ECLI:NL:RBROT:2020:1664

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 februari 2020
Publicatiedatum
25 februari 2020
Zaaknummer
C/10/590355 / JE RK 20-253
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot ondertoezichtstelling van kinderen in het kader van een echtscheidingsconflict met beschuldigingen van seksueel misbruik

Op 19 februari 2020 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling van twee kinderen, [naam kind 1] en [naam kind 2]. De Raad voor de Kinderbescherming had verzocht om de ondertoezichtstelling voor de duur van twaalf maanden, vanwege ernstige ontwikkelingsbedreigingen die voortvloeien uit een conflict tussen de ouders. De ouders zijn verwikkeld in een juridische echtscheidingsstrijd en zijn niet in staat om op een constructieve manier met elkaar te communiceren. Dit heeft geleid tot een situatie waarin de kinderen, die bij de moeder wonen, worden blootgesteld aan de problematiek van de ouders en in een loyaliteitsconflict raken.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat er zorgen zijn over de ontwikkeling van de kinderen, vooral in het licht van beschuldigingen van seksueel misbruik door de vader. Hoewel het Openbaar Ministerie de zaak heeft geseponeerd, blijft de beschuldiging een bron van spanning tussen de ouders. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat, ondanks de inzet van hulpverlening, het contact tussen de vader en de kinderen niet is hersteld en dat de communicatie tussen de ouders niet is verbeterd. Daarom is de inzet van een jeugdbeschermer noodzakelijk geacht om de ouders te ondersteunen in het herstel van contact met de kinderen.

De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van de kinderen goedgekeurd en deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en andere belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/590355 / JE RK 20-253
datum uitspraak: 19 februari 2020

beschikking ondertoezichtstelling

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,

hierna te noemen de Raad, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind 1] , geboren op [geboortedatum kind 1] 2014 te [geboorteplaats kind 1] , hierna te noemen [naam kind 1] ,

[naam kind 2],
geboren op [geboortedatum kind 2] 2017 te [geboorteplaats kind 2] , hierna te noemen [naam kind 2] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,

[naam vader] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift met bijlagen van de Raad van 27 januari 2020, ingekomen bij de griffie op 28 januari 2020,
- een faxbericht van mr. L.H.E.M. Berendse-de Gruijl van 18 februari 2020, ingekomen bij de griffie op dezelfde datum.
Op 19 februari 2020 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. L.H.E.M. Berendse-de Gruijl,
- de vader,
- een vertegenwoordiger van de Raad, dhr. [naam vertegenwoordiger]
- een vertegenwoordigster van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, hierna te noemen de GI, mw. [naam vertegenwoordigster] .

De feitenHet ouderlijk gezag over [naam kind 1] en [naam kind 2] wordt uitgeoefend door de ouders.

[naam kind 1] en [naam kind 2] wonen bij de moeder.

Het verzoek

De Raad heeft een ondertoezichtstelling van [naam kind 1] en [naam kind 2] verzocht voor de duur van twaalf maanden.
De Raad heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Er bestaan geen zorgen over de dagelijkse verzorging van de kinderen. De ernstige ontwikkelingsbedreiging is gelegen in de vraag of [naam kind 2] seksueel is misbruikt door de vader en de gevolgen die dit heeft. Dit vermeende seksueel misbruik is niet te bewijzen en de ouders bevinden zich op dit moment in een patstelling. Dit dilemma levert stress op. De inzet van een jeugdbeschermer is nodig om het gezin hierin te begeleiden en de kinderen op een normale manier op te laten groeien. De Raad adviseert om het gezin aan te melden bij het Omgangshuis.

De standpunten

De GI heeft zich ter zitting aangesloten bij het verzoek van de Raad.
De vader is het eens met het verzoek. Hij heeft er veel moeite mee dat de beschuldiging van het seksueel misbruik hem blijft achtervolgen. Het Openbaar Ministerie heeft de zaak geseponeerd en de vader is onschuldig. Hij vindt het belangrijk dat de communicatie met de moeder wordt verbeterd en dat hij zicht krijgt op de ontwikkeling van de kinderen. De vader wil als gezaghebbende ouder geïnformeerd worden over de kinderen. Hij wil dat de rechtbank de moeder verplicht om de informatieplicht na te komen. Daarnaast vraagt de vader om een co-ouderschapsregeling vast te leggen en wil hij dat de omgang zorgvuldig en snel op gang wordt gebracht. Bovendien verzoekt de vader om de kort voor de zitting ingebrachte stukken van de moeder niet-ontvankelijk te verklaren.
De moeder is het eens met het verzoek. De moeder is echter ook van mening dat de patstelling niet kan worden opgelost en de communicatie met de vader niet kan worden hersteld. De moeder heeft haar blik gericht op de toekomst. Zij wil hulp bij het vormgeven van een omgangsregeling tussen de kinderen en de vader. Het is belangrijk dat de veiligheid van de kinderen tijdens die omgang wordt gewaarborgd. De methode Signs of Safety kan hierbij helpen. Momenteel gaat het goed met de kinderen. Zij hebben rust en regelmaat.
Ten aanzien van de verzoeken van de vader heeft de moeder ter zitting aangegeven dat de wens van de vader over een co-ouderschapsregeling en informatieregeling bij het Gerechtshof voorligt. Ook verzoekt de moeder om de ingebrachte stukken aan het dossier toe te voegen, zodat het dossier compleet is. Daarnaast vindt de moeder dat de vader niet onschuldig is, maar dat er alleen geen bewijs is verkregen.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [naam kind 1] en [naam kind 2] ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd. De ouders zijn al geruime tijd verwikkeld in een (juridische) echtscheidingsstrijd en zijn niet in staat om met elkaar te communiceren. De kinderen worden deelgenoot gemaakt van de problematiek van de ouders en raken in een loyaliteitsconflict, hetgeen bijzonder belastend is en schadelijk voor hun ontwikkeling. De kinderen hebben de vader al lange tijd niet gezien. Een reden hiervoor is dat de moeder vermoedens heeft van seksueel misbruik van [naam kind 1] door de vader. In oktober 2019 is het strafrechtelijk onderzoek naar de vader geseponeerd. De kinderrechter kan niet vaststellen of er wel of geen seksueel misbruik heeft plaatsgevonden. Wel staat vast dat de kinderen last hebben van het conflict dat de ouders nu met elkaar hebben. Daarnaast mag als uitgangspunt worden genomen dat het voor kinderen schadelijk kan zijn om geen contact te hebben met één van hun ouders, bijzondere omstandigheden daargelaten. Ook brengen de juridische procedures bij de rechtbank en het Gerechtshof spanningen teweeg.
Positief is dat beide ouders ter zitting hebben aangegeven dat zij toe willen werken naar een situatie waarin de kinderen contact hebben met de vader. Ondanks de inzet van hulpverlening in het vrijwillig kader, is het echter niet gelukt om het contact tussen de vader en de kinderen te herstellen en de communicatie tussen de ouders te verbeteren. De kinderrechter is daarom van oordeel dat de inzet van een jeugdbeschermer noodzakelijk is om de ouders hierbij te helpen.
Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal [naam kind 1] en [naam kind 2] daarom onder toezicht stellen voor de duur van twaalf maanden.
Ten aanzien van de mondelinge verzoeken van de vader over een co-ouderschapsregeling, informatieplicht en beschuldiging van seksueel misbruik kan de kinderrechter zich niet uitlaten, nu deze vragen geen onderdeel uitmaken van deze procedure. Daarnaast volgt uit het procesreglement Civiel jeugdrecht dat partijen tot aanvang van de zitting, bij wijze van verweer, stukken mogen indienen.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [naam kind 1] en [naam kind 2] onder toezicht van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, gevestigd te Rotterdam, met ingang van 19 februari 2020 tot
19 februari 2021;
wijst af het meer of anders verzochte;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 19 februari 2020 door mr. J. van Driel, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.M. Ruijgrok als griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 24 februari 2020.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.