegingen die hebben geleid tot de straf die aan de verdachte wordt opgelegd.
De ernst en de omstandigheden van de feiten
De verdachte heeft een poging gedaan om van een undercoveragent een vuurwapen met een verlengd magazijn en bijbehorende munitie te kopen, door in een e-mailwisseling afspraken te maken over het soort vuurwapen, de hoeveelheid munitie en de prijs die hij daarvoor zou betalen. Vervolgens is hij verschenen op een voor de overdracht gemaakte afspraak.
Het bezit van vuurwapens levert een gevaar voor de veiligheid van andere personen op, omdat het voorhanden hebben van een vuurwapen het gebruik van dat vuurwapen mogelijk maakt en ook vaak met zich meebrengt. Hiertegen dient daarom streng te worden opgetreden. Dit geldt nog meer omdat de verdachte - gelet op de plaats waar de levering van het vuurwapen zou plaatsvinden - het wapen op de openbare weg, in zijn auto, bij zich zou hebben gehad op de terugweg.
Daarnaast heeft de verdachte binnen een periode van ongeveer een jaar cocaïne gedeald en daartoe in zijn woning een (handels)hoeveelheid van ruim 10 gram cocaïne, weegschalen, gripzakjes, ponypacks en versnijdingsmiddel voorhanden gehad. De rechtbank vindt het, op grond van de grootte van die handelshoeveelheid, de verklaring van getuige [naam getuige] dat hij en ‘twee maatjes’ drugs bij de verdachte kochten en de meerdere op dealen wijzende contacten die in de telefoons van de verdachte zijn aangetroffen, aannemelijk dat de verdachte binnen de periode van een jaar meerdere (vaste) klanten heeft gehad.
Harddrugs zijn voor de volksgezondheid schadelijke stoffen en zijn tevens bezwarend voor de samenleving vanwege de daarmee gepaard gaande door verslaafden gepleegde criminaliteit.
Persoon en de persoonlijke omstandigheden
De rechtbank heeft een uittreksel uit de justitiële documentatie van 24 november 2020 gezien, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor (soortgelijke) strafbare feiten.
Daarnaast heeft de rechtbank het rapport van 17 november 2020 gezien dat Reclassering Nederland over de verdachte heeft opgemaakt.
Eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft een gevangenisstraf van 16 maanden geëist.
Conclusie van de rechtbank
Gezien de ernst van de feiten kan de rechtbank alleen een gevangenisstraf opleggen. Voor wat betreft de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank gekeken naar straffen die in min of meer soortgelijke zaken worden opgelegd. De rechtbank komt dan uit op zo’n acht maanden voor het vuurwapenfeit en acht maanden voor de gezamenlijke drugsfeiten.
Alles afwegend vindt de rechtbank een gevangenisstraf van 16 maanden passend en geboden.
Wettelijke voorschriften
Gelet is op de artikelen 45, 55 en 57 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie en de artikelen 2, 10 en 10a van de Opiumwet.

6..De beslissingen over de inbeslaggenomen voorwerpen

Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd alle op de beslaglijst vermelde voorwerpen, behalve de kledingstukken, verbeurd te verklaren omdat de bewezen verklaarde feiten met betrekking tot deze voorwerpen zijn begaan of uit deze feiten zijn verkregen. Voor wat betreft de kledingstukken kan een dergelijke relatie niet vastgesteld worden. Deze moeten daarom worden teruggegeven aan de verdachte.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich aangesloten bij het standpunt van de officier van justitie.
Beoordeling
Ten aanzien van de in beslag genomen kledingstukken (de voorwerpen genummerd 1 tot en met 17) zal een last worden gegeven tot teruggave aan de verdachte.
De in beslag genomen cocaïne (voorwerpen genummerd 18 en 19) zal worden onttrokken aan het verkeer. Het ongecontroleerde bezit daarvan is in strijd met de wet. De onder 2, 3 en 4 bewezen feiten zijn met betrekking tot voornoemde voorwerpen begaan.
Het in beslag genomen contant geld ter waarde van € 1.750,00 (voorwerp met nummer 20) zal worden verbeurd verklaard. Het voorwerp behoort aan de verdachte toe en is tot het begaan van het onder 1 bewezen verklaarde feit bestemd.
Het in beslag genomen contant geld ter waarde van € 2.050,00 (voorwerp met nummer 21) zal worden verbeurd verklaard. Het voorwerp behoort aan de verdachte toe. De verdachte kan het voorwerp geheel of ten dele ten eigen bate aanwenden en het voorwerp is geheel of grotendeels door middel van de strafbare feiten verkregen.
De in beslag genomen - kort gezegd - keukenartikelen en telefoons (voorwerpen genummerd 22 tot en met 29) zullen worden verbeurd verklaard. De voorwerpen behoren de verdachte toe en de onder 2, 3 en 4 bewezen feiten zijn met betrekking tot en/of met behulp van deze voorwerpen begaan.
Wettelijke voorschriften
Gelet is op de artikelen 33, 33a, 36b en 36c van het Wetboek van Strafrecht.

7..Alle beslissingen in het kort en ondertekening

De rechtbank:
verklaart bewezen dat de verdachte de onder 1 tot en met 4 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 16 (zestien) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen die als bijlage aan dit vonnis is gehecht en als hier ingelast dient te worden beschouwd, als volgt:
  • verklaart verbeurd als bijkomende straf voor de bewezen verklaarde feiten, de voorwerpen, genummerd 20 tot en met 29 op de beslaglijst;
  • verklaart onttrokken aan het verkeer de voorwerpen, genummerd 18 en 19 op de beslaglijst;
  • gelast de teruggave aan de verdachte van de voorwerpen, genummerd 1 tot en met 17 op de beslaglijst.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.H. Janssen, voorzitter,
en mrs. M. Timmerman en E.M. Moerman, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. F.M.H. van Mullekom, griffier,
en uitgesproken op de openbare zitting van deze rechtbank op 18 december 2020.
De oudste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.De paginanummers die in de voetnoten worden genoemd verwijzen naar schriftelijke stukken ex art. 344 Sv die o.m. zijn opgenomen in het ‘Einddossier [naam einddossier] ’; tenzij anders is vermeld. In dit geval betreft dat pagina’s 48-49.
2.Pagina’s 14-15.
3.Pagina’s 38-45.
4.Vgl. over het gebruik van bewijsmiddelen in een (deels) vreemde taal HR 29 januari 1934, NJ 1934, p. 499 m.nt. Pompe en HR 4 juli 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA6375.
5.Pagina 4.
6.Pagina’s 200-201.
7.Pagina’s 69-71.
8.Pagina’s 65-67.
9.Pagina 68.
10.Pagina’s 217-219.