ECLI:NL:RBROT:2020:12573

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 november 2020
Publicatiedatum
12 januari 2021
Zaaknummer
C/10/605819 / JE RK 20-2817
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing van een minderjarige met gedragsproblemen

In deze zaak heeft de kinderrechter op 11 november 2020 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De gecertificeerde instelling, Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, heeft op 12 oktober 2020 een verzoek ingediend om de ondertoezichtstelling van [naam kind] te verlengen voor de duur van een jaar, evenals de machtiging tot uithuisplaatsing. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij de moeder, de stiefvader, en een vertegenwoordigster van de GI zijn gehoord. De feiten wijzen op ernstige zorgen over de ontwikkeling van [naam kind], die verblijft in een open behandelgroep van Pameijer. Er zijn zorgen over haar gedrag, haar relatie met een vriendje, en haar zelfbeschadiging. De moeder heeft aangifte gedaan van mishandeling door de vriend van [naam kind]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] nog steeds in haar ontwikkeling wordt bedreigd en dat haar veiligheid in het geding is door de relatie met haar vriend. De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen tot 25 november 2021, met de nadruk op de noodzaak van gedragsverandering van [naam kind].

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/605819 / JE RK 20-2817
datum uitspraak: 11 november 2020

beschikking verlenging ondertoezichtstelling en verlenging uithuisplaatsing

in de zaak van

de gecertificeerde instelling, Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind] ,

geboren op [geboortedatum kind] 2005 te [geboorteplaats kind] , hierna te noemen [naam kind] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] ,

[naam stiefvader] ,

hierna te noemen de stiefvader, wonende te [woonplaats stiefvader] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoek met bijlagen van de GI van 12 oktober 2020, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum.
Op 11 november 2020 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [naam kind] , die voorafgaand aan de zitting apart is gehoord,
- de moeder,
- de stiefvader,
- een vertegenwoordigster van de GI, [naam vertegenwoordigster] .

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de moeder.
[naam kind] verblijft op een open behandelgroep van Pameijer.
Bij beschikking van 25 november 2019 is [naam kind] onder toezicht gesteld tot 25 november 2020.
De kinderrechter heeft bij beschikking van 14 mei 2020 de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] in een accommodatie jeugdhulpaanbieder verlengd tot 25 november 2020.
Het verzoekDe GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [naam kind] te verlengen voor de duur van een jaar. Tevens heeft de GI verzocht de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] in een accommodatie jeugdhulpaanbieder te verlengen voor de duur van de ondertoezichtstelling.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Er zijn grote zorgen over [naam kind] . Door haar trauma’s zit [naam kind] met zichzelf in de knoop en dit heeft invloed op haar zelfvertrouwen. Daarnaast is ook de relatie met haar vriendje erg zorgelijk, mede omdat [naam kind] erg beïnvloedbaar is. Door het grenzeloze contact met deze jongen weigert [naam kind] haar telefoon ‘s avonds in te leveren. Alles wat nu speelt, heeft te maken met deze relatie. [naam kind] heeft moeite met het uiten van emoties, waardoor ze gaat krassen in haar armen. Daarnaast maakt ook de lage intelligentie van [naam kind] de situatie ingewikkeld. Ze is inmiddels gestart met psychomotorische therapie, maar [naam kind] ziet niet in dat ze zelf moet veranderen of iets moet leren. De groep op de Pameijer heeft aangegeven de grip op [naam kind] kwijt te raken en men vraagt zich af of de huidige groep nog wel de juiste plek voor [naam kind] is.

De standpunten

De moeder en de stiefvader hebben ingestemd met het verzoek. De grootste zorg van de moeder is dat zij en de betrokken hulpverlening de grip op [naam kind] kwijtraken. Door de vriend van [naam kind] komt de relatie tussen [naam kind] en de moeder onder druk te staan. De moeder heeft aangifte gedaan van mishandeling toen [naam kind] blauwe plekken had doordat haar vriend haar had geslagen. Ze heeft daarbij geprobeerd uit te leggen waarom dit niet normaal is, maar [naam kind] geeft zichzelf de schuld van de mishandeling. Daarnaast is ook de zelfbeschadiging van [naam kind] zorgelijk. [naam kind] lijkt enerzijds te schreeuwen om hulp, maar anderzijds wil ze geen hulp accepteren. Op dit moment kan [naam kind] binnen een paar weken terecht bij Yulius. Het is wenselijk dat [naam kind] voorlopig op de groep blijft. De moeder geeft aan de huidige situatie niet alleen aan te kunnen.

De mening van [naam kind]

heeft geen verweer gevoerd tegen het verzoek. Als de GI aangeeft dat het goed is als ze nog even bij de Pameijer blijft, dan vindt zij dit ook goed. Ze is verdrietig geweest over het feit dat ze het had uitgemaakt met haar vriendje. Dit gaat nu beter en ze wil het in de toekomst weer samen met hem gaan proberen. Op dit moment wil [naam kind] vooral haar eigen ding doen, wat met name inhoudt dat ze naar school gaat en op haar telefoon kan zitten. De psychomotorische therapie bevalt haar niet, maar ze ziet de muziektherapie wel zitten. Ze weet niet precies wat de bedoeling is van de therapie en wat anderen van haar verwachten. Ze heeft al twee weken geen verlof gehad, omdat ze haar telefoon voor de nachtperiode niet wilde inleveren. Later wil [naam kind] iets met baby’s gaan doen.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [naam kind] nog ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd. Op dit moment geeft de relatie van [naam kind] met haar (ex)vriend nog veel reden tot zorg. Het handelen en het gedrag van deze vriend maken dat de veiligheid van [naam kind] in het geding komt. Het is daarbij ook zorgelijk dat [naam kind] niet wil luisteren naar de moeder die haar waarschuwt voor de gevaren van deze relatie. Gelet op het zelfbeschadigend gedrag van [naam kind] is het verontrustend dat [naam kind] zelf aangeeft dat het allemaal wel goed met haar gaat. Het is daarom van groot belang dat [naam kind] gaat meewerken met de therapie en hiervoor ook haar best gaat doen. De muziektherapie, waar [naam kind] wel zin in heeft, kan behulpzaam zijn bij het verwerken van de trauma’s en de dingen die bij [naam kind] klem zitten. Het is daarbij wenselijk dat de GI gaat onderzoeken of en hoe de muziektherapie te combineren valt met de behandeling bij Yulius.
De kinderrechter is van oordeel dat er in de huidige situatie nog veel moet veranderen. Daarom is het belangrijk dat [naam kind] haar telefoon gaat inleveren op de momenten dat dat moet, dat zij zich gaat inzetten voor de therapie en dat ze geen contact meer heeft met haar (ex-) vriend. Het is belangrijk dat [naam kind] leert luisteren naar anderen en dat ze weer goed in haar vel komt te zitten. Daarbij is het wenselijk dat [naam kind] op haar huidige groep blijft, maar hiervoor moet zij wel een verandering in haar gedrag laten zien.
Uit voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [naam kind] verlengen voor de duur van een jaar. Ook is de verlenging van de uithuisplaatsing van [naam kind] noodzakelijk in het belang van de verzorging en opvoeding (artikel 1:265c, tweede lid, BW).

De beslissingDe kinderrechter:

verlengt de ondertoezichtstelling van [naam kind] tot 25 november 2021;
verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] in een accommodatie jeugdhulpaanbieder, tot 25 november 2021;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 11 november 2020 door mr. J. van Driel, kinderrechter, in tegenwoordigheid van A.E. den Breejen als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 19 november 2020.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.