ECLI:NL:RBROT:2020:13357

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 november 2020
Publicatiedatum
12 mei 2022
Zaaknummer
C/10/591473 / HA RK 20-144
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om verstrekking van persoonsgegevens op grond van de AVG door een klokkenluider tegen een advocatenkantoor

In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 9 november 2020 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure waarin een verzoeker, aangeduid als [naam verzoeker], een naamloze vennootschap, Nauta Dutilh N.V., heeft aangesproken. Het verzoek van [naam verzoeker] betreft de verstrekking van persoonsgegevens op basis van artikel 15 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). De verzoeker heeft Nauta Dutilh verzocht om een kopie van alle door hen verwerkte persoonsgegevens en om bepaalde informatie te verschaffen, met een dwangsom van € 5.000,00 per dag voor het geval Nauta niet aan het verzoek zou voldoen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek ontvankelijk is, omdat het tijdig is ingediend. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat Nauta Dutilh niet verplicht is om meer informatie te verstrekken dan zij al heeft gedaan, vanwege de geheimhoudingsplicht die op advocaten rust. De rechtbank heeft de verzoeken van [naam verzoeker] afgewezen, inclusief het verzoek om kennisgeving van inbreuken aan de Autoriteit Persoonsgegevens. De kosten van de procedure zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rekestnummer: C/10/591473 / HA RK 20-144
Beschikking van 9 november 2020
in de zaak van
[naam verzoeker],
wonende te [woonplaats verzoeker],
verzoeker,
verschenen in persoon,
tegen
de naamloze vennootschap
NAUTA DUTILH N.V.,
gevestigd te Rotterdam,
verweerster,
advocaten mr. R.L. Ubels en mr. C.M.A. Roumeas te Amsterdam.
Partijen worden hierna [naam verzoeker] en Nauta genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift van 19 september 2019, met bijlagen 1-32;
  • het verweerschrift van 18 mei 2020, met bijlagen 1-7;
  • de herziene versie van het verzoekschrift met wijziging verzoek, tevens reactie op het verweerschrift van 9 juli 2020, met bijlagen 33-55;
  • de antwoordakte van 22 juli 2020;
  • de akte overleggen producties van 28 september 2020 van [naam verzoeker], met bijlagen 56-57;
  • de mondelinge behandeling via Skype voor bedrijven op 12 oktober 2020.
1.2.
In verband met de COVID-19-maatregelen kon aanvankelijk geen datum worden bepaald voor een mondelinge behandeling. Partijen hebben desgevraagd ingestemd met een schriftelijke behandeling van het verzoek. Op verzoek van [naam verzoeker] heeft uiteindelijk nog een afsluitende mondelinge behandeling plaatsgevonden via Skype voor bedrijven.

2..De standpunten van partijen

2.1.
[naam verzoeker] verzoekt de rechtbank Nauta te bevelen de in artikel 15 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (hierna: de AVG) genoemde informatie te verstrekken. Het verzoek komt erop neer [naam verzoeker] een kopie te verstrekken van alle door Nauta betreffende hem verwerkte persoonsgegevens en alle verwerkingen daarvan. Voorts verzoekt [naam verzoeker] de rechtbank Nauta te bevelen bepaalde informatie te verschaffen en om aan de Autoriteit Persoonsgegevens kennisgeving te doen van inbreuken, een en ander op straffe van het aan [naam verzoeker] verbeuren van een dwangsom € 5.000,00 per (gedeelte) van een dag, dan wel zulk ander door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, een en ander uitvoerbaar bij voorraad, met veroordeling van Nauta in de proceskosten.
2.2.
Letterlijk weergegeven luidt het verzoek, zoals geformuleerd op de pagina's 98 en 99 van de herziene versie van het verzoekschrift met wijziging verzoek, als volgt:
"Op grond van al het bovenstaande en gelet op mijn informatieverzoek van 25 juli 2019 en mijn hernieuwde informatieverzoek van 28 juni 2020 verzoek ik Uw Rechtbank (voor zoveel als mogelijk):
I. NautaDutilh te bevelen mij binnen één week na de datum van Uw beschikking, althans binnen een door Uw Rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, langs elektronische weg een kopie te verstrekken van:
A. alle door NautaDutilh verwerkte mij betreffende persoonsgegevens en alle verwerkingen van die persoonsgegevens, en wel in het bijzonder:
1. de mij betreffende persoonsgegevens en verwerkingen daarvan in relatie tot het in mijn informatieverzoeken onder I bedoelde cluster van kwesties,
2. de mij betreffende persoonsgegevens en verwerkingen daarvan in relatie tot het in mijn informatieverzoeken onder II bedoelde cluster van kwesties,
3. de mij betreffende persoonsgegevens en verwerkingen daarvan in relatie tot het in mijn informatieverzoeken onder A bedoelde onderzoek,
4. de mij betreffende persoonsgegevens en verwerkingen daarvan in relatie tot de in mijn informatieverzoeken onder B bedoelde maatregelen en zorg, en
5. alle overigens door NautaDutilh verwerkte mij betreffende persoonsgegevens en alle verwerkingen van die persoonsgegevens, waaronder maar niet beperkt tot alle mij betreffende persoonsgegevens die NautaDutilh verwerkt in relatie tot mijn informatieverzoeken van 25 juli 2019, 10 januari 2020 en 12 mei 2020, met inbegrip van alle in relatie daartoe gevoerde correspondentie en de in relatie daartoe aanhangig gemaakte verzoekschriftprocedure, waaronder in ieder geval c.q. althans van:
B. alle door NautaDutilh verwerkte mij betreffende persoonsgegevens die zijn opgenomen in vanuit het Huis voor klokkenluiders aan NautaDutilh verzonden alle aanbiedingsbrieven en aanbiedingse-mails met bijlagen en alle verwerkingen van die persoonsgegevens, en wel in het bijzonder: [1 en 2 idem als onder A hierboven], en
C. alle door NautaDutilh verwerkte mij betreffende persoonsgegevens waaruit blijkt of direct of indirect kan worden afgeleid dat ik de melder van de interne meldingen ben en alle verwerkingen van die persoonsgegevens, en wel in het bijzonder: [1 t/m 5 idem als onder A hierboven], een en ander (dit geldt voor A, B en C hierboven):
i.
primairin de vorm van (eventueel gedeeltelijk zwart gemaakte) kopieën van de documenten waarin mijn persoonsgegevens en de verwerkingen daarvan zijn opgenomen, en
indien en voor zover ik daar geen recht op mocht hebben
ii.
subsidiairin de vorm van een volledig overzicht, in begrijpelijke vorm;
II. NautaDutilh te bevelen mij binnen één week na de datum van Uw beschikking, althans binnen een door Uw Rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, met betrekking tot alle hierboven bedoelde persoonsgegevens en alle verwerkingen daarvan:
A. de in art. 5, art. 13, art. 14 en art. 15 lid 1 AVG bedoelde informatie te verschaffen, en wel in het bijzonder: [1 t/m 5 idem als onder I.A hierboven], en
B. informatie te verschaffen betreffende de identiteit en contactgegevens van alle advocaten die als verwerkingsverantwoordelijke betrokken zijn of zijn geweest bij de verwerking van mijn persoonsgegevens, en wel in het bijzonder: [1 t/m 5 idem als onder I.A hierboven];
III. NautaDutilh te bevelen bij de ingevolge uw bevel onder 1 te verstrekken kopie van de door NautaDutilh verwerkte mij betreffende persoonsgegevens en de verwerkingen van die persoonsgegevens en bij de ingevolge uw bevel onder II te verschaffen informatie, uitdrukkelijk onderscheid te maken tussen: [1 t/m 5, idem als onder I.A hierboven]
IV. NautaDutilh te bevelen binnen één week na de datum van Uw beschikking, althans binnen een door Uw Rechtbank in goede justitie te bepalen termijn:
A. aan de Autoriteit Persoonsgegevens de in de AVG voorgeschreven kennisgeving te doen van alle inbreuken in verband met door NautaDutilh verwerkte mij betreffende persoonsgegevens die tot op de datum van Uw beschikking, althans tot op heden, donderdag 9juli 2020, althans tot op de datum van mijn hernieuwde informatieverzoek van 28 juni 2020, althans tot op de datum van mijn informatieverzoek van 25 juli 2019 hebben plaatsgevonden, tenzij het niet waarschijnlijk was en is dat de inbreuken in verband met persoonsgegevens een risico inhielden of inhouden voor mijn rechten en vrijheden, en
B. aan mij als betrokkene de in de AVG voorgeschreven kennisgeving te doen van alle inbreuken in verband met door NautaDutilh verwerkte mij betreffende persoonsgegevens die tot op de datum van Uw beschikking, althans tot op heden, donderdag 9 juli 2020, althans tot op de datum van mijn hernieuwde informatieverzoek van 28 juni 2020, althans tot op de datum van mijn informatieverzoek van 25 juli 2019 hebben plaatsgevonden en die waarschijnlijk een hoog risico inhielden of inhouden voor mijn rechten en vrijheden.
V. een en ander op straffe van een dwangsom van € 5.000,= voor iedere dag of gedeelte daarvan dat NautaDutilh geheel of gedeeltelijk van de uitvoering van het bevel in gebreke blijft, met een maximum van € 100.000,=, althans op straffe van een door Uw Rechtbank in goede justitie te bepalen dwangsom;
VI. NautaDutilh te veroordelen in de kosten van deze procedure; en
VII. Uw beschikking voor zoveel als mogelijk uitvoerbaar bij voorraad te verklaren."
2.3.
Aan het voorgaande legt [naam verzoeker] - kort weergegeven - ten grondslag dat hij aan Nauta informatieverzoeken heeft gedaan ter zake van verwerkte hem betreffende persoonsgegevens en dat Nauta daar niet correct op heeft gerespondeerd.
2.4.
Nauta concludeert tot afwijzing van de verzoeken en verzoekt de rechtbank, om uitvoerbaar bij voorraad, [naam verzoeker] in de proceskosten te veroordelen. Nauta voert aan dat zij de informatie waar [naam verzoeker] aanspraak op kon maken heeft verstrekt. Nauta stelt zich op het standpunt dat [naam verzoeker] niet-ontvankelijk is in een aantal van zijn verzoeken. Voorts voert Nauta aan dat zij gelet op de op haar rustende geheimhoudingsplicht niet aan de verzoeken van [naam verzoeker] kan, mag en hoeft te voldoen. Subsidiair voert Nauta aan dat sprake is van misbruik van bevoegdheid.
2.5.
Op de standpunten van partijen wordt hierna, voor zover van belang nader ingegaan.

3..De beoordeling

3.1.
Wanneer een schriftelijke beslissing op een verzoek als bedoeld in artikel 15 tot en met 22 van de AVG is genomen door een ander dan een bestuursorgaan, kan de belanghebbende zich tot de rechtbank wenden met het schriftelijke verzoek de verwerkingsverantwoordelijke te bevelen het verzoek alsnog toe of af te wijzen. Dit verzoek dient op grond van artikel 35 lid 2 van de Uitvoeringswet AVG (hierna: UAVG) te zijn ingediend binnen zes weken na ontvangst van het antwoord van de verwerkingsverantwoordelijke.
3.2.
Het verzoek van [naam verzoeker] is ontvankelijk, omdat het verzoek is ingediend (op 19 september 2019) binnen zes weken nadat (op 8 augustus 2019) schriftelijk is beslist op zijn verzoek.
3.3.
Het recht van inzage van de betrokkene is opgenomen in artikel 15 AVG. Dit recht heeft tot doel de betrokkene in staat te stellen kennis te nemen van de persoonsgegevens die over hem zijn verzameld en te controleren of die gegevens juist zijn en rechtmatig vastgesteld. Artikel 15 lid 3 AVG geeft recht op verstrekking van een kopie van de persoonsgegevens die worden verwerkt.
3.4.
Nauta stelt zich op het standpunt dat de in artikel 13 AVG genoemde informatie reeds aan [naam verzoeker] is verstrekt en dat het beroepsgeheim van Nauta er aan in de weg staat dat zij de in artikel 14 en 15 AVG genoemde gegevens zou moeten verstrekken, voor zover zij ten aanzien van [naam verzoeker] al over dergelijke gegevens beschikt. De rechtbank oordeelt hierover als volgt.
3.5.
Terecht is tussen partijen niet in geschil dat het inzagerecht niet ongelimiteerd is. In de AVG en UAVG komt dit tot uitdrukking in uitzonderingen op de verplichtingen om bepaalde informatie te verschaffen. Onder die uitzonderingen is begrepen hetgeen voortvloeit uit de geheimhoudingsplicht van advocaten. Dit hangt samen met de functie die de advocatuur in een rechtsstaat als Nederland heeft. De verstrekkende geheimhoudingsplicht van advocaten is essentieel opdat de advocatuur de haar toekomende functie in een rechtsstaat adequaat kan vervullen.
3.6.
Het standpunt van [naam verzoeker] dat artikel 23 AVG niet geldt voor de geheimhoudingsplicht kan niet worden gevolgd. In artikel 23 AVG is bepaald dat de reikwijdte van de verplichtingen en rechten in de AVG worden beperkt door middel van Unierechtelijke of lidstaatrechtelijke bepalingen die op de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker van toepassing zijn, op voorwaarde dat die beperking de wezenlijke inhoud van de grondrechten en fundamentele vrijheden onverlet laat en in een democratische samenleving een noodzakelijke en evenredige maatregel is ter waarborging van onder meer de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen. Artikel 41 lid 1 UAVG bepaalt onder meer dat de verwerkingsverantwoordelijke de verplichtingen en rechten, bedoeld in de artikelen 12 tot en met 21 en artikel 34 van de verordening, buiten toepassing kan laten voor zover zulks noodzakelijk en evenredig is ter waarborging van de rechten en vrijheden van anderen. Ingevolge artikel 10a sub e van de Advocatenwet draagt de advocaat in het belang van een goede rechtsbedeling zorg voor de rechtsbescherming van zijn cliënt. Daartoe is de advocaat bij de uitoefening van zijn beroep vertrouwenspersoon en neemt hij geheimhouding in acht binnen de door de wet en het recht gestelde grenzen. Ingevolge artikel 11a van de Advocatenwet is de advocaat, voor zover niet bij wet anders is bepaald, ten aanzien van al hetgeen waarvan hij uit hoofde van zijn beroepsuitoefening als zodanig kennis neemt tot geheimhouding verplicht. Dezelfde verplichting geldt voor medewerkers en personeel van de advocaat, alsmede andere personen die betrokken zijn bij de beroepsuitoefening. De geheimhoudingsplicht van Nauta vormt een beperking die op de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker, Nauta, van toepassing is, zoals bedoeld in artikel 23 AVG. Het in acht nemen van de geheimhoudingsplicht door de advocatuur is immers een basisvoorwaarde voor het kunnen functioneren van de rechtsstaat. Degene die zich ter zake van een geschil met een derde tot een advocaat wendt, moet erop kunnen vertrouwen dat hij dat in vrijheid kan doen en dat die advocaat ten aanzien van hetgeen hem/haar wordt toevertrouwd geheimhouding zal betrachten. Die geheimhouding strekt zich in beginsel ook uit tot de vraag of iemand zich tot een bepaalde advocaat heeft gewend en, zo ja, ter zake waarvan. Dit brengt mee dat Nauta niet was gehouden om meer informatie aan [naam verzoeker] te verstrekken dan zij heeft gedaan. De verzoeken van [naam verzoeker] die ertoe strekken om meer informatie te verkrijgen, dienen derhalve te worden afgewezen.
3.7.
Aangaande het verzoek van [naam verzoeker] om Nauta te bevelen de Autoriteit Persoonsgegevens kennisgeving te doen van inbreuken, is relevant dat niet valt vast te stellen dat inbreuken hebben plaatsgevonden. Dit verzoek zal derhalve worden afgewezen. Het verzoek van [naam verzoeker] om Nauta te bevelen kennisgeving aan hem te doen van inbreuken kan om dezelfde reden niet worden toegewezen.
3.8.
Partijen hebben over en weer veroordeling van de wederpartij in de proceskosten verzocht. Dit betreft een geschil van bijzondere aard. Op grond van artikel 35 lid 4 UAVG behoeft de indiening van het verzoekschrift waarmee deze procedure is ingeleid niet door een advocaat te geschieden. De rechtbank ziet in deze zaak mede gelet op de aard van het geschil en de wenselijkheid om voor de belanghebbende geen hoge drempel op te werpen om toetsing door de rechter mogelijk te maken geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

4..De beslissing

De rechtbank
4.1.
wijst de verzoeken af,
4.2.
compenseert de kosten van deze procedure, in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. C. Bouwman en in het openbaar uitgesproken op 9 november 2020.
3225/1729