In deze zaak gaat het om een beroep tegen een crisismaatregel die door de burgemeester van Rotterdam is opgelegd aan verzoeker, die op 9 oktober 2020 door de politie is overgebracht naar een accommodatie op basis van tijdelijk verplichte zorg. De burgemeester heeft op 10 oktober 2020 een crisismaatregel genomen, gebaseerd op een medische verklaring van een onafhankelijke psychiater. Verzoeker stelt dat hij niet is gehoord, wat een schending van de hoorplicht zou zijn, en dat de medische verklaring niet voldoet aan de wettelijke eisen. De rechtbank oordeelt dat de burgemeester niet had mogen afgaan op de melding dat verzoeker niet gehoord wilde worden, omdat de medische verklaring geen actuele informatie bevatte over de gezondheidstoestand van verzoeker. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en oordeelt dat de burgemeester de wet niet in acht heeft genomen bij het nemen van de crisismaatregel. Verzoeker heeft recht op schadevergoeding, die wordt vastgesteld op € 240,-. De rechtbank wijst het verzoek tot schadevergoeding toe, maar bepaalt dat elk van de partijen de eigen proceskosten draagt.