beschikking
RECHTBANK ROTTERDAM
zaakgegevens: C/10/590366 / JE RK 20-255,
C/10/590336 / JE RK 20-245 &
C/10/590344 / JE RK 20-247
datum uitspraak: 14 februari 2020
beschikking voorlopige voogdij, voorlopige ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing
de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,
hierna te noemen de Raad, gevestigd te Rotterdam,
[naam kind 1] ,
geboren op [geboortedatum kind 1] 2014 te [geboorteplaats kind 1] , hierna te noemen [naam kind 1]
,
[naam kind 2] ,
geboren op [geboortedatum kind 2] 2015 te [geboorteplaats kind 2] , hierna te noemen [naam kind 2] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam vader] ,
hierna te noemen de vader , wonende te [woonplaats vader ], thans elders gedetineerd.
[naam grootmoeder 1] ,
hierna te noemen de grootmoeder moederszijde, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam-Rijnmond,
hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam.
De kinderrechter merkt als informant aan:
[naam grootmoeder 2] ,
hierna te noemen de grootmoeder vaderszijde, wonende te [woonplaats grootmoeder 2] .
In de zaak met betrekking tot de voorlopige voogdij treedt de kinderrechter op in zijn hoedanigheid van lid van de rechtbank bedoeld in artikel 1:268 van het Burgerlijk Wetboek (hierna BW). Ten behoeve van de leesbaarheid van deze beschikking wordt op een aantal plaatsen in deze beschikking kinderrechter geschreven, ook daar waar - in het kader van genoemd wetsartikel - rechtbank wordt bedoeld.