ECLI:NL:RBROT:2020:12641

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 december 2020
Publicatiedatum
18 januari 2021
Zaaknummer
C/10/609599 / FA RK 20-9715
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot voortzetting crisismaatregel op grond van de Wvggz

Op 14 december 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De officier had verzocht om de voortzetting van de op 10 december 2020 opgelegde crisismaatregel, omdat betrokkene was opgenomen in een instelling vanwege een vermoedelijk paranoïde psychotisch toestandsbeeld. Bij het verzoekschrift waren verschillende bijlagen gevoegd, waaronder een medische verklaring van een psychiater en relevante politie- en justitiële gegevens. Tijdens de mondelinge behandeling op 14 december 2020 werd betrokkene gehoord, samen met zijn advocaat, maar de officier was niet aanwezig omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.

Betrokkene heeft tijdens de behandeling gemotiveerd betoogd dat er geen sprake meer is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. Hij heeft aangegeven dat hij bereid is om samen te werken met de ambulante begeleiding en dagelijks een test op cannabisgebruik te ondergaan. De psychiater die tijdens de zitting werd gehoord, bevestigde dat er nog wel sprake is van achterdocht, maar dat er geen onmiddellijk dreigend ernstig nadeel meer aanwezig is. De rechtbank heeft op basis van deze informatie geoordeeld dat het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel moet worden afgewezen, omdat de situatie van betrokkene niet langer als crisis kan worden gekwalificeerd.

De rechtbank heeft de beschikking op 14 december 2020 mondeling gegeven door rechter J.J. Klomp, in aanwezigheid van griffier H.J. de Wit, en is op 15 december 2020 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/609599 / FA RK 20-9715
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 14 december 2020 betreffende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan het [adres betrokkene] ,
thans verblijvende in Antes, locatie Albrandswaardsedijk te Poortugaal,
advocaat mr. A.W. Grijseels te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 11 december 2020, heeft de officier verzocht om voortzetting van de op 10 december 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van 10 december 2020;
  • de medische verklaring opgesteld door [naam 1] , psychiater, van 10 december 2020;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
  • de relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 14 december 2020.
Bij die gelegenheid zijn (overeenkomstig artikel 2 lid 1 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid) via beeld- en geluidverbinding gehoord:
  • betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam 2] , psychiater, verbonden aan Antes.
1.3.
De officier is niet gehoord, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Betrokkene is opgenomen in de accommodatie vanwege het vermoeden van een paranoïde psychotisch toestandsbeeld. Betrokkene bepleit gemotiveerd dat van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel geen sprake meer is. In eerste instantie is hij opgenomen in kliniek V van de instelling. Dat betrof een crisissituatie. Van een crisis is inmiddels geen sprake meer. Betrokkene is daarom naar kliniek B2 is gegaan. De afwezigheid van een crisis blijkt uit het plan van behandeling, dat nu alleen bestaat uit observeren. Daarbij is betrokkene bereid na een goed gesprek over de aanleiding voor voormelde crisis, weer samen te werken met de ambulante begeleiding. Hij verklaart zich tijdens de mondelinge behandeling ook bereid om elke dag een test te doen op het gebruik van cannabis.
Als reactie op dit pleidooi van betrokkene verklaart de psychiater tijdens de mondeling behandeling dat er bij betrokkene nog wel sprake is van achterdocht, maar dat er geen sprake meer is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. Sinds de opname op de huidige afdeling is betrokkene rustig, ontspannen en vriendelijk.
2.2.
Gelet op het voorgaande wordt het verzoek afgewezen.

3..Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek af.
Deze beschikking is op 14 december 2020 mondeling gegeven door mr. J.J. Klomp, rechter, in tegenwoordigheid van H.J. de Wit, griffier, en op 15 december 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.