Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 2 september 2020, met producties 1 tot en met 5;
- de aantekeningen van de griffier van de door [gedaagde] op de rolzitting van 24 september 2020 mondelinge gegeven reactie;
- het e-mailbericht van 24 september 2020 van [gedaagde] , met één productie;
- het tussenvonnis van 24 september 2020, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald.
2..De vaststaande feiten
26.2Telkens indien een uit hoofde van de huurovereenkomst door huurder verschuldigd bedrag niet prompt op de vervaldag is voldaan, verbeurt huurder aan verhuurder van rechtswege per kalendermaand vanaf de vervaldag van dat bedrag een direct opeisbare boete van 2% van het verschuldigde per kalendermaand, waarbij elke ingetreden maand als een volle maand geldt, met een minimumbedrag van € 300,00 per maand.”
3..De vordering
4..Het verweer
5..De beoordeling
€ 5.207,46 +
€ 5.890,58 -
€ 4.000,00 -
€ 1.735,82 +
€ 720,00 +
€ 978,84 +