ECLI:NL:RBROT:2020:12160
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- J.J. Klomp
- M.A.J. Ysebaert
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van huisverbod wegens strijd met motiveringsbeginsel en gebrek aan gevaar
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 11 september 2020 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening en het beroep tegen een besluit van de burgemeester van Rotterdam. De burgemeester had op 1 september 2020 een huisverbod opgelegd aan de verzoeker, omdat zijn aanwezigheid in de woning van de achterblijfster een ernstig en onmiddellijk gevaar zou opleveren voor de veiligheid van de personen die daar wonen. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de motivering van het besluit niet tijdig en niet deugdelijk was bekendgemaakt aan de verzoeker, in strijd met de artikelen 3:46 en 47 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De burgemeester had de motivering uiterlijk 48 uur na het besluit moeten verstrekken, maar dit was niet gebeurd. Hierdoor was het besluit niet rechtsgeldig. De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat er geen bewijs was van het gestelde gevaar, zoals eerdere incidenten of letsel, en dat de motivering van de burgemeester niet inzichtelijk maakte waarom het huisverbod noodzakelijk was.
De voorzieningenrechter heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en de burgemeester veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker. De uitspraak benadrukt het belang van een tijdige en deugdelijke motivering bij besluiten die ingrijpen in de persoonlijke levenssfeer van burgers, evenals de noodzaak voor bestuursorganen om zorgvuldig om te gaan met hun bevoegdheden.