ECLI:NL:RBROT:2020:1735

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
31 januari 2020
Publicatiedatum
27 februari 2020
Zaaknummer
C/10/588390 / JE RK 19-3846
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van minderjarigen in het kader van jeugdbescherming

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 31 januari 2020 een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2]. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 11 februari 2020 en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om deze verlenging met zes maanden. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder en een vertegenwoordigster van de GI aanwezig waren.

De feiten tonen aan dat de moeder het ouderlijk gezag uitoefent over de kinderen, die bij haar wonen. Er zijn zorgen over de sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling van de kinderen, ondanks de vooruitgang die de moeder heeft geboekt in haar pedagogische vaardigheden. De kinderen hebben nog steeds problemen met schoolverzuim en hun ontwikkeling lijkt stagnerend. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de hulpverlening moet worden voortgezet en dat er mogelijk intensievere hulp nodig is.

Op basis van de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting heeft de kinderrechter geoordeeld dat voldaan is aan het wettelijke criterium van artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] is verlengd tot 11 augustus 2020. De beschikking is mondeling gegeven door de kinderrechter en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Hoger beroep tegen deze beschikking kan binnen drie maanden na de uitspraak worden ingesteld door de verzoekers of andere belanghebbenden.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/588390 / JE RK 19-3846
datum uitspraak: 31 januari 2020

beschikking verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam minderjarige 1] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige 1] 2013 te [geboorteplaats] , hierna te noemen [voornaam minderjarige 1] ,
[naam minderjarige 2],
geboren op [geboortedatum minderjarige 2] 2013 te [geboorteplaats] , hierna te noemen [voornaam minderjarige 2] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de verzoekschriften met bijlagen van de GI van
18 december 2019, ingekomen bij de griffie op 20 december 2019.
Op 31 januari 2020 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord is:
- een vertegenwoordigster van de GI, mw. [naam vertegenwoordigster] .
- de moeder.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] wordt uitgeoefend door de moeder. [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] wonen bij de moeder.
Bij beschikking van 1 februari 2019 is de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] verlengd tot 11 februari 2020.

Het verzoek

De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] te verlengen
voor de duur van zes maanden. De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat er nog steeds zorgen bestaan over de sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] . In de afgelopen periode heeft de moeder vooruitgang laten zien in haar pedagogische vaardigheden en in het nakomen van haar afspraken. Het lukt de moeder beter om structuur en stabiliteit te bieden in de opvoedsituatie. Ook is het schoolverzuim van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] verminderd. Toch is het voor de moeder lastig om haar vooruitgang langdurig vast te houden en niet in oude gewoontes terug te vallen. De kinderen komen nog steeds regelmatig te laat op school of verzuimen. Ook heeft de school aangegeven dat de kinderen weinig vooruitgang laten zien en weinig lijken te profiteren van het aanbod. Het is daarom van belang dat de hulpverlening wordt voortgezet en dat er wordt beoordeeld of intensievere en specialistischere hulpverlening moet worden ingezet.
Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] verlengen voor de duur van zes maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] tot 11 augustus 2020;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. K.J. van den Herik, kinderrechter, in tegenwoordigheid van E.J. van Bergeijk als griffier en in het openbaar uitgesproken op
31 januari 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 17 februari 2020.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.