ECLI:NL:RBROT:2020:11960

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 november 2020
Publicatiedatum
22 december 2020
Zaaknummer
C/10/607352 / JE RK 20-3060
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige met ADHD en ODD

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 25 november 2020 uitspraak gedaan in een verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond had verzocht om de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] te verlengen voor de duur van zes maanden. Dit verzoek was gebaseerd op de diagnose van ADHD en ODD, die bij [voornaam minderjarige] was vastgesteld na een persoonlijkheidsonderzoek. De GI stelde dat de ouders het belang van hun kind vooropstelden en dat de ondertoezichtstelling niet meer nodig was, omdat de ouders in staat waren om de benodigde hulp zelf te organiseren.

De moeder en vader van [voornaam minderjarige] hebben verweer gevoerd tegen het verzoek van de GI. De moeder gaf aan dat [voornaam minderjarige] zich sinds het gebruik van medicatie beter gedraagt en dat zij bereid was om psycho-educatie te volgen om beter om te gaan met zijn gedrag. De vader voegde hieraan toe dat de ondertoezichtstelling belemmerend werkte en dat zij het zonder hulp konden.

De kinderrechter heeft de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld en op basis van de overgelegde stukken en de verklaringen van de ouders geconcludeerd dat de zorgen over [voornaam minderjarige] grotendeels zijn weggenomen. De ouders zijn in staat om de benodigde hulp te organiseren en hebben de intentie om deze hulp te accepteren. Daarom is besloten om het verzoek van de GI af te wijzen en de ondertoezichtstelling niet te verlengen. De ondertoezichtstelling eindigt op 11 december 2020.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/607352 / JE RK 20-3060
datum uitspraak: 25 november 2020

beschikking afwijzing verzoek verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam minderjarige] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige] 2010 te [geboorteplaats minderjarige] , hierna te noemen [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] ,

[naam vader] ,

hierna te noemen de vader, wonende op een bij de rechtbank bekend adres.

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 5 november 2020, ingekomen bij de griffie op 5 november 2020,
- de ter zitting overlegde mail van de school van [voornaam minderjarige] door mr. M. Doganer.
Op 25 november 2020 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. M. Doganer,
- de vader,
- een vertegenwoordigster van de GI, mw. [naam vertegenwoordigster] .

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.
[voornaam minderjarige] woont bij de moeder.
Bij beschikking van 11 juni 2020 is [voornaam minderjarige] onder toezicht gesteld tot 11 december 2020.

Het verzoek

De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] te verlengen voor de duur van zes maanden.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Er is een persoonlijkheidsonderzoek (verder: PO) bij [voornaam minderjarige] afgenomen en er zijn ADHD en ODD bij hem gediagnosticeerd. Hij is reeds begonnen met het innemen van medicatie en het gaat sindsdien beter met hem. Ook de school beaamt dit. De GI ziet dat de ouders het belang van [voornaam minderjarige] voorop zetten en is van mening dat de ouders dit ook zonder hulp van een jeugdbeschermer kunnen. Een verlenging van de ondertoezichtstelling is dan ook niet bedoeld voor de ouders maar om toezicht te houden op de intensieve hulpverlening waarmee [voornaam minderjarige] spoedig zal starten.

Het standpunt van de belanghebbenden

De moeder heeft verweer gevoerd tegen het verzoek van de GI. Sinds [voornaam minderjarige] zijn medicatie slikt, gedraagt hij zich veel beter. De moeder is bereid psycho-educatie te ondergaan om zo te leren hoe zij het beste met het gedrag van [voornaam minderjarige] kan omgaan. Daarnaast is het de bedoeling dat [voornaam minderjarige] spoedig start met hulpverlening van Yulius Saturnus. Hij is hiervoor aangemeld maar Yulius heeft de PO-rapportage nodig. De moeder heeft meerdere keren contact opgenomen met Mentaal Beter, de instelling die het PO heeft afgenomen. Het rapport is echter alleen naar de school gestuurd en zij krijgt geen kopie van het rapport. Zij wordt vaak tegengewerkt door instellingen en instanties omdat die aangeven dat zij ook de toestemming nodig heeft van de jeugdbeschermer om informatie op te vragen of zaken voor [voornaam minderjarige] te regelen.
De raadsvrouw van de moeder heeft aangevoerd dat de ondertoezichtstelling is uitgesproken teneinde het PO af te nemen en te bepalen welke hulp moet worden ingezet. Beide zaken zijn geregeld. Het gezin ervaart last van de ondertoezichtstelling en het is duidelijk dat de ouders het zonder hulp kunnen. Ook [voornaam minderjarige] ervaart de ondertoezichtstelling als een straf.
De vader heeft ook verweer gevoerd tegen het verzoek. De ondertoezichtstelling werkt vaak belemmerend in plaats van dat het hem en de moeder helpt.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat de zorgen over [voornaam minderjarige] grotendeels zijn weggenomen. Er is een PO bij [voornaam minderjarige] afgenomen en hieruit is gebleken dat hij ADHD en ODD heeft. Ondanks het feit dat de ouders de resultaten van dit PO niet zelf hebben ontvangen, hebben zij het - bij één van de hulpverleners - wel kunnen inzien en zijn er aan de hand van dit onderzoek meerdere vervolgstappen gezet. Zo krijgt [voornaam minderjarige] nu de nodige medicatie en zowel de ouders als de school zien dat dit een positief effect heeft op zijn gedrag. Daarnaast is het van belang dat [voornaam minderjarige] spoedig start met een behandeling vanuit Yulius Saturnus. De moeder heeft hem daarvoor aangemeld. Ook moet de moeder leren hoe zij het beste om kan gaan met de ADHD en ODD van [voornaam minderjarige] . Zij is bereid hiervoor psycho-educatie te volgen.
Gelet op het voorgaande staat voldoende vast dat de ouders het belang van [voornaam minderjarige] voorop zetten, weten welke hulp voor hem nodig is, in staat zijn die hulp zelf te organiseren en bereid zijn die hulp te accepteren. Er is zodoende geen reden meer de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] te verlengen.
Uit voorgaande volgt dat niet is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kinderrechter zal de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] daarom niet verlengen. De ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] zal op 11 december 2020 eindigen.

De beslissing

De kinderrechter:
wijst het verzoek van de GI af.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 25 november 2020 door mr. J. van Driel, kinderrechter, in tegenwoordigheid van C.M.F. Bom als griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 7 december 2020.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.