In deze zaak heeft de kinderrechter op 3 december 2020 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van de kinderen [naam kind 1] en [naam kind 2]. De zaak werd behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder en een vertegenwoordigster van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond aanwezig waren. De moeder heeft het ouderlijk gezag over de kinderen, die sinds 2018 onder toezicht staan. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de situatie van de moeder ongewijzigd is en dat zij niet heeft voldaan aan de voorwaarden die zijn gesteld voor een mogelijke terugplaatsing van de kinderen. De moeder heeft weliswaar een cursus afgerond en haar rijbewijs teruggekregen, maar ontkent een alcoholprobleem en heeft geen hulp gezocht voor haar verslavingsproblematiek. De kinderrechter oordeelt dat de kinderen ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd en dat de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing noodzakelijk zijn voor hun verzorging en opvoeding. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 3 december 2021 en de machtiging tot uithuisplaatsing verleend voor dezelfde periode. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de moeder en de GI worden aangespoord om in gesprek te blijven over de situatie van de kinderen.