ECLI:NL:RBROT:2020:13205

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 juli 2020
Publicatiedatum
19 mei 2021
Zaaknummer
C/10/600332 / JE RK 20-1993
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van voorarrest

In deze zaak heeft de kinderrechter op 15 juli 2020 een beschikking gegeven betreffende de voorlopige ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 14 juli 2020 een verzoekschrift ingediend, waarin werd verzocht om de voorlopige ondertoezichtstelling van [naam kind] voor de duur van twaalf maanden. Tijdens de zitting op 15 juli 2020 heeft de Raad het verzoek aangepast naar een termijn van drie maanden. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij de betrokken partijen, waaronder de moeder van [naam kind], de Officier van Justitie en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, aanwezig waren.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige zorgen zijn over de opvoedsituatie van [naam kind], die momenteel in voorarrest zit. Er zijn aanwijzingen dat [naam kind] zich niet aan de regels houdt, zowel thuis als op school, en dat hij last heeft van boosheid en agressie. De Raad heeft aangegeven dat er een persoonlijkheidsonderzoek is aangevraagd in het strafrechtelijk kader en dat er behoefte is aan een goed plan en toezicht voor [naam kind]. Zowel [naam kind] als zijn moeder hebben aangegeven open te staan voor hulp en begeleiding.

De kinderrechter heeft geoordeeld dat er een ernstig vermoeden bestaat dat de grond voor een ondertoezichtstelling is vervuld, zoals beschreven in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De beslissing om [naam kind] voorlopig onder toezicht te stellen is genomen om een acute en ernstige bedreiging voor zijn welzijn weg te nemen. De kinderrechter heeft de voorlopige ondertoezichtstelling voor een termijn van drie maanden vastgesteld, tot 15 oktober 2020, en verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, mr. A.A.J. de Nijs, in aanwezigheid van de griffier M. Bos-de Kam.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/600332 / JE RK 20-1993
datum uitspraak: 15 juli 2020

beschikking voorlopige ondertoezichtstelling

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,

hierna te noemen de Raad, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind], geboren op [geboortedatum kind] 2006 te [geboorteplaats kind],

hierna te noemen [naam kind].
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam moeder], hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder].

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de Raad van 14 juli 2020, ingekomen bij de griffie op 15 juli 2020.
Op 15 juli 2020 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [naam kind], die voorafgaand aan de zitting ook apart gehoord is, bijgestaan door zijn advocaat,
mr. W.A.E.M. Amesz,
- de moeder,
- de Officier van Justitie, mr. A.P.G. de Beer,
- een vertegenwoordigster van de Raad, [naam 1],
- twee vertegenwoordigsters van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, hierna te noemen de GI, [naam 2] en [naam 3].

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de moeder.
[naam kind] woont bij de moeder en zit momenteel in voorarrest.

Het verzoek

De Raad heeft de voorlopige ondertoezichtstelling van [naam kind] verzocht voor de duur van twaalf maanden.
De Raad heeft het verzoek ter zitting aangepast in die zin dat de voorlopige ondertoezichtstelling voor de duur van drie maanden wordt verzocht. De raad heeft het verzoek als volgt toegelicht. Er zijn veel problemen. [naam kind] kan boos en agressief worden. De moeder is daarin onmachtig. In het strafrechtelijk kader is een persoonlijkheidsonderzoek aangevraagd. De Raad verwijst naar het schriftelijke advies voor de raadkamerzitting van vandaag.

De standpunten

De GI heeft zich ter zitting aangesloten bij het verzoek van de Raad. Er is sprake van een complexe situatie. De Viersprong wil een herstart maken in de vorm van een volledig MST-traject of in het kader van nazorg ná MST. Vanuit PIT 010 is gekeken naar dagbesteding. [naam kind] staat hiervoor open. De moeder wil graag ondersteuning als [naam kind] thuis komt. Het is van belang dat er een goed plan en toezicht komt.
[naam kind] is het eens met het verzoek. [naam kind] wil graag hulp. [naam kind] staat ook open voor het Harde Kern Aanpak-traject.
De moeder is het eens met het verzoek. Ze wil [naam kind] graag weer thuis hebben, maar dan wel met begeleiding. De moeder hoopt dat een uithuisplaatsing kan worden voorkomen.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat een ernstig vermoeden bestaat dat de grond voor een ondertoezichtstelling is vervuld (artikel 1:255 Burgerlijk Wetboek (BW)). Er zijn zorgen over de opvoedsituatie en de schoolgang van [naam kind]. Hij gaat zijn eigen gang en houdt zich niet aan de regels thuis en op school. Hij heeft anti-sociale contacten. Verder heeft hij last van boosheid en agressie. Hij lijkt niet te weten hoe hij een conflict op een constructieve manier kan oplossen. Daarnaast zit hij nu in voorarrest, nadat hij voor de tweede keer verdacht wordt van een strafbaar feit.
Een voorlopige ondertoezichtstelling is noodzakelijk om een acute en ernstige bedreiging voor [naam kind] weg te nemen. [naam kind] zal voorlopig onder toezicht worden gesteld voor een termijn van drie maanden (artikel 1:257 BW).

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [naam kind] voorlopig onder toezicht van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, gevestigd te Rotterdam, tot 15 oktober 2020;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beslissing is mondeling gegeven op 15 juli 2020 en in het openbaar uitgesproken door
mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter, in tegenwoordigheid van M. Bos-de Kam als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld 31 juli 2020