Op 17 december 2020 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind], die onder toezicht is gesteld en waarvoor een machtiging gesloten jeugdhulp is aangevraagd. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft op 20 november 2020 een verzoek ingediend voor een machtiging om [naam kind] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen voor de duur van zes maanden. Tijdens de zitting op 17 december 2020 heeft de GI het verzoek gewijzigd naar een periode van drie maanden. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij de minderjarige, zijn moeder, en vertegenwoordigers van de GI aanwezig waren. De vader was niet verschenen.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] kampt met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen, waaronder zelfbepalend en grensoverschrijdend gedrag, ADHD, en ODD. Ondanks eerdere incidenten en een lange periode in gesloten jeugdhulp, zijn er ook positieve ontwikkelingen zichtbaar, zoals het behalen van zijn MBO-1 diploma en het opstellen van doelen voor de toekomst. De kinderrechter oordeelt dat het noodzakelijk is om de gesloten jeugdhulp voor [naam kind] voort te zetten, maar dat er ook gewerkt moet worden aan meer vrijheden en zelfstandigheid.
De kinderrechter verleent daarom de machtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van drie maanden, met ingang van 29 december 2020 tot 29 maart 2021. De kinderrechter benadrukt dat het van belang is dat de GI spoedig een passende vervolgplek voor [naam kind] vindt, zodat hij kan blijven werken aan zijn ontwikkeling en toekomst.