Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering;
- tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 10/206740-17.
4..Waardering bewijs
diedat geheel of ten dele aan een
5..Strafbaarheid feit
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
- meldplicht bij de reclassering;
- een ambulante behandeling;
- begeleid wonen of maatschappelijke opvang
- een drugsverbod;
- meewerken aan schuldhulpverlening;
- een dagbesteding.
8..Vordering benadeelde partij/ schadevergoedingsmaatregel
9..Vordering tenuitvoerlegging
10..Toepasselijke wettelijke voorschriften
11..Bijlagen
12..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden;
6 (zes) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
€ 750,- (zegge: zevenhonderdvijftig euro),bestaande uit € 750,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 18 maart 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde] te betalen
€ 750,-(hoofdsom,
zegge: zevenhonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
15 dagen. De toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
tenuitvoerleggingvan het voorwaardelijk gedeelte, groot
28 dagen, van de bij vonnis van 7 maart 2018 van de politierechter van deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde gevangenisstraf.