[eiseres] heeft gevorderd bij vonnis, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. te verklaren voor recht dat Sensi toerekenbaar tekort is geschoten in haar verplichtingen ten opzichte van [eiseres] ;
II. te verklaren voor recht dat Sensi ten opzichte van [eiseres] in verzuim is;
III. Sensi te veroordelen tot nakoming van haar betalingsverplichtingen tegenover [eiseres] ten bedrage van € 39.707,24;
IV. Sensi te veroordelen tot vergoeding van de contractuele rente tot en met 30 april 2019 ten bedrage van € 2.198,27;
V. Sensi te veroordelen tot vergoeding van de contractuele rente vanaf 1 mei 2019 tot aan de dag van algehele voldoening (P.M.);
VI. Sensi te veroordelen tot vergoeding van de kredietbeperkingstoeslag ten bedrage van € 646,52;
VII. Sensi te veroordelen tot vergoeding van de contractuele boete ten bedrage van € 4.848,89;
VIII. Sensi te veroordelen tot vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten ten bedrage van primair € 2.807,86 dan wel subsidiair € 1.086,79 althans van een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarden tot aan de dag van algehele voldoening;
IX. Sensi te veroordelen tot vergoeding van de gerechtelijke incassokosten tot en met 30 april 2019 ten bedrage van € 4.115,80 althans van een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarden tot aan de dag van algehele voldoening;
X. Sensi te veroordelen tot vergoeding van de gerechtelijke incassokosten vanaf 1 mei 2019 tot aan de dag van algehele voldoening (P.M.) althans van een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarden tot aan de dag der algehele voldoening;
XI. Sensi te veroordelen in de nakosten van dit geding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na betekening van het vonnis tot aan de dag van algehele voldoening.