Op 19 februari 2020 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling van twee kinderen, [naam kind 1] en [naam kind 2]. De Raad voor de Kinderbescherming had verzocht om de ondertoezichtstelling voor de duur van twaalf maanden, vanwege ernstige ontwikkelingsbedreigingen die voortvloeien uit een conflict tussen de ouders. De ouders zijn verwikkeld in een juridische echtscheidingsstrijd en zijn niet in staat om op een constructieve manier met elkaar te communiceren. Dit heeft geleid tot een situatie waarin de kinderen, die bij de moeder wonen, worden blootgesteld aan de problematiek van de ouders en in een loyaliteitsconflict raken.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat er zorgen zijn over de ontwikkeling van de kinderen, vooral in het licht van beschuldigingen van seksueel misbruik door de vader. Hoewel het Openbaar Ministerie de zaak heeft geseponeerd, blijft de beschuldiging een bron van spanning tussen de ouders. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat, ondanks de inzet van hulpverlening, het contact tussen de vader en de kinderen niet is hersteld en dat de communicatie tussen de ouders niet is verbeterd. Daarom is de inzet van een jeugdbeschermer noodzakelijk geacht om de ouders te ondersteunen in het herstel van contact met de kinderen.
De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van de kinderen goedgekeurd en deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en andere belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.