ECLI:NL:RBROT:2020:1405

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
6 februari 2020
Publicatiedatum
18 februari 2020
Zaaknummer
C/10/590834 / FA RK 20-672
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie

Op 6 februari 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een mondelinge beschikking gegeven over de machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel, op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam. Dit verzoek was ingediend ter verlenging van een eerder opgelegde crisismaatregel, die op 5 februari 2020 was genomen. De betrokkene, die lijdt aan een schizo-affectieve stoornis, verblijft momenteel in een zorginstelling en heeft zich onttrokken aan de zorg. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige verwaarlozing, en dat de betrokkene zich verzet tegen verplichte zorg. De psychiater heeft verklaard dat de situatie van de betrokkene niet kan worden afgewacht in verband met suïcidaliteit. De rechtbank heeft geoordeeld dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk is en heeft de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend, geldig tot en met 27 februari 2020. De beschikking is op 6 februari 2020 mondeling gegeven en op 18 februari 2020 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/590834 / FA RK 20-672
Betrokkenenummer: [nummer]
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 6 februari 2020 betreffende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Yulius, locatie De Gantel 3-4 te Sliedrecht,
advocaat mr. J.G. Colombijn-Broersma te Gorinchem.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 5 februari 2020, heeft de officier verzocht om verlenging van de op 5 februari 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van 5 februari 2020;
  • de medische verklaring opgesteld door P.E. Brussaard, psychiater, van 5 februari 2020;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
  • de relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 6 februari 2020, in voornoemde verblijfplaats van betrokkene.
Bij die gelegenheid zijn verschenen:
  • betrokkene met zijn hierboven genoemde advocaat;
  • A. Voogt, psychiater, verbonden aan Yulius, locatie De Gantel te Sliedrecht, vergezeld door twee collegae.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.
2. Beoordeling
2.1.
Criteria crisismachtiging
2.1.1.
Op grond van artikel 7:7 Wvggz in samenhang gelezen met artikel 7:8 Wvggz kan de rechter op verzoek van de officier met betrekking tot een betrokkene een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verlenen, indien de burgemeester ten aanzien van deze betrokkene op grond van artikel 7:1 Wvggz een crisismaatregel heeft genomen.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat ten aanzien van betrokkene een crisismaatregel is afgegeven. Voorts is nog steeds sprake van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan of het aanzienlijk risico op levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel alsmede de ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang. Eveneens bestaat of is een aanzienlijk risico op de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept evenals de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Betrokkene is al lange tijd in zorg bij het FACT-team in verband met een schizo-affectieve stoornis. Betrokkene onttrekt zich echter aan deze zorg. Dit blijkt onder meer uit het feit dat betrokkene al langere tijd zijn medicatie in de vorm van een depot (cisordinol) niet inneemt, hetgeen leidt tot ontregeling van betrokkene. Ten gevolge van deze ontregeling is betrokkene in toenemende mate zowel verbaal als fysiek agressief. Zo heeft betrokkene getracht de politie te slaan en is betrokkene agressief richting medewerkers van Yulius. Daarnaast is er sprake van een expliciete doodswens van betrokkene. Betrokkene heeft aangegeven een dodelijke prik van Yulius te willen hebben dan wel bij ontslag zich van het leven te willen beroven door van een toren te springen. Ter zitting is betrokkene dan ook in de separeercel gehoord. De psychiater verklaart ter zitting dat op dit moment sprake is van ontregeling van betrokkene en dat hij hierdoor alle vormen van zorg weigert. Als betrokkene stabiel is, dan kunnen afspraken met hem gemaakt worden, aldus de psychiater ter zitting.
2.1.3.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van een psychotische decompensatie in het kader van een schizo-affectieve stoornis.
2.1.4.
Hoewel thans een procedure voor een zorgmachtiging loopt, verklaart de psychiater ter zitting dat deze procedure niet kan worden afgewacht in verband met de suïcidaliteit van betrokkene.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
De rechtbank is van oordeel dat de in de crisismaatregel genoemde verplichte zorg noodzakelijk is om het nadeel af te wenden, te weten:
  • het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • het insluiten;
  • het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • het onderzoek aan kleding of lichaam;
  • het opnemen in een accommodatie.
2.2.2.
Betrokkene verzet zich tegen de onder 2.2.1. opgenomen vormen van verplichte zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.2.3.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.3.
Gelet op het voorgaande komt de rechtbank tot het oordeel dat aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg alsmede aan de uitgangspunten van de Wvggz is voldaan. De rechtbank zal derhalve een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verlenen, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.1. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 27 februari 2020.
Deze beschikking is op 6 februari 2020 mondeling gegeven door mr. M. van Kuilenburg, rechter, in tegenwoordigheid van M. Mesiha, griffier, en op 18 februari 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.