ECLI:NL:RBROT:2020:13033

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 december 2020
Publicatiedatum
25 februari 2021
Zaaknummer
8295382 CV EXPL 20-3701
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen verstekvonnis inzake betaling van facturen en opschorting van verplichtingen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 18 december 2020 uitspraak gedaan in een verzetprocedure tussen Aldoc-Topmotive B.V. en Gamesa Rotterdam B.V. Aldoc had Gamesa bij verstekvonnis van 26 november 2019 veroordeeld tot betaling van € 3.747,49, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. Gamesa heeft in verzet gesteld dat de dagvaarding nietig was omdat deze was betekend op een oud adres, en dat zij de facturen niet had ontvangen. Aldoc heeft de vordering van Gamesa betwist en gesteld dat de facturen naar het juiste adres waren gestuurd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Gamesa niet onredelijk benadeeld is door de betekening op het oude adres, aangezien zij uiteindelijk in de procedure is verschenen. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat Gamesa niet voldoende bewijs heeft geleverd voor haar beroep op opschorting van de betalingsverplichting, omdat zij geen klachten over de software had aangetoond. De vordering in verzet is afgewezen en het verstekvonnis is bekrachtigd. Gamesa is veroordeeld in de proceskosten van de verzetprocedure.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8295382 CV EXPL 20-3701
uitspraak: 18 december 2020
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Aldoc-Topmotive B.V.,
gevestigd te Etten-Leur,
eiseres,
gemachtigde: [naam 1] ,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Gamesa Rotterdam B.V.,
gevestigd te Hoofddorp,
gedaagde,
gemachtigde: A.I.G. Juristen LLP.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘Aldoc’ en ‘Gamesa’.

1..Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
de inleidende dagvaarding van 4 november 2019, met producties;
het verstekvonnis van 26 november 2019;
de verzetdagvaarding van 24 januari 2020, met producties;
de conclusie van repliek, met producties.
Gamesa is in de gelegenheid gesteld om te reageren op de conclusie van antwoord in verzet van Aldoc, maar dat heeft zij niet gedaan. Hierna is bepaald dat vonnis zal worden gewezen. De uitspraak van het vonnis is bepaald op vandaag.

2..De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds niet weersproken, staat het volgende tussen partijen vast.
2.1
Bij verstekvonnis van 26 november 2019 (zaaknummer 8153941 CV EXPL 19-48158) is Gamesa veroordeeld tot betaling van € 3.747,49, vermeerderd met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119a BW over dit bedrag vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van algehele voldoening, met veroordeling van Gamesa in de proceskosten.

3..De vordering

3.1
Aldoc heeft gevorderd dat Gamesa bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld tot betaling aan Aldoc van € 3.747,49, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening, alsmede te vermeerderen met de buitengerechtelijke incasso van € 508,33, met veroordeling van Gamesa in de proceskosten.
3.2
Aldoc heeft bij dagvaarding het volgende aan haar vordering ten grondslag gelegd. Partijen hebben een overeenkomst met elkaar gesloten. Uit hoofde van deze overeenkomst moet Gamesa nog enkele facturen betalen.

4..De vordering in verzet

4.1
Gamesa vordert in verzet haar te ontheffen van de bij voormeld verstekvonnis tegen haar uitgesproken veroordeling en, opnieuw rechtdoende, Aldoc niet-ontvankelijk te verklaren in haar vorderingen jegens Gamesa, met veroordeling van Aldoc in de kosten van het geding.
4.2
Gamesa legt het volgende aan haar verweer ten grondslag. Het exploot van dagvaarding is betekend aan een oud adres waarop de B.V. niet meer gevestigd is, waardoor dit exploot nietig is. De facturen zijn ook naar het oude adres van Gamesa gestuurd, waardoor zij deze niet heeft ontvangen. Bovendien werkt de door Aldoc geleverde software niet naar behoren en heeft Aldoc de problemen, ondanks meerdere klachten van Gamesa, niet naar behoren opgelost. Gamesa vindt daarom dat zij de facturen niet hoeft te betalen.

5..De beoordeling

5.1
Allereerst dient beoordeeld te worden of de dagvaarding nietig is (artikel 65 Rv). Gamesa stelt dat de dagvaarding nietig is, omdat er betekend is aan een onjuist adres ( [adres 1] ). Dat standpunt wordt niet gevolgd. Van nietigheid kan slechts sprake zijn als degene tegen wie de dagvaarding zich richt, daardoor onredelijk is benadeeld (artikel 122 lid 1 Rv). Dat is in beginsel alleen zo wanneer de gedaagde wordt benadeeld in het voeren van verweer. Dat is hier niet het geval want Gamesa is uiteindelijk nog in de procedure verschenen. Nietigheid is dan niet meer aan de orde.
5.2
Voorts betwist Gamesa de ontvangst van de facturen van Aldoc omdat deze naar haar oude adres gestuurd zouden zijn. Zij voert aan dat zij sinds 1 januari 2019 niet meer op dit adres gevestigd is. Ter onderbouwing van haar stelling verwijst Gamesa naar een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel van 18 mei 2019 waarin het bezoekadres [adres 2] als bezoekadres van de hoofdvestiging wordt vermeld. Hierop wordt echter ook het adres [adres 1] nog als bezoekadres vermeld. Dat het in het handelsregister vermelde adres niet meer door Gamesa wordt gebruikt en zij om die reden de facturen niet heeft ontvangen, komt voor haar rekening en risico. Voor toewijzing van de vordering van Aldoc is bovendien niet vereist dat Gamesa de facturen heeft ontvangen.
5.3
Tot slot doet Gamesa een beroep op opschorting. Gamesa mag haar verplichtingen uit de overeenkomst op grond van artikel 6:262 BW opschorten wanneer Aldoc haar verplichtingen uit de overeenkomst niet is nagekomen. Voor een geslaagd beroep op opschorting moet zij dus stellen en bewijzen dat Aldoc een van haar verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst niet is nagekomen.
5.4
Gamesa stelt dat er problemen zijn met betrekking tot de software die eerst door Aldoc opgelost moeten worden alvorens zij tot betaling van de facturen over wil gaan. Aldoc heeft betwist dat er sprake is van problemen met de software. Zij stelt dat zij geen klachten van Gamesa heeft ontvangen en dat de software nog door Gamesa wordt gebruikt. Gamesa heeft niet meer gereageerd op deze betwisting van Aldoc, hoewel zij daartoe wel in de gelegenheid is gesteld. Hierdoor is niet vast komen te staan dat er problemen met de software zijn. Gamesa heeft geen andere feiten of omstandigheden aangevoerd die tot gevolg hebben dat zij haar betalingsverplichting mag opschorten. Het beroep op opschorting kan daarom niet slagen.
5.5
Uit het voorgaande volgt dat de vordering in verzet niet kan worden toegewezen. De kantonrechter zal het verstekvonnis van 26 november 2019 dus bekrachtigen.
5.6
Gamesa zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van de verzetprocedure worden veroordeeld.

6..De beslissing

De kantonrechter
:
bekrachtigt het op 26 november 2019 tussen partijen gewezen verstekvonnis;
veroordeelt Gamesa in de kosten van de verzetprocedure, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Aldoc vastgesteld op € 210,- aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.H. Poiesz en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
43416