ECLI:NL:RBROT:2020:1890

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 februari 2020
Publicatiedatum
4 maart 2020
Zaaknummer
C/10/589788 / JE RK 20-139
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 12 februari 2020 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind], geboren op [geboortedatum kind] 2017. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 22 februari 2020. De gecertificeerde instelling jeugdbescherming Leger Des Heils Jeugdbescherming & Jeugdreclassering (hierna: GI) heeft op 16 januari 2020 een verzoek ingediend om de ondertoezichtstelling te verlengen voor een jaar, maar heeft dit verzoek ter zitting gewijzigd naar een verlenging van zes maanden. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij de moeder niet aanwezig was. De moeder had aangegeven geen oproep te hebben ontvangen en was niet bereikbaar voor de jeugdbeschermer.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat er zorgen zijn over de ontwikkeling van [naam kind]. De GI heeft geen zicht op de thuissituatie van [naam kind] en er zijn meldingen binnengekomen van Veilig Thuis over de situatie. De kinderrechter oordeelt dat de verlenging van de ondertoezichtstelling noodzakelijk is, omdat niet is voldaan aan de voorwaarden voor het afsluiten van de ondertoezichtstelling. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van [naam kind] verlengd tot 22 augustus 2020 en verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaakgegevens: C/10/589788 / JE RK 20-139
datum uitspraak: 12 februari 2020

beschikking verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van
de gecertificeerde instelling jeugdbescherming Leger Des Heils Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind] , geboren op [geboortedatum kind] 2017 te [geboorteplaats kind] ,

hierna te noemen [naam kind] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoek met bijlagen van de GI van 16 januari 2020, ingekomen bij de griffie op 17 januari 2020.
Op 12 februari 2020 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld. Gehoord is: een vertegenwoordigster van de GI, [naam vertegenwoordigster] .
Opgeroepen en niet verschenen is: de moeder.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de moeder.
[naam kind] woont bij de moeder.
Bij beschikking van 13 augustus 2019 is de ondertoezichtstelling van [naam kind] verlengd tot 22 februari 2020.

Het verzoek

De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [naam kind] te verlengen voor de duur van een jaar.
De vertegenwoordigster van de GI heeft ter zitting het verzoek gewijzigd in die zin dat gevraagd wordt de ondertoezichtstelling van [naam kind] te verlengen voor de duur van zes maanden en zij heeft het verzoek als volgt nader toegelicht.
De GI acht de verlenging van de ondertoezichtstelling van [naam kind] noodzakelijk. De bedoeling was om de ondertoezichtstelling af te sluiten en de begeleiding over te dragen aan het vrijwillige kader, te weten aan het Wijkteam. De jeugdbeschermer heeft sinds december 2019 geen contact kunnen krijgen met de moeder. De moeder heeft één dag voor de zitting meegedeeld dat zij geen oproep heeft gekregen en niet ter zitting zal verschijnen. De GI heeft op dit moment geen zicht op de thuissituatie van [naam kind] . Onduidelijk is of de moeder enige hulp krijgt van een instantie.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [naam kind] nog steeds wordt bedreigd in zijn ontwikkeling. De kinderrechter ziet geen aanleiding om de behandeling van het verzoek ambtshalve aan te houden. De kinderrechter gaat ervan uit dat de moeder op de hoogte is van de zitting van vandaag; zij heeft niet om uitstel gevraagd.
De bedoeling was om de hulpverlening in het gezin naar het vrijwillige kader over te dragen en de ondertoezichtstelling af te sluiten. Aan de voorwaarden voor het afsluiten van de ondertoezichtstelling is echter niet voldaan. De afgelopen periode heeft de jeugdbeschermer geen zicht kunnen houden op de thuissituatie van [naam kind] . De moeder was niet bereikbaar voor de jeugdbeschermer. Daarnaast heeft de GI recentelijk een melding ontvangen van Veilig Thuis over een zeer luidruchtig feest om 2 uur ’s nachts in Den Haag waarbij [naam kind] aanwezig zou zijn geweest.
De kinderrechter is van oordeel dat gelet op de zorgen die er nog zijn de verlenging van de ondertoezichtstelling van [naam kind] noodzakelijk is.
Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [naam kind] verlengen voor de duur van zes maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [naam kind] tot 22 augustus 2020;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter, in tegenwoordigheid
van P. Thakoerdat als griffier en in het openbaar uitgesproken op 12 februari 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 4 maart 2020.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.