ECLI:NL:RBROT:2020:1893

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 januari 2020
Publicatiedatum
4 maart 2020
Zaaknummer
C/10/590023 / JE RK 20-185
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor jeugdige met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

Op 30 januari 2020 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van [naam kind], geboren op [geboortedatum kind] 2002, die verblijft in de gesloten jeugdhulpinstelling Schakenbosch. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft op 20 januari 2020 een verzoek ingediend voor een machtiging tot gesloten jeugdhulp voor de duur van drie maanden. Dit verzoek is gedaan omdat [naam kind] een positieve ontwikkeling doormaakt en er een mogelijkheid is om binnen drie maanden over te plaatsen naar een open groep. De moeder van [naam kind] heeft ingestemd met het verzoek, evenals de advocaat van [naam kind].

De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld en vastgesteld dat het ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de moeder. De kinderrechter heeft in zijn beoordeling aangegeven dat de machtiging gesloten jeugdhulp noodzakelijk is vanwege ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [naam kind] ernstig belemmeren. De kinderrechter heeft besloten om de machtiging te verlenen voor de verzochte periode van drie maanden, ingaande op 23 februari 2020 en eindigend op 23 mei 2020.

De beschikking is openbaar uitgesproken en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 21 februari 2020. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaakgegevens: C/10/590023 / JE RK 20-185
datum uitspraak: 30 januari 2020

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind] , geboren op [geboortedatum kind] 2002 te [geboorteplaats kind] ,

hierna te noemen [naam kind] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam moeder] , hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] .

Het procesverloopHet procesverloop blijkt uit de volgende stukken:

- het verzoek met bijlagen van de GI van 20 januari 2020, ingekomen bij de griffie op 22 januari 2020;
- de verklaring van 20 januari 2020 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
- een faxbericht met bijlagen van de GI van 27 januari 2020;
- de instemmende verklaring van 29 januari 2020 van de gekwalificeerde gedragsweten-schapper.
Op 30 januari 2020 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [naam kind] , bijgestaan door mr. G. van der Steen, tevens voorafgaand aan de zitting apart gehoord,
- de moeder,
- een vertegenwoordigster van de GI, mw. [naam vertegenwoordigster] .

De feitenHet ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de moeder.

[naam kind] verblijft in de gesloten jeugdhulpinstelling Schakenbosch.
Bij beschikking van 13 augustus 2019 is [naam kind] onder toezicht gesteld tot 23 augustus 2020.
Bij beschikking van 13 december 2019 is een machtiging gesloten jeugdhulp verleend tot
23 februari 2020.

Het verzoek

De GI verzoekt een machtiging om [naam kind] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van drie maanden.
De GI handhaaft ter zitting het verzoek en voert daartoe het volgende aan. [naam kind] laat al een langere periode een positieve ontwikkeling zien waardoor hij mag toewerken naar een open groep. Er wordt geprobeerd om hem binnen Schakenbosch over te laten plaatsen naar een open groep. Indien dit niet mogelijk blijkt zal er verder worden gekeken naar een geschikte plek. De verwachting is dat [naam kind] binnen drie maanden naar een open groep wordt overgeplaatst.

De standpunten

De moeder stemt ter zitting in met het verzoek van de GI. Als [naam kind] deze positieve lijn voort zet, zal hij binnen drie maanden op een open groep worden geplaatst. Intussen zal [naam kind] vier dagen gaan werken en zal hij één dag zijn therapieën volgen.
De advocaat van [naam kind] stemt ter zitting, namens [naam kind] , in met het verzoek van de GI. Hopelijk kan hij vóór het verlopen van de drie maanden-termijn al doorstromen naar een open groep.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter is van oordeel dat hiervan sprake is.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [naam kind] zich positief heeft ontwikkeld. Er is een traject ingezet waarbij [naam kind] kan toewerken naar een open groep. Indien [naam kind] deze positieve lijn weet vast te houden, zal hij binnen drie maanden doorstromen naar een open groep. Tot die tijd dient [naam kind] vooralsnog in de gesloten jeugdhulpinstelling te verblijven om zijn behandeling te volgen. De gedragswetenschapper heeft ingestemd met deze korte verlenging.
De kinderrechter zal de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen, en wel voor de verzochte periode van drie maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 23 februari 2020 tot 23 mei 2020 betreffende [naam kind] .
Deze beschikking is gegeven door mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. C.N. Arduin als griffier en in het openbaar uitgesproken op 30 januari 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 21 februari 2020
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.