ECLI:NL:RBROT:2020:2285
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugvordering bijstandsuitkering na administratieve fout van de gemeente
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 17 maart 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. K.M. van der Boor, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis, vertegenwoordigd door mr. N Övül. De zaak betreft de terugvordering van bijstandsuitkeringen die ten onrechte zijn betaald aan eiseres over de periode van 1 april 2016 tot en met 28 februari 2017. De gemeente had abusievelijk bijstand verstrekt op basis van de norm voor alleenstaanden, terwijl eiseres recht had op bijstand op basis van de kostendelersnorm voor drie personen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de terugvordering van het bedrag van € 2.228,40 niet rechtsgeldig was, omdat de gemeente niet bevoegd was om kosten van bijstand terug te vorderen die meer dan twee jaar vóór de bekendmaking van het besluit tot terugvordering zijn ontstaan. De rechtbank oordeelde dat de bekendmaking van het besluit pas op 2 april 2019 had plaatsgevonden, waardoor de termijn voor terugvordering was verstreken. De rechtbank heeft het beroep van eiseres gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en het bezwaar van eiseres gegrond verklaard. Tevens is de gemeente veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiseres.
De uitspraak benadrukt het belang van correcte bekendmaking van besluiten en de termijnen die gelden voor terugvordering van onterecht verstrekte bijstandsuitkeringen. De rechtbank heeft de gemeente ook veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 2.100,00.