ECLI:NL:RBROT:2020:13187

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 oktober 2020
Publicatiedatum
5 mei 2021
Zaaknummer
C/10/605531 / FA RK 20-7732
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • D.I. Hendriks - van Wel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam

Op 19 oktober 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie. De zaak betreft een betrokkene die lijdt aan een bipolaire stoornis en die niet in staat is om vrijwillige zorg te accepteren. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat de betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Dit gebrek aan ziektebesef en therapietrouw heeft geleid tot de conclusie dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden.

De rechtbank heeft de medische verklaring van 16 augustus 2020, opgesteld door een psychiater, en andere relevante documenten in overweging genomen. Tijdens de mondelinge behandeling was de betrokkene telefonisch aanwezig, en zijn advocaat, alsook verpleegkundigen van Antes, waren ook aanwezig. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het gedrag van de betrokkene, als gevolg van zijn psychische stoornis, leidt tot ernstig nadeel, waaronder het risico op ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang.

De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor een periode van zes maanden, met ingang van de datum van de beschikking. De rechtbank heeft ook de specifieke vormen van verplichte zorg vastgesteld die nodig zijn om de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren en om ernstig nadeel af te wenden. De beschikking is mondeling gegeven door rechter D.I. Hendriks - van Wel en is op 26 oktober 2020 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/605531 / FA RK 20-7732
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 19 oktober 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan [adres betrokkene] , [postcode betrokkene] te [woonplaats betrokkene] ,
advocaat mr. S.R. Kwee te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 7 oktober 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater] , psychiater, van 16 augustus 2020;
  • de zorgkaart van 4 augustus 2020;
  • het zorgplan van 23 juli 2020;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
  • de relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 19 oktober 2020. Bij die gelegenheid zijn verschenen:
  • de hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam verpleegkundige in opleiding] , verpleegkundige in opleiding, en [naam verpleegkundige] , verpleegkundige, beiden verbonden aan Antes.
Betrokkene is bij deze gelegenheid telefonisch aanwezig omdat het voor hem niet mogelijk was om naar de rechtbank te komen.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een bipolaire stoornis. De advocaat van betrokkene voert aan dat de medische verklaring van 16 augustus 2020 aan de oude kant is. De rechtbank heeft echter geen aanleiding om aan de inhoud van de medische verklaring te twijfelen. De geneesheer-directeur heeft verklaard dat er geen sprake is van een wezenlijke verandering in het toestandsbeeld van betrokkene en dit is ter zitting door de behandelaren ook bevestigd.
2.2.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. In het verleden is betrokkene meerdere malen opgenomen. Als betrokkene psychotisch is, kan hij erg agressief naar derden zijn. Er is een gebrek aan ziektebesef en –inzicht, betrokkene stopt dan ook regelmatig met de medicatie inname waardoor de kans op psychotische decompensatie toeneemt. Betrokkene is niet erg therapietrouw. Zo verklaart behandelaar dat het lastig is om met betrokkene afspraken te maken omdat hij deze niet altijd nakomt. Ook raakt betrokkene regelmatig de medicijnen kwijt. Mede daarom is er afgelopen juni gekozen voor de inzet van thuiszorg die toeziet op de inname van medicatie van betrokkene. Betrokkene verklaart ter zitting meerdere keren uitdrukkelijk veel last te ondervinden van de bijwerkingen van de medicatie. Zo heeft hij veel last van impotentie, wat zijn gemoedstoestand flink beheerst. Ook is deze bijwerking het hoofdonderwerp van de gesprekken over mogelijke verdere behandeling, zo verklaart behandelaar ter zitting. Daarom is er gekozen voor een afbouw in dosering van de Haldol medicatie ter voorkoming van deze bijwerking. Omdat het bij betrokkene wat langer duurt voordat effect zichtbaar is, is langere observatie nodig. Wel is een toename van de boosheid zichtbaar bij betrokkene.
2.3.
Om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.4.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Er is sprake van een gebrekkig ziektebesef en –inzicht. Zo vindt betrokkene de medicatie overbodig. Ook is in het verleden gebleken dat betrokkene niet therapietrouw is. Om die reden is verplichte zorg nodig.
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden.
‘Reguliere verplichte zorg’
De rechtbank acht de volgende vorm van reguliere verplichte zorg noodzakelijk:
  • het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen (dit ziet op het periodiek blijven onderhouden van contact met de ambulante behandelaren);
  • het uitoefenen van toezicht op betrokkene (dit ziet op het toezicht door de thuiszorg op het innemen van de medicatie).
‘Verplichte zorg in crisissituaties’
De rechtbank ziet ook aanleiding verplichte zorg toe te staan als er sprake is van een crisissituatie en wanneer de voornoemde vormen van verplichte zorg in het ambulante kader niet langer toereikend zijn om het ernstig nadeel af te wenden. Bij betrokkene kan worden gesproken van een crisissituatie als er sprake is van een toename van psychotische klachten waardoor het ernstig nadeel zich manifesteert. In crisissituaties mag ook gebruik worden gemaakt van de volgende vormen van verplichte zorg:
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • het opnemen in een accommodatie.
2.5.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.6.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden met ingang van vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.4. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 19 april 2021.
Deze beschikking is op 19 oktober 2020 mondeling gegeven door mr. D.I. Hendriks - van Wel, rechter, in tegenwoordigheid van J. Otter, griffier, en op 26 oktober 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.