In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 11 maart 2020 een beschikking gegeven met betrekking tot de ondertoezichtstelling en machtiging gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de ondertoezichtstelling van [naam kind] tot aan zijn meerderjarigheid, en om een machtiging voor gesloten jeugdhulp. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] momenteel ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd, met een voorgeschiedenis van agressie-regulatieproblematiek en verontrustende thuissituatie. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder, de juridische vader, de GI en de Raad aanwezig waren.
De kinderrechter heeft geconcludeerd dat er een complexe situatie is waarin een thuisplaatsing van [naam kind] nog niet mogelijk is. Er is een reële dreiging van mishandeling en bedreiging in de huidige gesloten setting bij Harreveld. De kinderrechter heeft daarom besloten om de machtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van drie maanden te verlenen, met de voorwaarde dat [naam kind] binnen vier weken na de uitspraak wordt overgeplaatst naar een andere gesloten instelling of thuis wordt geplaatst. Indien dit niet gebeurt, vervalt de machtiging op 8 april 2020. De kinderrechter heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de ondertoezichtstelling is vastgesteld tot de meerderjarigheid van [naam kind].