ECLI:NL:RBROT:2020:1477

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 februari 2020
Publicatiedatum
20 februari 2020
Zaaknummer
10/710064-19
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gewelddadige berovingen door jongeren uit Rozenburg via datingsites

Op 18 februari 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte, geboren in 2001, die betrokken was bij een reeks gewelddadige berovingen. Deze berovingen werden gepleegd door een groep jongeren en enkele meerderjarigen uit Rozenburg, waarbij slachtoffers werden gelokt via datingsites en apps. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen op verschillende data en locaties, waaronder Spijkenisse, Rozenburg en Brielle, gewelddadig heeft gehandeld tegen vier slachtoffers. De slachtoffers werden bedreigd met geweld, mishandeld en beroofd van hun bezittingen, waaronder telefoons, geld en andere waardevolle spullen. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan meerdere feiten van diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld. De verdachte heeft de feiten bekend en er is geen vrijspraak bepleit. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers meegewogen in de strafmaat. De verdachte is veroordeeld tot een jeugddetentie van 8 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en een taakstraf van 200 uur. Daarnaast is er een vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd, die inhoudt dat de verdachte geen contact mag hebben met de slachtoffers en medeverdachten. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn jeugdige leeftijd en de positieve ontwikkelingen in zijn leven na de schorsing van de voorlopige hechtenis.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team jeugd
Parketnummer: 10/710064-19
Datum uitspraak: 18 februari 2020
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren op [geboortedatum verdachte] 2001 te [geboorteplaats verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
raadsman mr. M.A. Oosterveen, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de besloten terechtzittingen van 13 januari 2020 en 4 februari 2020.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. R.H.I. van Dongen heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot jeugddetentie voor de duur van 21 maanden met aftrek
  • met opdracht aan de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf, bestaande uit de leerstraf Tools4U Verlengd Plus voor de duur van 35 uur, subsidiair 17 dagen vervangende jeugddetentie;
- oplegging van een vrijheidsbeperkende maatregel, in de vorm van een contactverbod met
de aangevers en de medeverdachten, waarbij in geval van overtreding van het
contactverbod 1 week vervangende jeugddetentie geldt per overtreding, met een maximum
van 6 maanden jeugddetentie, een proeftijd van 2 jaren en dadelijke uitvoerbaarheid van
die vrijheidsbeperkende maatregel.

4.Bewezenverklaring

In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij op 27 februari 2019 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard, tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-
eigening heeft weggenomen een telefoon en beeldscherm en paspoort en bankpas en sigaretten en aansteker, toebehorende aan [naam slachtoffer 1] , welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en
/bedreiging met geweld tegen die [naam slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden en
/gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en
/aan andere deelnemers van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en welke bedreiging met geweld bestonden uit het (meermalen)
- ( onverhoeds) betreden van de woning van die [naam slachtoffer 1] en- vastpakken en optillen en verplaatsen van die [naam slachtoffer 1] en
- tonen en op
/de keel van die [naam slachtoffer 1] plaatsen/drukken van een mes en- met tape vastbinden van de handen en benen
/van die [naam slachtoffer 1] en- plaatsen van tape over de mond van die [naam slachtoffer 1] en- slaan en stompen tegen het hoofd en lichaam van die [naam slachtoffer 1] (terwijl die [naam slachtoffer 1] gekneveld op de grond lag) en
- doorzoeken van de kleding en woning van die [naam slachtoffer 1] en- bovenop die [naam slachtoffer 1] gaan en blijven zitten en- zeggen tegen en roepen naar die [naam slachtoffer 1] :
* "We willen geld, Waar is die
300?" en* "Waar is je pinpas?" en
/* "Wat is pincode?” en
* "We willen geld. Als we geen geld vinden, maken we je dood!" en* "We komen terug!"
2.
hij op 01 maart 2019 te Rozenburg, gemeente Rotterdam, en Brielle,
tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-
eigening heeft weggenomen
een telefoon en een luchtbuks en geldbedragen en een Japans
vleesmes en een portemonnee met (klein)geld en bankpassenen een
lifehammer, toebehorende aan [naam slachtoffer 2] , welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld
en bedreiging met geweld tegen die [naam slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om
die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken welk geweld en welke bedreiging met geweld bestonden uit het
- ( onverhoeds) uit de bossages komen en benaderen van die [naam slachtoffer 2] (terwijl
er capuchons en/of mutsen werden gedragen) en- slaan en stompen tegen het hoofd van die [naam slachtoffer 2] en- doorzoeken/bekijken van de auto en telefoon en bankgegevens van die
[naam slachtoffer 2] en- bij die [naam slachtoffer 2] plaatsnemen in de auto en aangeven waar die [naam slachtoffer 2]
naartoe moest rijden om te pinnen en
- betreden en doorzoeken van de woning van die [naam slachtoffer 2] en/
- plaatsen van het vleesmes tegen de buik van die [naam slachtoffer 2] en- naast die [naam slachtoffer 2] gaan staan, terwijl die [naam slachtoffer 2] pinde en
- besturen van de auto van die [naam slachtoffer 2] en- zeggen en/of roepen:
* "Pak zijn telefoon" en/ * "Stap uit en ga bij het hek staan" en * "Je hebt een keuze:
150 betalen of je wordt neer geslagen/gestoken" en
* "Open je Internetbankieren" en/
* "Je moet geen
150, maar
650 betalen" en/ * "Je hebt een optie: we gaan of bloed zien of je vertelt waar je
portemonnee is" en * "Je moet pinnen",
3.
hij op 06 maart 2019 te Hellevoetsluis tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-
eigening heeft weggenomen een scooter en
/of sleutel(s), toebehorende aan [naam slachtoffer 3] , welke diefstal werd voorafgegaan en
/of vergezeld en/of gevolgd van geweld tegen die [naam slachtoffer 3] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken
welk geweld bestond uit het (meermalen)
- slaan en stompen tegen het hoofd en lichaam van die [naam slachtoffer 3] en
/
- schoppen tegen het hoofd en lichaam van die [naam slachtoffer 3]
(nadat die [naam slachtoffer 3] op de grond viel
)en
- plaatsen van een arm om de keel van die [naam slachtoffer 3] en- doorzoeken van de kleding van die [naam slachtoffer 3] ;
4.
hij op 09 maart 2019 te Brielle, ,
tezamen en in vereniging met anderen, ,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-
eigening heeft weggenomen
een telefoon (Huawei) en portemonnee met rijbewijs en kentekenbewijs
en (bank)passen en geldbedragen, toebehorende aan [naam slachtoffer 4] , welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld
en bedreiging met geweld tegen die [naam slachtoffer 4] , gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en om bij betrapping
op heterdaad aan zichzelf en/of aan andere deelnemers van voormeld
misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren,
welk geweld en welke bedreiging met geweld bestonden uit het (meermalen)
- ( onverhoeds) openen van de autoportieren van die [naam slachtoffer 4] en- uit de auto trekken van die [naam slachtoffer 4] en- slaan en/of stompen in het gezicht en tegen het hoofd en lichaam van
die [naam slachtoffer 4] en
- schoppen tegen het lichaam van die [naam slachtoffer 4] , terwijl die [naam slachtoffer 4]
op de grond lag en- doorzoeken van de kleding van die [naam slachtoffer 4] en- plaatsnemen in de auto van die [naam slachtoffer 4] en
- aangeven waar die [naam slachtoffer 4] naartoe moest rijden om te pinnen en
- doorzoeken/bekijken van de auto en telefoon en bankgegevens van die
[naam slachtoffer 4] (nadat die [naam slachtoffer 4] zijn code moest invoeren) en- naast die [naam slachtoffer 4] gaan staan, terwijl die [naam slachtoffer 4] pinde en- vernielen van een richtingaanwijzer van de auto en- zeggen tegen/roepen naar die [naam slachtoffer 4] :
* "Geef je geld, pasjes en telefoon" en * "De auto in!"
en
* "We nemen al je geld op" en
* "Waar is je telefoon?" en * "Als je liegt, hebben we ook nog een geweer bij ons. Je moet niet
tegenstribbelen" en * "Je bent een pedofiel" en
* "Stap uit (de auto)" en/ * "Voer je pincode in" en
* "Kijk me niet aan. Kijk naar beneden!" en * "We gaan nu naar je huis toe om spullen te halen" en * "Als je liegt, slaan we je in elkaar",
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1. Diefstal, voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld
tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, die
diefstal gemakkelijk te maken en bij betrapping op heter daad, aan zichzelf of andere
deelnemers van het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van
het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer
verenigde personen.

2.Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld

tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en die
diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer
verenigde personen.

3. Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.

4. Diefstal, voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld

tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, die
diefstal gemakkelijk te maken en bij betrapping op heter daad, aan zichzelf of andere
deelnemers van het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van
het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer
verenigde personen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straffen en maatregel

7.1.
Algemene overweging
De straffen en maatregel die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straffen en maatregel zijn gebaseerd
Een groep jongeren en enkele meerderjarigen uit Rozenburg hebben begin 2019 in verschillende samenstellingen en op verschillende data een reeks gewelddadige berovingen gepleegd. Zij maakten via homodatingsites/apps met gebruik van nepprofielen afspraken met potentiële slachtoffers met als doel hen te beroven van geld en waardevolle spullen. De dadergroep heeft zich doelbewust gericht op kennelijk homoseksuele slachtoffers in de veronderstelling dat deze slachtoffers toch geen aangifte zouden doen.
Uit het onderzoek, door de politie betiteld als het onderzoek Blanken, komt naar voren - onder meer uit de verklaringen van de verdachten zelf en uit de uitgelezen WhatsApp gesprekken tussen verdachten - dat zich over een langere periode inderdaad meer incidenten hebben voorgedaan dan de verdenkingen die nu aan het oordeel van de rechtbank zijn voorgelegd. Mogelijk zijn daarbij nog meer (Rozenburgse) jongeren als daders en nog meer slachtoffers betrokken. Op basis van het dossier is bij de rechtbank het beeld ontstaan dat onder een gedeelte van de jeugd in Rozenburg op enig moment als een lopend vuurtje rondging dat deze manier van “geld maken”, door een aantal verdachten ook wel
“pedo racen” genoemd, dermate lucratief en risicoloos was, dat de dadergroep zich steeds verder uitbreidde. Meerdere verdachten hebben verklaard dat het op enig moment normaal was om op deze wijze (homoseksuele) mannen te beroven: “iedereen deed het”.
De werkwijze waarop - in ieder geval - in de periode tussen vrijdag 15 februari 2019 en zaterdag 9 maart 2019 de verdachten hebben toegeslagen in Rozenburg, Spijkenisse en Brielle was min of meer telkens dezelfde. Het slachtoffer dacht een afspraak te hebben voor een date en werd op de afgesproken plek opgewacht door een van de verdachten die als lokaas diende. Vervolgens werd het slachtoffer overvallen door meerdere verdachten. Ze bedreigden en/of mishandelden het slachtoffer en pakten telefoon en geld van het slachtoffer af. Bij een aantal slachtoffers hebben de verdachten plaatsgenomen in de auto om het slachtoffer vervolgens te dwingen naar een pinautomaat te rijden om geld te gaan pinnen. In twee gevallen zijn de verdachten ook in de woning van het slachtoffer geweest, waar de slachtoffers op grove wijze zijn beroofd, bedreigd en mishandeld.
De verdachte, destijds 17 jaar, is betrokken geweest bij drie van dergelijke berovingen. De verdachte en diens medeverdachten hebben de slachtoffers [naam slachtoffer 1] , [naam slachtoffer 2] en [naam slachtoffer 4] overvallen, mishandeld en beroofd van hun bezittingen.
Bij het slachtoffer [naam slachtoffer 2] zijn de verdachte en diens medeverdachten ook in de woning van het slachtoffer geweest en is die woning doorzocht. Het slachtoffer [naam slachtoffer 2] is door de verdachte en diens medeverdachten tevens gedwongen om geld te pinnen en hen rond te rijden in zijn auto tussen de plaatsen Rozenburg en Brielle.
Bij het slachtoffer [naam slachtoffer 1] gingen de verdachten rechtstreeks naar de woning van het slachtoffer. [naam slachtoffer 1] werd daar mishandeld en bedreigd met een mes, zijn woning werd doorzocht, er werden goederen meegenomen en hij is vastgebonden en gekneveld in hulpeloze toestand in zijn woning achtergelaten.
Het slachtoffer [naam slachtoffer 4] is beroofd in zijn auto, gedwongen de verdachten te vervoeren en te pinnen. Hij liep een breuk in zijn oogkas op, nadat hij door de verdachte en zijn medeverdachten was geschopt en geslagen.
Verder hebben de verdachte en diens drie medeverdachten op 6 maart 2019 het slachtoffer [naam slachtoffer 3] geschopt en geslagen. Zij waren onderweg om wederom een door (een van) hen via een datingsite benaderd potentieel slachtoffer te beroven. Terwijl zij stonden te wachten of te overleggen kwam het slachtoffer [naam slachtoffer 3] , een toevallige voorbijganger, langs. Zij hebben hem met geweld van zijn scooter beroofd. [naam slachtoffer 3] liep verwondingen aan zijn hoofd op.
De verdachten in dit onderzoek hebben elkaar over en weer het initiatief, het leiderschap en de geweldshandelingen in de schoenen geschoven. De rechtbank concludeert dat de verdachte bij deze feiten zeker geen ondergeschikte rol heeft gehad. Daarnaast heeft beïnvloeding van de verdachten over en weer een belangrijke rol gespeeld.
Deze misdrijven zijn ernstig en hebben op de slachtoffers grote indruk gemaakt.
Wat hen overkomen is, heeft - zoals blijkt uit de schriftelijke slachtofferverklaringen - veel pijn, verdriet en angst teweeg gebracht en heeft nog steeds grote gevolgen voor hun levens.
De rechtbank rekent het de verdachte zwaar aan dat hij zich aan de berovingen mede schuldig heeft gemaakt, zonder zich te bekommeren om de gevolgen van zijn daden voor de slachtoffers. De verdachte heeft puur uit geldelijk gewin dan wel uit sensatiezucht de feiten gepleegd en heeft samen met de medeverdachten slachtoffers uitgekozen die zich in een kwetsbare positie bevonden. Bovendien meenden de verdachte en de medeverdachten dat zij min of meer het recht hadden om deze slachtoffers “een lesje te leren”.
Met zijn handelwijze heeft de verdachte ernstig inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer en het gevoel van veiligheid van de slachtoffers. Daarnaast heeft de verdachte laten zien geen enkel respect te hebben voor de lichamelijke integriteit van een ander en evenmin voor diens eigendommen. De verdachte heeft bovendien met het plegen van deze feiten niet alleen bij de slachtoffers en hun directe omgeving gevoelens van onveiligheid en onrust veroorzaakt, maar ook in de maatschappij in het algemeen. Ook dit rekent de rechtbank de verdachte aan.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 10 december 2019, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld.
7.3.2.
Rapportages en verklaringen van deskundigen op de terechtzitting
M. Hulshof, gz-psycholoog heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 16 juli 2019. Dit rapport houdt voor zover van belang het volgende in.
Er is bij de verdachte geen sprake van een ziekelijke stoornis en/of gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Er wordt vanuit gedragsdeskundige optiek geen noodzaak gezien om, binnen een juridisch kader, aan de verdachte een behandeling te adviseren. Hoewel het tenlastegelegde - indien bewezen - de verdachte volledig toe te rekenen is en er derhalve geen behandeling noodzakelijk is, wordt geadviseerd dat de verdachte de komende periode toezicht en begeleiding krijgt van de jeugdreclassering in het kader van een (deels) voorwaardelijke straf. De jeugdreclassering kan mogelijk ook meer zicht krijgen op zijn sociale netwerk (vriendenkring).
De Raad voor de Kinderbescherming (hierna te noemen de Raad) heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 8 januari 2020. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
Het Algemeen Recidive Risico (ARR) en het Dynamisch Risico Profiel (DRP) scoren midden. De zorg zit met name in het feit dat de verdachte gemakkelijk te beïnvloeden lijkt door antisociale contacten en vermoedelijk geen weerstand heeft kunnen bieden tegen de groepsdruk. Of middelengebruik hier een rol in heeft gespeeld valt niet uit te sluiten.
De Raad adviseert de rechtbank om aan de verdachte een deels voorwaardelijke jeugddetentie op te leggen, waarbij het onvoorwaardelijk deel gelijk is aan de periode van voorarrest en een onvoorwaardelijke taakstraf in de vorm van een leerstraf, de gedragsinterventie Tools4U, onder de bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich houdt aan een meldplicht bij de jeugdreclassering.
Ter zitting heeft de jeugdbeschermer, namens de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (hierna te noemen: JBRR), het volgende naar voren gebracht. De verdachte heeft zich aan alle schorsingsvoorwaarden en afspraken gehouden. Hij heeft van begin af aan openheid verschaft en heeft aan alles zijn medewerking verleend. Het Harde Kern Aanpak-traject (hierna: HKA-traject) heeft hij goed doorlopen. Op school en werk gaat het ook goed.
Hoewel zijn middelengebruik niet dusdanig problematisch lijkt dat dit zijn dagelijks functioneren beïnvloedt, is dit wel een punt van aandacht. Wat JBRR betreft dient het middelengebruik gemonitord te worden. Indien dit noodzakelijk blijkt te zijn, zal er een behandeling moeten volgen. Daarnaast is van belang dat de verdachte nog een training volgt voor zijn meeloopgedrag. De leerstraf Tools4U Verlengd Plus is daartoe het meest aangewezen. De ouders worden dan ook bij de training betrokken. Dit is eveneens wenselijk omdat de ouders nog een zoon hebben die verdachte is in dit onderzoek.
JBRR kan de verdachte, ondanks dat hij thans meerderjarig is, blijven begeleiden. Er zit geen meerwaarde in een overdracht aan de volwassenreclassering.
De rechtbank heeft acht geslagen op deze rapporten en adviezen.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan in beginsel niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een jeugddetentie van aanzienlijke duur. De rechtbank zal echter afzien van het opleggen van een onvoorwaardelijke jeugddetentie langer dan de tijd die de verdachte reeds in voorarrest heeft gezeten. De rechtbank neemt hierbij de volgende overwegingen in ogenschouw.
Na de schorsing van de voorlopige hechtenis heeft de verdachte zich aan alle schorsingsvoorwaarden gehouden en heeft hij het HKA-traject goed doorlopen.
De verdachte heeft van meet af aan openheid van zaken gegeven en is daarmee ondersteunend in het verloop van het politieonderzoek geweest. Zijn uitingen van schaamte en spijt komen op de rechtbank oprecht over.
Er is sprake van een groot aantal beschermende factoren, zoals een betrokken en steunend gezinssysteem en de omstandigheid dat de verdachte een leer-werktraject (MBO 2 niveau) volgt, waarbij de werkgever positief over hem is. Daarnaast lijkt het afgelopen half jaar, met behulp van het HKA-traject en de begeleiding van de jeugdreclassering, de vrijetijdsbesteding en relaties te zijn verbeterd. Het risico dat de verdachte terug zal vallen in het plegen van (soortgelijke) strafbare feiten is daarmee afgenomen. Als de verdachte weer terug zou moeten in jeugddetentie zouden die beschermende factoren van de verdachte teniet kunnen worden gedaan en zouden de risico’s op recidive mogelijk weer toenemen. De rechtbank zal daarom aan de verdachte, naast een onvoorwaardelijke jeugddetentie voor de duur van de voorlopige hechtenis, geen verdere onvoorwaardelijke jeugddetentie opleggen, maar in plaats daarvan een forse voorwaardelijke jeugddetentie en een (bijna) maximale taakstraf in de vorm van een werkstraf en een leerstraf. Omdat uit alle adviezen naar voren komt dat de verdachte nog begeleiding door de jeugdreclassering nodig heeft, zullen aan die voorwaardelijke jeugddetentie voorwaarden worden verbonden, die hierna worden genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Vrijheidsbeperkende maatregel (artikel 77h juncto 38v van het Wetboek van Strafrecht)
De rechtbank acht het noodzakelijk om aan de verdachte een vrijheidsbeperkende maatregel op te leggen, inhoudende een contactverbod met de slachtoffers en een contactverbod met alle veroordeelde (mede)verdachten in het onderzoek Blanken, met uitzondering van zijn broer. Het contactverbod met de medeverdachten dient ertoe om te voorkomen dat de verdachte zich opnieuw - met andere in de buurt verblijvende jongeren en (jong)volwassenen - schuldig maakt aan het plegen van (soortgelijke) strafbare feiten.
Gelet op de inhoud van het dossier, waaruit naar voren komt dat de verdachte zich op verontrustende, antisociale en criminele wijze met een bepaalde groep jongeren in Rozenburg heeft opgehouden, moet ernstig rekening worden gehouden met de mogelijkheid dat de verdachte wederom contact zal opnemen met deze groep personen, met het risico dat zij elkaar over en weer negatief zullen beïnvloeden en dat hij wederom in deze omgeving en onder groepsdruk een misdrijf zal plegen dat inbreuk maakt op de integriteit van het menselijk lichaam van willekeurige slachtoffers, zoals openlijk geweld, beroving of mishandeling. Zoals hiervoor reeds uiteen is gezet, komt uit het onderzoek naar voren dat er meer incidenten in wisselende samenstellingen en op verschillende data hebben plaatsgevonden dan die nu aan het oordeel van de rechtbank voorliggen, zodat de rechtbank ook contactverboden noodzakelijk acht met andere (veroordeelde) verdachten dan degenen die bij de in dit vonnis bewezenverklaarde feiten zijn betrokken. Het belang van de verdachte om sociale contacten te onderhouden met de personen van zijn keuze weegt hierbij minder zwaar dan het belang van de lichamelijke integriteit van mogelijke slachtoffers.
Om deze redenen, en voorts ter beveiliging van de maatschappij en ter bescherming van de lichamelijke integriteit van personen, beveelt de rechtbank de oplegging van de maatregel van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht, voor de duur van twee jaar met de dadelijke uitvoerbaarheid daarvan en bepaalt de vervangende jeugddetentie voor de duur van één week voor iedere keer dat de verdachte zich niet aan de maatregel houdt, met een maximum van zes maanden.
Algemene afsluiting
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen en maatregelen passend en geboden.

8.In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd het op 10 maart 2019 in beslag genomen geldbedrag terug te geven aan [naam slachtoffer 4] (feit 4).
8.2
Beoordeling
Ten aanzien van het in beslag genomen geldbedrag à € 100,-- zal een last worden gegeven tot teruggave aan [naam slachtoffer 4] (feit 4) die redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt.

9.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen

9.1.
Feit 1
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [naam benadeelde 1] , ter zake van het onder 1 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een bedrag van € 69,21 aan materiële schade en een bedrag van € 2.200,-- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
9.1.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot integrale toewijzing van de vordering.
9.1.2.
Standpunt verdediging
De raadsman heeft de vordering niet betwist.
9.1.3.
Beoordeling
Nu is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het onder 1 bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks materiële en immateriële schade is toegebracht en de gevorderde schadevergoeding door de verdachte niet is weersproken, zal de vordering worden toegewezen.
Mede gelet op de omstandigheid dat aan alle verdachten contactverboden met elkaar en met de benadeelde partij zullen worden opgelegd, zal de rechtbank de veroordeling tot betaling van het toegewezen bedrag niet hoofdelijk, maar in gedeeltes gelijk aan het aantal daders opleggen, te weten ieder (één vierde van € 2.269,21 = ) € 567,30.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 27 februari 2019.
Nu de vordering van de benadeelde partij zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
9.2.
Feit 2
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [naam benadeelde 2] , ter zake van het onder 2 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een bedrag van € 372,13 aan materiële schade en een bedrag van € 2.000,-- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
9.2.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij ten aanzien van de abonnementskosten van de gestolen telefoon niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn vordering wegens onvoldoende onderbouwing. De vordering is voor het overige toewijsbaar.
9.2.2.
Standpunt verdediging
De raadsman heeft verzocht het deel van de vordering dat betrekking heeft op de abonnementskosten af te wijzen, nu deze kosten onvoldoende zijn onderbouwd. De raadsman heeft het overige deel van de vordering niet betwist.
9.2.3.
Beoordeling
De rechtbank neemt bij haar beoordeling van de vordering in aanmerking dat namens een of meerdere verdachten verweren tegen de vordering zijn gevoerd. De rechtbank komt, deze verweren en het standpunt van de officier van justitie in aanmerking nemend, tot de volgende beoordeling.
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij door het onder 2 bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks materiële en immateriële schade is toegebracht. Nu onvoldoende is onderbouwd dat de benadeelde partij een ander abonnement heeft moeten afsluiten, zal de benadeelde partij ten aanzien van het deel van de vordering dat betrekking heeft op de abonnementskosten van de gestolen telefoon niet-ontvankelijk worden verklaard. Nader onderzoek hiernaar is een onevenredige belasting van dit strafgeding. De overige gevorderde schadevergoeding is genoegzaam onderbouwd en zal worden toegewezen. Ook de gevorderde beveiligingskosten zullen worden toegewezen. Er is sprake van rechtstreekse schade nu de daders het adres van de benadeelde partij weten, doordat zij in de woning zijn geweest, en de benadeelde partij om deze reden zijn woning (extra) heeft beveiligd.
Mede gelet op de omstandigheid dat aan alle verdachten contactverboden met elkaar en met de benadeelde partij zullen worden opgelegd, zal de rechtbank de veroordeling tot betaling van het toegewezen bedrag niet hoofdelijk, maar in gedeeltes gelijk aan het aantal daders opleggen, te weten ieder (één derde van € 372,13 – € 133,36 + € 2.000,-- = ) € 746,26.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 1 maart 2019.
Nu de vordering van de benadeelde partij (in overwegende mate) zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
9.3.
Feit 4
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [naam benadeelde 3] , ter zake van het onder 4 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een bedrag van € 1.943,03 aan materiële schade en een bedrag van € 1.000,-- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
9.3.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij ten aanzien van de gecalculeerde kosten van de reparatie van de deuken in de auto niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn vordering, nu deze deuken niet kunnen worden vastgesteld. De vordering is voor het overige toewijsbaar.
9.3.2.
Standpunt verdediging
De raadsman heeft verzocht het deel van de vordering dat betrekking heeft op een voorschot van reparatiekosten niet toe te wijzen, nu onvoldoende is onderbouwd dat er deuken in de auto zaten. De raadsman heeft de immateriële schade niet betwist.
9.3.3.
Beoordeling
De rechtbank neemt bij haar beoordeling van de vordering in aanmerking dat namens een of meerdere verdachten verweren tegen de vordering zijn gevoerd. De rechtbank komt, deze verweren en het standpunt van de officier van justitie in aanmerking nemend, tot de volgende beoordeling.
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij door het onder 4 bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks materiële en immateriële schade is toegebracht. Nu de deuken in de auto onvoldoende zijn onderbouwd, zal de benadeelde partij ten aanzien van het deel van de vordering dat betrekking heeft op de gecalculeerde reparatiekosten niet-ontvankelijk worden verklaard, omdat nader onderzoek hiernaar een onevenredige belasting voor dit strafgeding vormt. Daarnaast zullen de kosten voor het maken van een audatex rapport worden afgewezen. Deze kosten worden in de overgelegde nota niet gespecificeerd en zullen daarom door de rechtbank worden bepaald op € 33,06. De overige gevorderde schadevergoeding is genoegzaam onderbouwd en niet weersproken en zal daarom worden toegewezen.
Mede gelet op de omstandigheid dat aan alle verdachten contactverboden met elkaar en met de benadeelde partij zullen worden opgelegd, zal de rechtbank de veroordeling tot betaling van het toegewezen bedrag niet hoofdelijk, maar in gedeeltes gelijk aan het aantal daders opleggen, te weten ieder (één vierde van € 1.943,03 - € 1.269,51 - € 33,06 + € 1.000,-- = )
€ 410,12.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 9 maart 2019.
Nu de vordering van de benadeelde partij (in overwegende mate) zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
9.4.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij [naam benadeelde 1] een schadevergoeding betalen van
€ 567,30, vermeerderd met de wettelijke rente. Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel, een maatregel als bedoeld in artikel 77h, lid 4, onder e, van het Wetboek van Strafrecht, passend en geboden geacht.
De verdachte moet de benadeelde partij [naam benadeelde 2] een schadevergoeding betalen van
€ 746,26, vermeerderd met de wettelijke rente. Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel, een maatregel als bedoeld in artikel 77h, lid 4, onder e, van het Wetboek van Strafrecht, passend en geboden geacht.
De verdachte moet de benadeelde partij [naam benadeelde 3] een schadevergoeding betalen van
€ 410,12, vermeerderd met de wettelijke rente. Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel, een maatregel als bedoeld in artikel 77h, lid 4, onder e, van het Wetboek van Strafrecht, passend en geboden geacht.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 38v, 47, 77a, 77g, 77h, 77i, 77m, 77n, 77we, 77x, 77y, 77z, 77aa en 312 van het Wetboek van Strafrecht.

11.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

12.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen dat de verdachte de onder 1, 2, 3, en 4 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een jeugddetentie
voor de duur van 8 (ACHT) maanden,
bepaalt dat een gedeelte van de jeugddetentie groot
6 (ZES) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt vastgesteld op twee jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van die proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich gedurende een door de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming
Rotterdam Rijnmond te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de
proeftijd) en op door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen zal melden bij de
jeugdreclassering, zo frequent en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht;
- zich zal houden aan de aanwijzingen die hem worden gegeven door de gecertificeerde Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, ook als dat inhoudt enige vorm van behandeling gericht op zijn middelengebruik, indien de jeugdreclassering dat nodig acht;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden:
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan jeugdreclasseringstoezicht, de
medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
geeft opdracht aan de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde jeugddetentie in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
legt de verdachte een taakstraf op, bestaande uit een werkstraf voor de duur van
200 (TWEEHONDERD) uur, waarbij de Raad voor de Kinderbescherming dient te bepalen uit welke werkzaamheden de werkstraf dient te bestaan;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van
100 dagen;
legt de verdachte een taakstraf op, bestaande uit een
leerstrafvoor de duur van
35 (VIJFENDERTIG) uur, waarbij de verdachte dient deel te nemen aan het leerproject Tools4U Verlengd Plus van de Raad voor de Kinderbescherming;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de leerstraf niet naar behoren verricht, vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van
17 dagen;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst;
legt de veroordeelde op de
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de
duur van 2 (twee) jaren, inhoudende dat de veroordeelde wordt bevolen:
zich te onthouden van direct of indirect contact met de slachtoffers:
[naam slachtoffer 3] , geboren [geboortedatum slachtoffer 3] te [geboorteplaats slachtoffer 3] ;
[naam slachtoffer 4] , geboren [geboortedatum slachtoffer 4] te [geboorteplaats slachtoffer 4] ;
[naam slachtoffer 2] , geboren [geboortedatum slachtoffer 2] te [geboorteplaats slachtoffer 2] ;
[naam slachtoffer 1] , geboren [geboortedatum slachtoffer 1] te [geboorteplaats slachtoffer 1] ;
en met de (mede)verdachten in het onderzoek Blanken:
[naam medeverdachte 1] , geboren [geboortedatum medeverdachte 1] te [geboorteplaats medeverdachte 1] (Suriname);
[naam medeverdachte 2] , geboren [geboortedatum medeverdachte 2] 2002 te [geboorteplaats medeverdachte 2] ;
[naam medeverdachte 3] , geboren [geboortedatum medeverdachte 3] 2003 te [geboorteplaats medeverdachte 3] ;
[naam medeverdachte 4] , geboren [geboortedatum medeverdachte 4] te [geboorteplaats medeverdachte 4] (Roemenië);
[naam medeverdachte 5] , geboren [geboortedatum medeverdachte 5] 2002 te [geboorteplaats medeverdachte 5] ;
[naam medeverdachte 6] , geboren op [geboortedatum medeverdachte 6] 2004 te [geboorteplaats medeverdachte 6]
[naam medeverdachte 7] , geboren [geboortedatum medeverdachte 7] 2001 te [geboorteplaats medeverdachte 7] ;
[naam medeverdachte 8] , geboren [geboortedatum medeverdachte 8] 2003 te [geboorteplaats medeverdachte 8] ;
[naam medeverdachte 9] , geboren [geboortedatum medeverdachte 9] 2001 te [geboorteplaats medeverdachte 9] ;
[naam medeverdachte 10] , geboren [geboortedatum medeverdachte 10] 2003 te [geboorteplaats medeverdachte 10] ;
[naam medeverdachte 11] , geboren [geboortedatum medeverdachte 11] 2002 te [geboorteplaats medeverdachte 11] ,
gedurende twee jaren na heden;
met bevel dat, voor het geval de veroordeelde niet aan de maatregel voldoet, vervangende jeugddetentie zal worden toegepast;
bepaalt dat voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan vervangende jeugddetentie wordt toegepast voor de duur van
1 (EEN) week, met een totale duur van ten hoogste
6 (ZES) maanden;
met bevel dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- gelast de teruggave van het geldbedrag à € 100,- aan slachtoffer [naam slachtoffer 4] ;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij
[naam benadeelde 1]te betalen een bedrag van
€ 567,30 (zegge: vijfhonderdzevenenzestig euro en dertig eurocent),bestaande uit één vierde deel van € 69,21 aan materiële schade en één vierde deel van € 2.200,-- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 27 februari 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
legt aan de verdachte de maatregel tot schadevergoeding op, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij
[naam benadeelde 1]te betalen
€ 567,30(hoofdsom,
zegge: vijfhonderdzevenenzestig euro en dertig eurocent),vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 februari 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening;
verstaat dat betaling aan
de benadeelde partij [naam benadeelde 1]tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door
de benadeelde partij [naam benadeelde 1]gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de
benadeelde partij [naam benadeelde 2]te betalen een bedrag van
€ 746,26 (zegge: zevenhonderdzesenveertig euro en zesentwintig eurocent),bestaande uit één derde deel van € 238,77 aan materiële schade en één derde deel van € 2.000,-- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 1 maart 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
legt aan de verdachte de maatregel tot schadevergoeding op, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van
de benadeelde partij [naam benadeelde 2]te betalen
€ 746,26(hoofdsom,
zegge: zevenhonderdzesenveertig euro en zesentwintig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 maart 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening;
verstaat dat betaling aan
de benadeelde partij [naam benadeelde 2]tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door
de benadeelde partij [naam benadeelde 2]gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
verklaart
de benadeelde partij [naam benadeelde 2]niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan
de benadeelde partij [naam benadeelde 3]te betalen een bedrag van
€ 410,12 (zegge: vierhonderdtien euro en twaalf eurocent), bestaande uit één vierde deel van € 640,46 aan materiële schade en één vierde deel van € 1.000,-- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 9 maart 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
legt aan de verdachte de maatregel tot schadevergoeding op, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van
de benadeelde partij [naam benadeelde 3]te betalen
€ 410,12(hoofdsom,
zegge: vierhonderdtien euro en twaalf eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 maart 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening;
verstaat dat betaling aan
de benadeelde partij [naam benadeelde 3]tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door
de benadeelde partij [naam benadeelde 3]gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
verklaart
de benadeelde partij [naam benadeelde 3]niet-ontvankelijk ten aanzien van de gevorderde gecalculeerde reparatiekosten; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
wijst af de vordering van
de benadeelde partij [naam benadeelde 3]ten aanzien van de gevorderde kosten met betrekking tot het maken van een audatex rapport.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. F. Aukema-Hartog, voorzitter, tevens kinderrechter,
en mrs. A. Verweij en K.J. van den Herik, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. V.A. Versloot, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 18 februari 2020.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 27 februari 2019 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen
(een) telefoon(s) en/of beeldscherm en/of paspoort en/of bankpas en/of
sigaretten en/of aansteker, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [naam slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [naam slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping
op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld
misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het (meermalen)
- ( onverhoeds) betreden van de woning van die [naam slachtoffer 1] en/of
- vastpakken en/of optillen en/of verplaatsen van die [naam slachtoffer 1] en/of
- tonen en/of op/tegen de keel van die [naam slachtoffer 1] plaatsen/drukken van een mes
en/of
- ( met tape) vastbinden van de handen en/of benen/voeten van die [naam slachtoffer 1] en/of
- plaatsen van tape over de mond van die [naam slachtoffer 1] en/of
- slaan en/of stompen tegen het hoofd en/of lichaam van die [naam slachtoffer 1] (terwijl
die [naam slachtoffer 1] gekneveld op de grond lag) en/of
- doorzoeken van de kleding en/of woning van die [naam slachtoffer 1] en/of
- bovenop die [naam slachtoffer 1] gaan en/of blijven zitten en/of
- zeggen tegen en/of roepen naar die [naam slachtoffer 1] :
* "We willen geld. Waar is die E300?" en/of
* "Waar is je pinpas?" en/of
* "Wat is pincode?" en/of
* "We willen geld. Als we geen geld vinden, maken we je dood!" en/of
* "We komen terug!",
althans woorden van gelijke (dreigende) aard/strekking;
2.
hij op of omstreeks 01 maart 2019 te Rozenburg, gemeente Rotterdam, en/of
Brielle, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen
een telefoon en/of een luchtbuks en/of (een) geldbedrag(en) en/of een Japans
vleesmes en/of een portemonnee met (klein)geld en/of bankpas(sen) en/of een
lifehammer, in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [naam slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om
die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij
betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van
voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het (meermalen)
- ( onverhoeds) uit de bossages komen en/of benaderen van die [naam slachtoffer 2] (terwijl
er capuchons en/of mutsen werden gedragen) en/of
- slaan en/of stompen tegen het hoofd van die [naam slachtoffer 2] en/of
- doorzoeken/bekijken van de auto en/of telefoon en/of bankgegevens van die
[naam slachtoffer 2] en/of
- bij die [naam slachtoffer 2] plaatsnemen in de auto en/of aangeven waar die [naam slachtoffer 2]
naartoe moest rijden om te pinnen en/of
- betreden en/of doorzoeken van de woning van die [naam slachtoffer 2] en/of
- plaatsen van het vleesmes tegen de buik van die [naam slachtoffer 2] en/of
- naast die [naam slachtoffer 2] gaan staan, terwijl die [naam slachtoffer 2] pinde en/of
- besturen van de auto van die [naam slachtoffer 2] en/of
- zeggen en/of roepen:
* "Pak zijn telefoon" en/of
* "Stap uit en ga bij het hek staan" en/of
* "Je hebt een keuze: E150 betalen of je wordt neer geslagen/gestoken" en/of
* "Open je Internetbankieren" en/of
* "Je moet geen E150, maar E650 betalen" en/of
* "Je hebt een optie: we gaan of bloed zien of je vertelt waar je
portemonnee is" en/of
* "Je moet pinnen",
althans woorden van gelijke (dreigende) aard/strekking;
3.
hij op of omstreeks 06 maart 2019 te Hellevoetsluis
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een scooter
en/of sleutel(s), in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [naam slachtoffer 3] , gepleegd met het oogmerk om
die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij
betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van
voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het (meermalen)
- slaan en/of stompen tegen het hoofd en/of lichaam en/of in het gezicht van
die [naam slachtoffer 3] (waardoor en/of nadat die [naam slachtoffer 3] op de grond viel) en/of
- schoppen en/of trappen tegen het hoofd en/of lichaam en/of in het gezicht
van die [naam slachtoffer 3] (nadat die [naam slachtoffer 3] op de grond viel)
- plaatsen van een arm om de keel van die [naam slachtoffer 3] en/of
- doorzoeken van de kleding van die [naam slachtoffer 3] ;
4.
hij op of omstreeks 09 maart 2019 te Brielle, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen
een telefoon (Huawei) en/of portemonnee met rijbewijs en/of kentekenbewijs
en/of (bank)pas(sen) en/of (een) geldbedrag(en), in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 4] , in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [naam slachtoffer 4] , gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping
op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld
misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het (meermalen)
- ( onverhoeds) openen van het/de autoportier(en) van die [naam slachtoffer 4] en/of
- uit de auto trekken van die [naam slachtoffer 4] en/of
- slaan en/of stompen in het gezicht en/of tegen het hoofd en/of lichaam van
die [naam slachtoffer 4] en/of
- schoppen en/of trappen tegen het lichaam van die [naam slachtoffer 4] , terwijl die [naam slachtoffer 4]
op de grond lag en/of
- doorzoeken van de kleding van die [naam slachtoffer 4] en/of
- plaatsnemen in de auto van die [naam slachtoffer 4] en/of
- aangeven waar die [naam slachtoffer 4] naartoe moest rijden om te pinnen en/of
- doorzoeken/bekijken van de auto en/of telefoon en/of bankgegevens van die
[naam slachtoffer 4] (nadat die [naam slachtoffer 4] zijn code moest invoeren) en/of
- naast die [naam slachtoffer 4] gaan staan, terwijl die [naam slachtoffer 4] pinde en/of
- vernielen van een richtingaanwijzer van de auto en/of
- zeggen tegen/roepen naar die [naam slachtoffer 4] :
* "Geef je geld, pasjes en telefoon" en/of
* "De auto in!"
* "We nemen al je geld op" en/of
* "Waar is je telefoon?" en/of
* "Als je liegt, hebben we ook nog een geweer bij ons. Je moet niet
tegenstribbelen" en/of
* "Je bent een pedofiel" en/of
* "Stap uit (de auto)" en/of
* "Voer je pincode in" en/of
* "Kijk me niet aan. Kijk naar beneden!" en/of
* "We gaan nu naar je huis toe om spullen te halen" en/of
* "Als je liegt, slaan we je in elkaar",
althans woorden van gelijke (dreigende) aard/strekking.