ECLI:NL:RBROT:2020:12904

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
2 november 2020
Publicatiedatum
4 februari 2021
Zaaknummer
C/10/606348 / FA RK 20-8140
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 2 november 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam. Het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 20 oktober 2020, bevatte diverse bijlagen, waaronder een medische verklaring van een psychiater en een zorgplan. Tijdens de mondelinge behandeling was de betrokkene aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat, maar de officier van justitie was niet ter zitting verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan schizofrenie, wat leidt tot ernstig nadeel en risico's voor zijn gezondheid en veiligheid. Ondanks de wens van de betrokkene om geen medicatie te gebruiken, heeft de rechtbank geconcludeerd dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor een periode van twaalf maanden, met de mogelijkheid tot het toedienen van medicatie en het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid van de betrokkene. De beschikking is mondeling gegeven door rechter J.J. Klomp en schriftelijk uitgewerkt op 4 november 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/606348 / FA RK 20-8140
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 2 november 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] , [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende en verblijvende aan de [adres betrokkene] ,
advocaat mr. K. Lammers-Roselaar te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 20 oktober 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door [naam 1] , psychiater, van 8 oktober 2020;
  • de zorgkaart van 23 september 2020;
  • het zorgplan van 23 september 2020;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
  • het bericht dat er geen relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene zijn.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 2 november 2020. Bij die gelegenheid is verschenen:
- [naam 2] , ambulant verpleegkundige verbonden aan het FACT van GGZ Delfland.
Telefonisch zijn gehoord:
- betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie.
2.2.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. Tijdens psychotische episodes is betrokkene vanuit paranoïde wanen agressief en dreigend. Zonder medicatie decompenseert betrokkene snel. Er is eerder geprobeerd de medicatie te verlagen, maar dit zorgde al snel voor psychotische decompensatie. De verpleegkundige geeft aan dat de dosering nu maar net voldoende is.
2.3.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.4.
Betrokkene geeft aan dat hij geen medicatie wil gebruiken.
De verpleegkundige licht toe dat betrokkene geen motivatie heeft voor de medicatie vanwege de bijwerkingen. De medicatie is volgens hem wel echt nodig, omdat betrokkene zonder de medicatie al snel decompenseert. Geen machtiging zou volgens de verpleegkundige te riskant zijn.
Betrokkene bepleit afwijzing van het verzoek vanwege vrijwilligheid. Zij geeft aan dat betrokkene al 9 jaar machtigingen heeft en het goed met hem gaat. Betrokkene wil het liefst vrijwillig behandeld worden. Gelet op de toelichting van de verpleegkundige dat medicatie noodzakelijk is om decompensatie te voorkomen en dat betrokkene liever geen medicatie wil gebruiken, is de rechtbank van oordeel dat er geen mogelijkheden zijn voor zorg op vrijwillige basis. Om die reden is verplichte zorg nodig.
2.5.
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van medicatie;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.
2.6.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg die zien op een opname worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht. Betrokkene is al lange tijd niet opgenomen geweest. De laatste opname was in 2017. De rechtbank acht het daarom niet voorzienbaar dat een opname tijdens de duur van deze machtiging nodig zal zijn. Bovendien heeft de verpleegkundige tijdens de mondelinge behandeling niet gemotiveerd kunnen weerspreken dat deze nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.7.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.8.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van twaalf maanden met ingang van vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.4. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 2 november 2021.
Deze beschikking is op 2 november 2020 mondeling gegeven door mr. J.J. Klomp, rechter, in tegenwoordigheid van M. Streefland, griffier en op 4 november 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.