2.1.2.Beoordeling
Toetsingskader
De verdachte wordt verweten dat hij een geldbedrag van bijna 7.000 euro heeft witgewassen. De politierechter dient vast te stellen of de feiten en omstandigheden zodanig zijn dat zonder meer sprake is van een vermoeden van witwassen. Als dat het geval is, mag van de verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van het geld. Die verklaring dient concreet, min of meer verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk te zijn. Als de verklaring van de verdachte daartoe aanleiding geeft, ligt het op de weg van het Openbaar Ministerie om nader onderzoek te doen naar de, uit de verklaringen van de verdachte blijkende, alternatieve herkomst van het geld. Uit de resultaten van dergelijk onderzoek zal dienen te blijken dat met voldoende mate van zekerheid kan worden uitgesloten dat het geldbedrag waarop de verdenking betrekking heeft, een legale herkomst heeft en dat derhalve een criminele herkomst als enige aanvaardbare verklaring kan gelden.
Vermoeden van witwassen
Tijdens een vlucht van Rome naar Rotterdam op 27 maart 2018 vallen de verdachte en de medeverdachte [naam medeverdachte] op bij de purser van de vlucht. Deze heeft een grote som geld gezien in een tas die de verdachte als handbagage bij zich had. De verdachte bestelde eten en drinken en rekende af met briefjes van 50 euro die hij uit zijn zwarte rugtas haalde.
De purser heeft meerdere stapels briefgeld in de zwarte rugtas van [naam verdachte] zien liggen. Verder constateerde hij dat de verdachte meerdere "taxfree-artikelen" had gekocht, die hij ook met contant geld heeft afgerekend. Op de luchthaven heeft de Koninklijke Marechaussee de verdachte vervolgens aangesproken.
De verdachte heeft toen niet kunnen aangeven hoeveel geld hij bij zich had. Op de vraag van verbalisant of de verdachte zijn contante geld wilde laten zien pakte de verdachte in eerste instantie alleen uit zijn jas en zijn broekzak stapels briefjes van 50 euro.
Pas nadat de verbalisant had gevraagd of dat het enige contante geld was dat de verdachte bij
zich had heeft hij ook nog een aantal stapeltjes van 50 euro uit zijn rugzak gepakt. De bankbiljetten waren met een paperclip gebundeld tot stapeltjes van 1.000 euro. In totaal hadden de verdachte en [naam medeverdachte] een bedrag van 12.225 euro aan contant geld bij zich, waarvan een bedrag van € 6.810,- nagenoeg geheel in coupures van 50 eurobiljetten bij de verdachte is aangetroffen.
Gevraagd naar de herkomst van het geld heeft de verdachte eerst verklaard dat al het bij de medeverdachte en hem geld aangetroffen geld van hem afkomstig was. Hij had dit geld voor een weekendtrip naar Italië via zijn bankpas opgenomen omdat [naam medeverdachte] geen geld had en omdat zijn eigen creditcard geblokkeerd was. [naam medeverdachte] verklaart echter dat (meer dan) het op he aangetroffen geld van hemzelf was.
Nadat onderzoek naar de bankrekeningen van de verdachte liet zien dat in de periode voorafgaand aan de aanhouding van de verdachte geen contante geldopnames hadden plaatsgevonden, noch geld was opgenomen in Italië of anderszins transacties in het buitenland waren verricht heeft hij zijn verklaring bijgesteld.
Als tweede verklaring heeft de verdachte verteld dat hij het contante geld had meegenomen om in Rome een auto te kunnen huren, waarvoor een aanzienlijk borg contant zou moeten worden afgerekend. Na het terugbrengen van de auto heeft hij die borg ook weer contant terug gekregen. Echter, hoe hoog de borg was geweest kon de verdachte niet vertellen, noch beschikte hij over een huurovereenkomst of betalingsbewijs voor het huren van de auto zelf.
Toen de bankgegevens van de verdachte ook deze verklaring van de verdachte niet konden ondersteunen, heeft de verdachte wederom zijn verklaring voor de herkomst van het contante geld bijgesteld. In zijn derde versie deelde de verdachte mede dat het geld aan hem door zijn vermogende familie zou zijn overgemaakt via Western Union Bank. Ook hiervoor is echter geen ondersteuning in het dossier gevonden.
De verdachte beschikte slechts over een kleine studiefinanciering en op de peildatum 31122017 was het saldo op zijn rekening met rekeningnummer: [bankrekeningnummer] € 84,00 negatief.
De politierechter constateert dat de verdachte steeds wisselende verklaringen heeft gegeven voor het aangetroffen geld en er geen legale economische verklaring is gevonden voor de aangetroffen contante gelden. Het feit dat de verdachte naar zijn zeggen gedronken had toen hij zijn verklaringen aflegde doet op zich niet af aan het gebrek aan (het gebrek aan) waarheidsgehalte van die verklaringen, zeker nu hij die nadien niet heeft verduidelijkt en er pas ter zitting, drie jaar later, een nieuwe reactie is gevolgd.
De hoeveelheid bij de verdachte aangetroffen contant geld staat al in geen verhouding tot de inkomsten van de verdachte, noch is gebleken van contante opnames van dergelijke bedragen door hem. Het voorhanden hebben van grote contante geldbedragen door privé personen is sowieso al hoogst ongebruikelijk vanwege het risico van onder meer diefstal, waarbij het geld niet is verzekerd, maar nog ongebruikelijker is dat wanneer men op de terugweg is van een weekendtripje naar Rome, waar al het nodige geld moet zijn gespendeerd.
Nu ook overigens niet is gebleken van de noodzaak van het voorhanden hebben van grote hoeveelheden contant is politierechter van oordeel dat het vermoeden gerechtvaardigd is dat inbeslaggenomen geld uit enig misdrijf afkomstig is en dat derhalve van de verdachte mag worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van het contante geld.
De verklaring van de verdachte
Voorafgaand aan de zitting heeft de verdachte geschreven dat hij in de ten laste gelegde
periode drie bronnen van contante inkomsten van in totaal € 5.650 heeft gehad:
1.
De in- en verkoop van scooters/auto's/motoren
De verdachte heeft een krediet van € 5.000,- bij Scooterflex (Santander Consumer Finance) afgesloten; hiermee zou hij voertuigen hebben aangeschaft en weer hebben doorverkocht en een deel van het krediet contant hebben ontvangen.
Uit de verklaring van Scooterflex volgt echter dat niet contant wordt uitgekeerd; men maakt het verschuldigde bedrag direct over naar de verkoper van het goed, waarvoor de verdachte het krediet heeft afgesloten.
Daar waar de verdachte stelt de aangeschafte goederen voor contanten te hebben doorverkocht heeft dit echter niet kunnen blijken uit de tenaamstelling van de voertuigen, noch uit de facturen die op de verkopen betrekking hebben gehad.
Ook het doorverkopen van onderdelen van een motor tegen contanten is in het geheel niet onderbouwd.
2)
Bijverdiensten bij [naam bedrijf 2] in het kader van zijn stage
De verdachte heeft aangegeven dat hij bij [naam bedrijf 2] af en toe meedeelde in de contante
opbrengsten. Ook hier ontbreekt iedere onderbouwing. Niet alleen is de hoogte van het gemoeide bedrag de verdachte niet bekend maar ook is in de stageovereenkomst een dergelijke regeling niet opgenomen.
3)
Bijverdiensten in restaurant [naam restaurant]
Ook van deze werkzaamheden in Restaurant [naam restaurant] . Heeft de verdachte geen enkele onderbouwing kunnen leveren. Omdat het restaurant niet langer bestaat is dit ook niet meer na te gaan.
conclusie
De verklaring van de verdachte is dan ook niet aannemelijk geworden, noch voldoende concreet en verifieerbaar.
De politierechter is van oordeel dat, nu de verdachte geen aannemelijke verklaring heeft gegeven voor de herkomst van het geld er geen andere conclusie mogelijk is dan dat het niet anders kan zijn dan dat het ten laste gelegde voorwerp onmiddellijk of middellijk uit enig misdrijf afkomstig is en dat de verdachte hiervan ook op de hoogte is geweest.
Het ten laste gelegde kan worden bewezen.