Op 14 december 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De officier had verzocht om de voortzetting van de op 10 december 2020 opgelegde crisismaatregel, omdat betrokkene was opgenomen in een instelling vanwege een vermoedelijk paranoïde psychotisch toestandsbeeld. Bij het verzoekschrift waren verschillende bijlagen gevoegd, waaronder een medische verklaring van een psychiater en relevante politie- en justitiële gegevens. Tijdens de mondelinge behandeling op 14 december 2020 werd betrokkene gehoord, samen met zijn advocaat, maar de officier was niet aanwezig omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.
Betrokkene heeft tijdens de behandeling gemotiveerd betoogd dat er geen sprake meer is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. Hij heeft aangegeven dat hij bereid is om samen te werken met de ambulante begeleiding en dagelijks een test op cannabisgebruik te ondergaan. De psychiater die tijdens de zitting werd gehoord, bevestigde dat er nog wel sprake is van achterdocht, maar dat er geen onmiddellijk dreigend ernstig nadeel meer aanwezig is. De rechtbank heeft op basis van deze informatie geoordeeld dat het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel moet worden afgewezen, omdat de situatie van betrokkene niet langer als crisis kan worden gekwalificeerd.
De rechtbank heeft de beschikking op 14 december 2020 mondeling gegeven door rechter J.J. Klomp, in aanwezigheid van griffier H.J. de Wit, en is op 15 december 2020 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.