Op 7 februari 2020 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking uitgesproken betreffende de ondertoezichtstelling van twee kinderen, [naam kind 1] en [naam kind 2]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 23 januari 2020 een verzoek ingediend tot ondertoezichtstelling, dat op 27 januari 2020 bij de griffie is ingekomen. De ouders van de kinderen, de moeder en de vader, zijn gehoord tijdens de zitting, evenals een vertegenwoordiger van de Raad en een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West. De kinderen wonen feitelijk bij de moeder, terwijl de vader een goede omgangsregeling heeft. Er zijn zorgen over de opvoedsituatie, mede door gezondheidsproblemen van de ouders en eerdere meldingen bij Veilig Thuis. De moeder heeft weerstand tegen hulpverlening, wat de situatie bemoeilijkt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een ernstige ontwikkelingsbedreiging voor de kinderen en dat de huidige hulpverlening in het vrijwillig kader onvoldoende is. Daarom is besloten om de kinderen voor de duur van twaalf maanden onder toezicht te stellen van Jeugdbescherming West, met ingang van 7 februari 2020. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.