ECLI:NL:RBROT:2020:1711

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 februari 2020
Publicatiedatum
27 februari 2020
Zaaknummer
C/10/590239 / JE RK 20-229
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

Op 14 februari 2020 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de machtiging tot gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [voornaam minderjarige]. De Raad voor de Kinderbescherming had verzocht om deze machtiging, omdat er ernstige zorgen waren over het gedrag van de minderjarige en de onveiligheid in de thuissituatie. De minderjarige verblijft momenteel in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp, de Midgaard, en is voorlopig onder toezicht gesteld tot 25 april 2020. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de minderjarige, de ouders, en vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling aanwezig waren.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd door zelfbepalend en fysiek agressief gedrag, alsook door zorgelijk middelengebruik. De ouders hebben aangegeven dat zij de grip op de minderjarige zijn verloren en dat de hulpverlening tot nu toe onvoldoende effect heeft gehad. De kinderrechter heeft geoordeeld dat de machtiging tot gesloten jeugdhulp noodzakelijk is om te voorkomen dat de minderjarige zich aan de hulp onttrekt en om zijn ontwikkeling te beschermen.

De kinderrechter heeft de machtiging verleend met ingang van 22 februari 2020 tot uiterlijk 25 april 2020. Tevens is bepaald dat de beslissing over de definitieve ondertoezichtstelling en eventuele verlenging van de machtiging tot een later moment wordt aangehouden, omdat het onderzoek door de Raad nog niet is voltooid. De beschikking is mondeling gegeven en zal schriftelijk worden uitgewerkt. Hoger beroep tegen deze beschikking kan binnen drie maanden na de uitspraak worden ingesteld door de verzoekers en andere belanghebbenden.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/590235 / JE RK 20-226 & C/10/590239 / JE RK 20-229
datum uitspraak: 14 februari 2020

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,

hierna te noemen de Raad, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam minderjarige] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige] 2003 te [geboorteplaats minderjarige] , hierna te noemen [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] ,

[naam vader] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de beschikking van de kinderrechter in deze rechtbank van 25 januari 2020, en de daaraan
ten grondslag liggende stukken;
- de verklaring d.d. 27 januari 2020 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp
en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
- de instemmende verklaring d.d. 29 januari 2020 van de gekwalificeerde
gedragswetenschapper.
Op 14 februari 2020 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld. Gehoord zijn:
- [voornaam minderjarige] , die voorafgaand aan de zitting apart is gehoord, bijgestaan door mr. M.T.H. Oeij,
- de moeder,
- de vader,
- een vertegenwoordiger van de Raad, dhr. [naam vertegenwoordiger] ,
- een tweetal vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, hierna te noemen de GI, mw. [naam vertegenwoordigster 1] en mw. [naam vertegenwoordigster 2] .

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders. [voornaam minderjarige] verblijft in een accommodatie voor gesloten jeugdhulp, te weten de Midgaard.
Bij beschikking van 25 januari 2020 is [voornaam minderjarige] voorlopig onder toezicht gesteld tot 25 april 2020. Bij deze beschikking is tevens een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van vier weken, te weten tot 22 februari 2020. Het overige verzochte is aangehouden

De (aangehouden) verzoeken

De Raad heeft een ondertoezichtstelling verzocht, voorafgaand door een voorlopige ondertoezichtstelling. Daarnaast heeft de Raad een machtiging verzocht om [voornaam minderjarige] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling, te weten tot 25 april 2020.
De Raad heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Er zijn zorgen over het gedrag van [voornaam minderjarige] en de onveiligheid in de thuissituatie. De ouders zijn de grip op [voornaam minderjarige] verloren. Het is van belang dat de ouders en [voornaam minderjarige] het vertrouwen in elkaar en in de hulpverlening terugkrijgen.

Het standpunt van de GI

De GI heeft het verzoek van de Raad ondersteund en daaraan het volgende toegevoegd. Er zijn grote zorgen over de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] . Daarnaast zijn er zorgen over het gezinssysteem. De draagkracht van het gezinssysteem lijkt oversstegen te zijn door de draaglast. Momenteel bevindt [voornaam minderjarige] zich in de beginfase van zijn traject. Er zal op korte termijn meer duidelijkheid komen over het traject dat [voornaam minderjarige] dient te doorlopen.

Het standpunt van de belanghebbenden

Door en namens [voornaam minderjarige] is ingestemd met het verzoek. [voornaam minderjarige] ziet wel in dat er een aanleiding was om hem gesloten te plaatsen. Hij wil graag deze kans aangrijpen om te laten zien dat hij kan veranderen, zodat hij weer thuis kan worden geplaatst.
Door en namens de ouders is ingestemd met het verzoek van de Raad.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [voornaam minderjarige] ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. [voornaam minderjarige] vertoont zelfbepalend en fysiek agressief gedrag in de thuissituatie. Daarnaast is er sprake van zeer zorgelijk middelengebruik. [voornaam minderjarige] is recentelijk gestopt met topsport, wat in combinatie met zijn middelengebruik (fors alcohol- en cannabisgebruik) tot gezondheidsproblemen (hartklachten) heeft geleid. [voornaam minderjarige] toonde onvoldoende inzicht in zijn (medische) problematiek en weigerde mee te werken aan de noodzakelijk hulpverlening. De ouders hebben aangegeven onmachtig te zijn. Zij zijn inderdaad onvoldoende in staat gebleken onder eigen verantwoordelijkheid de zorgen over de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] weg te nemen. Er is al lange tijd hulpverlening betrokken bij het gezin, maar deze is ontoereikend gebleken. Er lijkt nu sprake te zijn van een kentering, maar die ontwikkeling is heel pril. Het is van belang dat [voornaam minderjarige] zich niet zal en kan onttrekken aan de zorg en bescherming die hij nodig heeft. De kinderrechter zal de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen, en wel voor de periode van voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling, te weten tot 25 april 2020.
De kinderrechter zal de beslissing op het verzoek tot de definitieve ondertoezichtstelling en omtrent de eventuele verdere verlenging van de machtiging gesloten jeugdhulp aanhouden tot nader te noemen datum, nu het onderzoek door de Raad nog niet is voltooid.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 22 februari 2020 tot uiterlijk 25 april 2020 betreffende de minderjarige [voornaam minderjarige] ;
verklaart de beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

en alvorens verder te beslissen:

bepaalt dat het verhoor van de Raad, de GI en belanghebbenden in deze zaak zal plaatsvinden op
14 april 2020 te 9.30 uurin het gerechtsgebouw te Rotterdam, Wilhelminaplein 100/125.
de zaak zal op genoemde datum en tijdstip, behoudens onvoorziene omstandigheden, worden behandeld door mr. M. van Kuilenburg, kinderrechter.
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping van [voornaam minderjarige] , de Raad, de GI en de belanghebbenden.
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping van de advocaat van de minderjarige, indien de Raad tegen voormelde zittingsdatum wederom een verzoek tot een machtiging gesloten jeugdhulp indient;
verzoekt de Raad uiterlijk twee weken voor de genoemde datum de kinderrechter de verzochte rapportage te doen toekomen.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. M. van Kuilenburg, kinderrechter, in tegenwoordigheid van E.J. van Bergeijk als griffier en in het openbaar uitgesproken op
14 februari 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 26 februari 2020.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.