ECLI:NL:RBROT:2020:1335

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
31 januari 2020
Publicatiedatum
18 februari 2020
Zaaknummer
C/10/589600 / JE RK 20-103
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige in Rotterdam

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 31 januari 2020 een beschikking gegeven inzake een verzoek tot machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, hierna te noemen [roepnaam minderjarige]. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft op 10 januari 2020 een verzoekschrift ingediend, waarin werd gesteld dat er een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij de minderjarige en zijn moeder aanwezig waren, maar de vader niet. De minderjarige verblijft op dat moment in de gesloten jeugdhulpinstelling Harreveld en heeft een positieve ontwikkeling doorgemaakt, maar de kinderrechter oordeelt dat een thuisplaatsing op dat moment nog te vroeg is. De kinderrechter heeft de machtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van vier maanden, met als doel de behandeling en begeleiding van de minderjarige voort te zetten. De kinderrechter benadrukt het belang van voldoende beschikbaarheid van de jeugdbeschermer voor de minderjarige en zijn moeder, gezien de cruciale periode die voor hen ligt. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/589600 / JE RK 20-103
datum uitspraak: 31 januari 2020

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam minderjarige] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige] 2003 te [geboorteplaats minderjarige] , hierna te noemen [roepnaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] ,

[naam vader] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de verklaring d.d. 10 januari 2020 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder,
- de instemmende verklaring d.d. 29 januari 2020 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 31 januari 2020 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
  • [roepnaam minderjarige] , die tevens voorafgaand aan de zitting is gehoord, bijgestaan door mr. M.P. Kloppenburg, advocaat te Rotterdam,
  • de moeder,
- een vertegenwoordiger van de GI, dhr. [naam vertegenwoordiger] .
Hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, is de vader niet verschenen.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [roepnaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.
Bij beschikking van 21 mei 2019 is [roepnaam minderjarige] onder toezicht gesteld met ingang van
6 juni 2019 tot 6 juni 2020.
Bij beschikking van 24 september 2019 is een machtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 6 oktober 2019 tot 6 februari 2020.

Het verzoek

De GI heeft een machtiging verzocht om [roepnaam minderjarige] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur de ondertoezichtstelling.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. [roepnaam minderjarige] laat een positieve ontwikkeling zijn bij Harreveld. Hij is gestart met verlof en psychomotorische therapie (PMT). Vervolgens zal [roepnaam minderjarige] traumatherapie volgen. De komende periode is het van belang dat de PMT en traumatherapie worden afgerond en de verlofmomenten worden uitgebreid. Harreveld heeft toegezegd dat het behandeltraject voor 6 juni 2020 afgerond zal zijn. Het is niet in het belang van [roepnaam minderjarige] om nu naar huis te gaan. [roepnaam minderjarige] heeft de wens om in september 2020 met een mbo-opleiding te starten. Gedacht wordt om ter overbrugging School2Care of Urban Skillsz in te zetten, zodat [roepnaam minderjarige] als hij naar huis gaat, meteen een zinvolle dagbesteding heeft. De vertegenwoordiger van de GI zal aan de betrokken jeugdbeschermer, mw. [naam jeugdbeschermer] , doorgeven dat [roepnaam minderjarige] vindt dat het contact moeizaam verloopt en dat hij zich niet gehoord voelt.

De standpunten

[roepnaam minderjarige] verzet zich tegen het verzoek van de GI. De jeugdbeschermer heeft tegen [roepnaam minderjarige] verteld dat hij in februari 2020 naar huis toe mag als hij zich goed gedraagt en zijn doelen behaalt. [roepnaam minderjarige] heeft zich goed gedragen. Hij is van de individuele behandelafdeling (IBA) naar een reguliere gesloten groep gegaan. Er heeft een enkel incident plaatsgevonden. Ook geeft de GI elke zitting aan dat traumatherapie binnenkort zal starten, maar deze is tot op heden nog niet gestart. De advocaat van [roepnaam minderjarige] verzoekt om de machtiging gesloten jeugdhulp te verlenen tot 1 april 2020, zodat [roepnaam minderjarige] eerder bij School2Care kan starten.
De moeder is het niet eens met het verzoek en staat achter het standpunt van [roepnaam minderjarige] . De jeugdbeschermer, mw. [naam jeugdbeschermer] , is nooit langs gekomen bij [roepnaam minderjarige] op Harreveld. De moeder heeft geen contact met de jeugdbeschermer en ziet haar alleen op een zitting bij de rechtbank. [roepnaam minderjarige] heeft zich volledig gericht op de belofte van de GI dat hij februari 2020 naar huis toe mag. Hij heeft behoefte aan duidelijkheid. De moeder wil dat [roepnaam minderjarige] naar huis komt met als dagbesteding School2Care of Urban Skillsz en vervolgens per september school.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter is van oordeel dat hiervan sprake is.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [roepnaam minderjarige] vanwege ernstige zorgen al geruime tijd in een gesloten jeugdhulpinstelling verblijft. In september 2019 is [roepnaam minderjarige] overgeplaatst van Schakenbosch naar de IBA van Harreveld, omdat hij een gevaar was voor de groepsgenoten. De afgelopen maanden is een prille, positieve verandering in het gedrag van [roepnaam minderjarige] zichtbaar, met als gevolg dat hij eind december 2019 is overgeplaatst naar een reguliere gesloten groep. Hij lijkt gemotiveerd om de behandeling PMT af te ronden. Hij heeft beter geleerd om te praten over zijn gevoelens en om gezag te accepteren. Ook staat hij op een wachtlijst voor traumatherapie. De verlofmomenten zijn pasgeleden opgestart. [roepnaam minderjarige] gaat nog niet naar huis tijdens verlof.
[roepnaam minderjarige] had de verwachting dat hij in februari 2020 thuisgeplaatst zou worden. De kinderrechter begrijpt zijn teleurstelling, maar de kinderrechter is met de gedragswetenschapper van oordeel dat een thuisplaatsing op dit moment nog te vroeg is. [roepnaam minderjarige] is gebaat bij de behandeling, begeleiding en structuur op de gesloten groep. Het is van belang dat de verlofmomenten naar huis worden opgestart als hij daar aan toe is. Ook is van belang dat [roepnaam minderjarige] vanwege zijn agressieproblematiek de PMT en traumatherapie afrondt bij Harreveld. De kinderrechter zal daarom de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen voor de duur van vier maanden.
Ten overvloede geeft de kinderrechter aan de GI mee dat het belangrijk is dat de jeugdbeschermer van [roepnaam minderjarige] voldoende beschikbaar is voor [roepnaam minderjarige] en zijn moeder, zeker nu de komende periode cruciaal is en er voordat [roepnaam minderjarige] terug naar huis gaat nog veel geregeld moet worden.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 6 februari 2020 tot 6 juni 2020 betreffende [roepnaam minderjarige] .
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 31 januari 2020 door mr. S.C.C. Hes-Bakkeren, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.M. Ruijgrok als griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op februari 2020.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.