ECLI:NL:RBROT:2020:2014

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 februari 2020
Publicatiedatum
6 maart 2020
Zaaknummer
C/10/590909 / FA RK 20-718
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam

Op 10 februari 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend op verzoek van de officier van justitie. Dit verzoek was ingediend naar aanleiding van de situatie van een betrokkene, geboren in 1989, die lijdt aan een bipolaire-I-stoornis. De rechtbank heeft vastgesteld dat het gedrag van de betrokkene, als gevolg van zijn psychische stoornis, leidt tot ernstig nadeel, waaronder het risico op ernstig lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang. De betrokkene had eerder contact met een FACT-team, maar was gestopt met medicatie, wat leidde tot een verslechtering van zijn toestand. De artsen gaven aan dat het noodzakelijk was om de medicatie opnieuw in te stellen voordat de betrokkene naar huis kon terugkeren.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren. De verleende zorgmachtiging omvat verschillende maatregelen, zoals het toedienen van medicatie, het beperken van de bewegingsvrijheid en het insluiten van de betrokkene. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor een periode van zes maanden, met specifieke termijnen voor de verschillende vormen van verplichte zorg. De beschikking is mondeling gegeven door rechter A.C. Siemons en schriftelijk uitgewerkt op 20 februari 2020.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/590909 / FA RK 20-718
Betrokkenenummer: [nummer]
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 10 februari 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1989 te [geboorteplaats] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres] , [postcode] te [woonplaats] ,
thans verblijvende in [naam GGZ-instelling] , locatie [naam locatie] te [plaats] ,
advocaat mr. A.W. Grijseels te Rotterdam.

1.Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen op 5 februari 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door [persoon A] , psychiater, van 20 januari 2020;
  • de zorgkaart van 21 januari 2020 met bijlagen;
  • het zorgplan van 17 januari 2020 met bijlagen;
  • de beoordeling van de geneesheer-directeur op het zorgplan;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 10 februari 2020, in Antes, locatie Albrandswaardsedijk.
Bij die gelegenheid zijn verschenen:
  • betrokkene met zijn hierboven genoemde advocaat;
  • [persoon B] , geneesheer-directeur, en
  • [persoon C] , arts, beiden verbonden aan Antes.
1.3.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig is, is de officier niet ter zitting verschenen.
2. Beoordeling
2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Wanneer het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, mits er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er geen minder bezwarende alternatieven zijn, het verlenen van verplichte zorg evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de door een psychische stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een bipolaire-I-stoornis.
2.1.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept.
Betrokkene verklaart dat het goed gaat en dat hij naar het huis van zijn moeder wil gaan om daar te verblijven. Voor de opname stond betrokkene in contact met een FACT-team. Gedurende de begeleiding door het FACT-team is hij echter gestopt met het innemen van medicatie. De arts geeft ter zitting aan dat sprake is van grootheidswanen. Zo heeft betrokkene de overtuiging dat hij de directeur is van de accommodatie. Daarnaast is betrokkene tijdens de opname zorgmijdend en als hij het niet eens is met een hulpverlener loopt bij hem de agitatie snel op. De arts verklaart dat het hierdoor niet mogelijk is om betrokkene op dit moment naar het huis van zijn moeder te laten gaan. De moeder van betrokkene is immers degene die hulp heeft ingeschakeld in verband met de agressie en dreiging van haar zoon, aldus de arts. De arts acht het noodzakelijk om eerst de medicatie opnieuw in te stellen voordat over een terugkeer naar huis gesproken kan worden.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om het ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur en bestaat uit:
  • het toedienen van en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening, tot en met 10 augustus 2020;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid, tot en met 10 mei 2020;
  • het insluiten, tot en met 10 mei 2020;
  • het uitoefenen van toezicht op betrokkene, tot en met 10 mei 2020;
  • het onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen, tot en met 10 augustus 2020;
  • het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen, tot en met 10 augustus 2020;
  • het opnemen in een accommodatie, tot en met 10 mei 2020.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht nu de arts ter zitting gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het nadeel af te wenden.
2.2.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden, waarbij per vorm van verplichte zorg de maximale termijn geldt als onder 2.2.2. aangegeven.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 10 augustus 2020.
Deze beschikking is op 10 februari 2020 mondeling gegeven door mr. A.C. Siemons, rechter, in tegenwoordigheid van mr. J. Smolders, griffier en op 20 februari 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.