ECLI:NL:RBROT:2020:12485

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 december 2020
Publicatiedatum
7 januari 2021
Zaaknummer
C/10/608293 / JE RK 20-3224
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met complexe problematiek

Op 17 december 2020 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind], die onder toezicht is gesteld en waarvoor een machtiging gesloten jeugdhulp is aangevraagd. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft op 20 november 2020 een verzoek ingediend voor een machtiging om [naam kind] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen voor de duur van zes maanden. Tijdens de zitting op 17 december 2020 heeft de GI het verzoek gewijzigd naar een periode van drie maanden. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij de minderjarige, zijn moeder, en vertegenwoordigers van de GI aanwezig waren. De vader was niet verschenen.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] kampt met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen, waaronder zelfbepalend en grensoverschrijdend gedrag, ADHD, en ODD. Ondanks eerdere incidenten en een lange periode in gesloten jeugdhulp, zijn er ook positieve ontwikkelingen zichtbaar, zoals het behalen van zijn MBO-1 diploma en het opstellen van doelen voor de toekomst. De kinderrechter oordeelt dat het noodzakelijk is om de gesloten jeugdhulp voor [naam kind] voort te zetten, maar dat er ook gewerkt moet worden aan meer vrijheden en zelfstandigheid.

De kinderrechter verleent daarom de machtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van drie maanden, met ingang van 29 december 2020 tot 29 maart 2021. De kinderrechter benadrukt dat het van belang is dat de GI spoedig een passende vervolgplek voor [naam kind] vindt, zodat hij kan blijven werken aan zijn ontwikkeling en toekomst.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaakgegevens: C/10/608293 / JE RK 20-3224
datum uitspraak: 17 december 2020

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind] ,

geboren op [geboortedatum kind] 2004 te [geboortpelaats kind] , hierna te noemen [naam kind] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] .
De kinderrechter merkt als informant aan:

[naam vader] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader] .

Het procesverloopHet procesverloop blijkt uit de volgende stukken:

- het verzoek met bijlagen van de GI van 20 november 2020, ingekomen bij de griffie op 20 november 2020,
- de verklaring d.d. 20 november 2020 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf, niet zijnde verblijf bij een pleegouder,
- de instemmende verklaring d.d. 14 december 2020 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper,
- de doelen van [naam kind] die ter zitting door hem overhandigd zijn.
Op 17 december 2020 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de minderjarige [naam kind] , bijgestaan door zijn advocaat mr. M.P. Biesbroek,
- de moeder,
- een tweetal vertegenwoordigsters van de GI, [naam vertegenwoordigster 1] en [naam vertegenwoordigster 2] .
Hoewel behoorlijk opgeroepen is de vader niet verschenen.
De kinderrechter heeft bijzondere toegang verleend aan de grootmoeder van moederszijde, [naam grootmoeder] .

De feitenHet ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de moeder.

[naam kind] verblijft bij Harreveld.
Bij beschikking van 29 maart 2019 is [naam kind] onder toezicht gesteld. De ondertoezichtstelling is daarna telkens verlengd tot 29 maart 2021. Tevens is bij de beschikking van 29 maart 2019 een machtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 29 maart 2019. Hierna is telkens een nieuwe machtiging gesloten jeugdhulp verleend tot 29 december 2020.

Het verzoek

De GI verzoekt een machtiging om [naam kind] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden.
De GI wijzigt ter zitting het verzoek in die zin dat zij verzoekt om een machtiging om [naam kind] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen voor de duur van drie maanden. [naam kind] is voor wat zijn emotieregulatie betreft in grote mate afhankelijk van de manier waarop zijn omgeving hem aanspreekt. Wanneer [naam kind] niet op een naar zijn mening passende wijze wordt aangesproken kan hij zowel fysiek als verbaal heftig reageren. De grootste zorg rondom [naam kind] is dan ook dat hij agressie laat zien. In oktober 2020 is er een strafzitting geweest waarbij de Raad heeft geadviseerd de gesloten plaatsing van [naam kind] voort te zetten. De komende periode zal er nogmaals een strafzitting plaatsvinden omdat een medewerker van Harreveld aangifte heeft gedaan van een incident waarbij [naam kind] met een kruk naar een medewerker heeft gegooid en dreigingen heeft geuit. Desondanks gaat het de afgelopen periode beter met [naam kind] bij Harreveld. [naam kind] heeft twee extra rustmomenten op een dag en komt positief over in het gesprek met de GI. Er wordt binnen Harreveld aandacht besteed aan de agressieregulatie van [naam kind] door hem aan te spreken wanneer de spanning oploopt. Daarnaast is de EMDR-therapie van [naam kind] nog niet afgerond. [naam kind] heeft bij Harreveld zijn MBO-1 diploma heeft behaald. Aangezien er op Harreveld geen mogelijkheid is tot het halen van een MBO-2 opleiding is het afhankelijk van de verblijfplaats van [naam kind] of hij per 1 februari 2021 met een MBO-2 opleiding kan starten. Op de vorige zitting is gesproken over een mogelijke plaatsing van [naam kind] bij Pluryn. Omdat er een grote wachtlijst voor Pluryn is, heeft de GI gekeken naar alternatieven en een tweesporenbeleid voor [naam kind] opgesteld. Het eerste spoor is de mogelijkheid voor [naam kind] om bij de grootmoeder te verblijven. De jeugdbeschermer heeft afgelopen week contact gehad met de grootmoeder en een afspraak gemaakt om in het nieuwe jaar een pleegzorgscreening te doen. Het tweede spoor zijn behandelgroepen van Pameijer of Zorg-Hoop-Liefde. Dit zijn twee kleinschalige woonvormen met de mogelijkheid om door te groeien naar een kamertrainingscentrum (KTC) of begeleid wonen.

De standpunten

[naam kind] stemt, mede bij monde van zijn advocaat, niet in met het verzoek. Gesloten jeugdhulp zou een laatste redmiddel moeten zijn en toch zit [naam kind] er al twee jaar. Het is niet in het belang van [naam kind] om langer gesloten te zitten. Het afgelopen jaar is verschillende keren gezegd dat een gesloten plaatsing niet geschikt is. [naam kind] wenst dat hij vanaf 1 februari 2021 kan starten met een MBO-2 opleiding, hetgeen niet mogelijk is bij Harreveld. Daarnaast ontvangt hij geen behandeling op Harreveld. Er is in juni 2020 hulp toegezegd van Pluryn, die [naam kind] nog niet heeft ontvangen. De EMDR-therapeut heeft aan [naam kind] uitgelegd dat EMDR niet passend is voor hem omdat hij zijn trauma’s al verwerkt heeft. Ook volgt [naam kind] geen therapie voor zijn emotieregulatieproblematiek. [naam kind] zal met de kerstdagen voor het eerst thuisverlof hebben. [naam kind] ziet geen meerwaarde in de betrokkenheid van de GI aangezien er nog altijd geen vervolgplek voor hem gevonden is, ondanks dat hij zelf vervolgplekken heeft aangedragen. [naam kind] vreest dat hij zonder passende vervolgplek na zijn 18e verjaardag op straat komt te staan. [naam kind] wenst bij zijn oma te kunnen verblijven. Hij heeft een plan opgesteld met doelen waaraan hij gaat werken. [naam kind] zal niet weglopen, hij zal inzicht geven in zijn netwerk en hij wenst geen fysieke incidenten en betrokkenheid van politie meer mee te maken. Ook zal hij in gesprek gaan met ambulante hulpverlening en zal hij zich houden aan de regels van de grootmoeder. [naam kind] verzoekt het verzoek van de GI af te wijzen dan wel voorwaardelijk op te leggen zodat hij bij de grootmoeder kan verblijven totdat er een passende vervolgplek is gevonden.
De moeder stemt ter zitting niet in met het verzoek van de GI. De moeder ziet dat het beter gaat met [naam kind] . Hij is gemotiveerd en kan betere keuzes maken. De moeder vreest dat een verlenging van de machtiging gesloten jeugdzorg van [naam kind] ervoor zal zorgen dat [naam kind] zijn motivatie verliest. Het is van belang dat [naam kind] zo spoedig mogelijk perspectief krijgt. De moeder wenst dat [naam kind] bij de grootmoeder of op een andere plek dan Harreveld gaat wonen. De communicatie met Harreveld verloopt moeizaam en is onduidelijk. De begeleider van [naam kind] heeft niet duidelijk kunnen maken hoe het gaat met de EMDR-therapie en geeft kort van tevoren aan dat het verlof met de feestdagen niet door kan gaan.
De grootmoeder sluit zich aan bij [naam kind] en de moeder. De grootmoeder merkt dat [naam kind] volwassener is geworden. Zij wenst dat [naam kind] bij haar komt wonen. Er is voldoende ruimte voor hem beschikbaar en de grootmoeder staat open voor de betrokkenheid van de GI. Wel vraagt de grootmoeder zich af of [naam kind] bij haar wenst te verblijven omdat er dan minder toezicht op hem is, of omdat hij vanuit zijn wens tot omgang met zijn grootmoeder bij haar wil verblijven.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter is van oordeel dat hiervan sprake is.
Bij [naam kind] is er sprake van zelfbepalend, seksueel grensoverschrijdend en dreigend gedrag. Daarnaast is er sprake van ADHD, ODD een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling richting cluster B en ouder-kindproblematiek. Er zijn de afgelopen periode meerdere verbale en fysieke incidenten geweest waardoor er twee strafzittingen hebben plaatsgevonden. Tevens is het verlof van [naam kind] ingetrokken, omdat hij eerder is weggelopen. De afgelopen periode is er echter ook een positieve verandering zichtbaar bij [naam kind] . Hij heeft zijn MBO-1 opleiding afgerond en heeft doelen opgesteld voor de komende periode. Het is van belang dat [naam kind] deze motivatie vasthoudt en gestimuleerd wordt op om een positieve wijze aan zijn toekomst te werken. Gezien de lange periode die [naam kind] reeds in de gesloten jeugdhulp heeft verbleven en de periode die nog resteert tot hij 18 jaar wordt, is het van belang dat de GI spoedig bepaalt waar de best passende vervolgplek voor [naam kind] is. Het is noodzakelijk dat nu wordt doorgepakt en dat binnen de komende drie maanden een vervolgplek wordt gerealiseerd. Hierbij is het meer in het belang van [naam kind] dat toegewerkt wordt naar meer vrijheden en zelfstandigheid dan dat met (strenge) sancties wordt gereageerd op zijn eventuele misstappen. Hierbij past dat de verlofregeling op Harreveld met grote(re) stappen wordt uitgebreid. [naam kind] heeft de intentie om geen fysieke incidenten meer te laten plaatsvinden en wil inzicht geven in zijn netwerk. [naam kind] dient het vertrouwen te krijgen om te kunnen laten zien dat hij met deze vrijheid en verantwoordelijkheid om kan gaan. En natuurlijk betekent dit voor [naam kind] dat hij dit vertrouwen niet moet beschamen.
Gelet op de problematiek en het gegeven dat de positieve ontwikkelingen nog pril zijn, is het zonder meer beëindigen van de gesloten jeugdhulp geen optie. De overgang naar een open plaatsing dient geleidelijk plaats te vinden. De kinderrechter zal de machtiging gesloten jeugdhulp daarom verlenen voor de duur van drie maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 29 december 2020 tot 29 maart 2021 betreffende de minderjarige [naam kind] ;
wijst af hetgeen (oorspronkelijk) meer is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door mr. A. Verweij, kinderrechter, in tegenwoordigheid van
mr. S. de Leeuw als griffier en in het openbaar uitgesproken op 17 december 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 29 december 2020.
De griffier is buiten staat deze beschikking mede te ondertekenen.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.