Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..De procedure
- het verzoekschrift met bijlagen van de vrouw, ingekomen op 10 juli 2020;
- het verweerschrift van de man.
- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat;
- de man, bijgestaan door zijn advocaat;
- de raad voor de kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht (hierna: de raad), vertegenwoordigd door [naam].
2..De vaststaande feiten
3..De beoordeling
- eenmaal per twee weken van zaterdag 12.00 uur tot zondag 18.00 uur, waartoe de man de minderjarige op het metrostation Wilhelmplein zal ophalen en terugbrengen;
- in de zomervakantie maximaal 3 aangesloten dagen en nachten in drie verschillende weken;
- tijdens Pasen, Pinksteren en Kerst: in de oneven jaren de tweede vrije dag;
- met oud en nieuw: om het jaar. Als de minderjarige bij de man is, haalt de man haar op om 17.00 uur op het metrostation Wilhelminaplein en brengt haar de dag erna daar om 18.00 uur weer terug.
- de verdere ondersteuning van de omgang,
- de mogelijkheden van uitbreiding van de omgang en
- het door de minderjarige zichzelf lichamelijk verzorgen als zij bij de man is (douchen en eventueel daarbij ook uit- en aankleden, haar schaamstreek en billen insmeren met zalf). De vrouw heeft bij de mondelinge behandeling aangegeven dat zij dit de minderjarige wel kan aanleren.
4..De beslissing
voorlopigcontact heeft met de minderjarige:
- met ingang van 28 november 2020 elke zaterdag via Facetime, waartoe de man om 20.00 uur naar de vrouw belt;
- met ingang van 6 december 2020 eenmaal per veertien dagen op zondag van 14.00 uur tot 19.00 uur, waartoe de man, de vrouw en de minderjarige elkaar treffen bij het metrostation Wilhelminaplein te Rotterdam en vandaar met de minderjarige naar een door de man bepaalde buitenactiviteit gaan en waarbij de vrouw op de achtergrond aanwezig is;
1 mei 2021 PRO FORMA, met verzoek aan de advocaten van partijen uiterlijk twee weken vóór laatstgenoemde datum schriftelijk aan de rechtbank te berichten op welke wijze volgens partijen moet worden voort geprocedeerd;